Z’n beste leven tot nu toe
Het dendert van onweerstaanbaar vrolijk naar die kenmerkende gekte, naar het verzengende kippenvel opbouwen. Dan wordt er op een onwaarschijnlijke manier gas terug genomen, om uiteindelijk zeer toegankelijk de eindspurt in te zetten. Dit debuutalbum van de Belg Allan Muller, want daar hebben we het over, combineert alles dat we eigenlijk al kenden uit Mullers vorige levens Metal Molly, Cabbage en Satellite City. Wat Resting My Case anders maakt dan die vorige levens? Welnu: het is ogenschijnlijk z’n beste, meest consistente leven.
If It’s Good for You, It’s Good for Me combineert eerder genoemde gekte met een onweerstaanbare lichtvoetigheid. Ook een scenario dat we kennen uit het Metal Molly-tijdperk. Ook een scenario overigens dat maar niet verveelt.
Even iets meer uitweiden over de stem van Muller, want in geen enkel vorig leven kwam die zó goed tot z’n recht. Goed, de Metal Molly-koortjes met Pascal Deweze waren negen van de tien keer waanzinnig, maar ook in z’n eentje hoeft Muller zich absoluut niet te schamen. Hij combineert zijn donkere, intieme timbre met een Joe Jackson- annex Elvis Costello-achtige sfeer. Zangpartijen worden op dit album overigens vaak ondersteund door vrouwenkoortjes; een goed gelukte meerwaarde.
Humoristische en relativerende hymne
We hebben het over stem, we hebben het over wat er gezongen wordt. De teksten van Muller zijn nog altijd ietwat surrealistisch en moeilijk te begrijpen. Ze hebben een melancholische ondertoon, een donker randje zogezegd. Maar Muller gaat er wel op een luchtige manier mee om. Niet zoals kompaan Deweze, die af en toe nog wel eens doorslaat en daarmee in een sfeer belandt waar je je aan kunt gaan ergeren. Teksten schrijven, Muller steekt er soms zelfs een beetje de draak mee. Ergens klinkt zo’n humoristische en relativerende hymne: “Let’s wipe off the face of the earth. Let’s sacrifice these souls to the gods of rock ’n roll.”
Prettig evenwicht
Verder met het muzikale van Resting my Case. The Lights Go Out is zo’n voorbeeld van ‘kippenvel en verzengend’. Vooral het epische outtro van het nummer is te gek. Het rustige aspect van deze debuutplaat van Muller? In het countrynummer Telephone hoor je hoe Muller ‘onweerstaanbaar gas terug’ neemt. Sommigen betitelen het waarschijnlijk als een te rustig niemendalletje op een verder meer up-tempo plaat. Maar ik vind het juist een goede tegenhanger, die zorgt voor een prettig evenwicht. Vooral de toegevoegde blazerspartij is prachtig.
Titelsong Resting my Case is het begin van ‘de toegankelijke eindspurt’ van dit album. Last Exam wordt gedragen door een heerlijke gitaarsound die vooral in de repeterende lick en in de solo echt erg gaaf tot z’n recht komt. En dan het echte eind van de toegankelijke spurt. Don’t Pretend is het laatste nummer. Hier klinkt een galmende George Harrison-gitaarpartij bijna als een blazerssectie. Dit zorgt ook nu weer voor een country-achtig sfeertje. Een sfeertje dat je eerder al eens terughoorde op het Metal Molly-album The Golden Country. Een album dat indertijd niet het verwachte hernieuwde succes voor Metal Molly opleverde. Gaat Muller in z’n eentje daar eindelijk verandering in brengen? Het zou mij niets verbazen. Hij verdient het wel, want eerlijk gezegd is dit zijn meest consistente muzikale leven tot nog toe.