8WEEKLY

Allemaal naar Rotterdam

Artikel: Literatuur, muziek en theater op het GDMW Festival

Waar literatuur is, is 8WEEKLY en daarom reisden twee razende literatuurreporters en een muziekreporter in het weekend van 30 september af naar het Geen Daden Maar Woorden Festival in Rotterdam. Vrijdag en zaterdag kon jong, hip, in literatuur, theater en muziek geïnteresseerd Nederland niet alleen nieuw talent spotten, maar ook genieten van gevestigde namen.

De nieuwe letteren

Het GDMW Festival werd dit jaar voor de negende keer georganiseerd door Passionate, dat zichzelf de ‘organisatie voor de nieuwe letteren’ noemt, in de traditie van De Nieuwe Stijl. In de persmap lezen we: “De nieuwe letteren verwijzen naar een literaire opvatting die ontleend is aan de moderne stadscultuur, waarin het draait om snelheid, multimedia, rauwheid en een zakelijke aanpak.” Al bij binnenkomst kun je niet om de multimedia heen: in de hal loop je meteen tegen een DJ/VJ opstelling aan. Hier lieten de WoordDansers en DJ Evol D. featuring Rudy can’t fail hun kunsten zien en horen. Helaas hebben wij door het snelle tempo waarin het programma gepresenteerd werd, de activiteiten in de hal slechts vanuit onze ooghoeken meegemaakt: ons haastend van de grote zaal naar de kleine, en vice versa.

De vrijdag

Gummbah
Gummbah

Nieuwe schrijvers?

We hebben veel nieuwe schrijvers leren kennen, niet in de laatste plaats dankzij Gummbah. De schrijvers die hij aan het publiek voorstelde zijn weliswaar niet terug te vinden op het programma van enig literair festival en ook niet in de plaatselijke boekhandel, maar hebben zeker eeuwigheidswaarde. Zo las hij voor uit de net niet gepubliceerde brievenbundel Beste homo’s van het waardetransport van Geurt Meurs en droeg hij gedichten voor uit Het vuur der berusting van Rinus Aalvlecht. Terwijl sommige mensen hun schoenen uittrokken en het zich gemakkelijk maakten, vonden anderen dit het juiste moment om een dutje te doen, blijkbaar geen acht slaand op het aforisme “het leven is een must!”

Ernest van der Kwast
Ernest van der Kwast

Iemand anders die vanuit eenzelfde innerlijke noodzaak schrijft en wiens werk wel in de boekwinkel te vinden is, is de jonge schrijver Ernest van der Kwast. Op de vraag naar zijn drijfveren antwoordde hij: “Liefde, Dood, Verveling. De bekende thema’s.” In de kleine zaal droeg hij vol vuur voor uit Man zoekt vrouw om hem gelukkig te maken en het dit jaar verschenen Soms zijn dingen mooier als er mensen klappen. Het was, zoals wel vaker in deze zaal, niet bijster druk, maar het aanwezige publiek luisterde aandachtig.
Echt muisstil was het bij K. Michel. Zijn poëzie dwingt dat ook wel af: het laat zich niet op het eerste gehoor begrijpen en vormt zo een mooie tegenhanger van de hapklare brokken van de momenteel zo populaire poetry slammers. Michels gedichten zijn zeer uiteenlopend en gaan van het ontstaan van de taal naar een sprookje met een motto van de Ramones.

Vrolijk muziektheater

Van heel andere aard was het volgende. ‘De Vrolijke Brigade (muziektheater)’ staat er in het programmaboekje. We zijn gek op cross-over kunst. Zou het een soort musical zijn? Ja en nee. Dit nieuwe project van de groep Coolhaven is satirisch theater, cabaret, schooltoneel, dans, spoken word en muziek ineen. Het duurt een tijdje voordat je door hebt waar het over gaat, als je de kinderlijke setting op het podium ziet. Het geheel wordt uitbundig geregisseerd door een gedreven vrouwspersoon. Een groep van ongeveer tien volwassen mannen draagt naïef in elkaar geflanste kostuums uit de verkleedkist. “Wij zijn de Vrolijke Brigade!” zingen ze in koor, en net even buiten de maat. Alles zit zó over the top knullig in elkaar, dat het na een poosje wel duidelijk wordt: dit onverwacht grappig stukje theater drijft de spot met links-idealistische kunstuitingen. Dus publiek, scandeer maar vrolijk mee: “Jouw strijd, onze strijd, SOLIDARITEIT!”

~

Scabreuze teksten

Andere schrijvers die in de kleine zaal optraden, waren Theo-Henk Streng, de winnaar van de door Passionate georganiseerde schrijfwedstrijd Write Now!, Sanneke van Hassel, Désanne van Brederode (die wij helaas niet hebben gezien), Miquel Bulnes en Peer Wittenbols. Van Hassel bracht een dagboekachtig verhaal over een zwangerschap, dat zij opdroeg aan alle jonge vaders in de zaal. De half-Spaanse Bulnes, schrijver van twee romans, las een kort verhaal over de Domtoren voor. Vooraf verontschuldigde hij zich nog voor zijn ‘Gooise r’, die inderdaad duidelijk aanwezig was. Een aangename verrassing was Wittenbols, die begon met een verhaal over drie alcoholisten. Wittenbols is toneelschrijver in Arnhem en moest vanwege de stroomstoring bij de NS per taxi naar het festival komen, waar hij lichtelijk buiten adem arriveerde. Hij eindigde met een “scabreuze vertelling in rijm en proza”, een uitermate grappige combinatie van romantisch taalgebruik, platte grappen en woordspelingen.

Uiteenlopende stijlen

Sole is een opmerkelijk muziekgezelschap op dit festival. De basis van het trio wordt gevormd door een soort alternatieve hiphop. De bebaarde zanger spuugt zijn woordenstroom uit over het publiek. Hij zal ongetwijfeld wel heel veel te melden te hebben, maar verstaan doe je het niet, vanwege de harde rockmuziek waarvan ze zich bedienen. Nou ja, harde rockmuziek… De drummer drumt vooral opzwepende jazzritmes en dat maakt Sole zo spannend. Op dit festival van woordenliefhebbers trekken ze echter maar weinig publiek. Mensen komen zo af en toe wel nieuwsgierig aanwandelen, maar velen verlaten weer met dichtgeknepen oren de zaal. De weinigen die dit wel kunnen waarderen voelen zich ook niet echt op hun plek met het drink- en rookverbod in de zaal.In de kleine zaal mag gelukkig wel gedronken worden en het is daar dan ook een stuk gezelliger. Zeker bij de zachte folkklanken van de Engelse groep Tunng, die een minder heftige overgang vormt op alle voorlezers in het festivalprogramma. De moderne hippies van Tunng zitten er mooi bij. Het centrale duo van het gezelschap, Mike Lindsay en Sam Genders, speelt akoestische gitaar. De rest van de band bestaat uit een kleine zangeres die haar zang af en toe afwisselt met melodica. Naast haar zit een percussionist achter een waslijntje met allerlei ‘alternatieve’ percussie, zoals een bos schelpen en een windorgel. En er is natuurlijk de man achter de knoppen die Tunng van zijn karakteristieke elektronische geluid en samples voorziet. De groep charmeert het publiek, ook al zingen ze over seriemoordenaars. De folksongs ruisen en knisperen vriendelijk voort, maar zijn wel van een grote schoonheid en vormen het muzikale hoogtepunt van de vrijdagavond.

Vlammende Vlaming als voorprogramma

In de grote zaal zagen we als laatste schrijver nog Tom Lanoye optreden. De rasperformer uit Vlaanderen begon met “een experiment”, een nog ongepubliceerd stuk waarin de waarde van Schopenhauer ‘besproken’ werd. Toen hij uit zijn Verzamelde Gedichten ging voordragen, kwam hij echt op dreef en door zijn theatrale presentatie was het podium al gauw te klein. De geplande twintig minuten bleken ruim te kort, zoals Lanoye zelf ook naderhand tegen ons zei: “Ik kwam net op gang.” Hij kreeg het publiek moeiteloos stil, ondanks dat een deel duidelijk zat te wachten op het optreden van The Fall. Het was dan ook niet de eerste keer dat Lanoye het voorprogramma van een band verzorgde, zo antwoordde hij op onze vraag.

The Fall was van de bands de grote headliner van het festival. De groep uit 1977 was al postpunk bij het ontstaan van de punk zelf. Het geluid van The Fall houdt het midden tussen sleazy garagerock uit de jaren ’60 en indie rockmuziek uit de jaren ’80 en ’90. Voorman Mark E. Smith is gespecialiseerd in het ontslaan van bandleden, maar ook in het inspireren van verschillende generaties nieuwe muzikanten. Inmiddels is hij een oud mannetje, maar de jaren hebben hem niet milder gemaakt. Aan de gezichten van zijn verse bandleden is te zien dat hij zijn reputatie als onuitstaanbaar nog niet heeft verlaten. Maar wat is er verder nog over van de legende? Weinig. De hits van weleer die worden gespeeld zijn krachtig en temperamentvol, maar ze worden op zo’n kille en uitgebluste manier gebracht dat het hele optreden volkomen wordt verstierd. Jammer, maar het handjevol trouwe fans van toen en van nu is kennelijk nog niet vergeten hoe het ooit was geweest. Het is dringen voor het podium. Maar de conclusie is duidelijk. Ooit had The Fall de hele wereld en nu hebben ze niets meer. Helaas gaat het vaak zo met veel ‘legendarische bands’ uit de jaren ’70 die het nog eens proberen.

De zaterdag

Teren op oude en nieuwe roem

Ook op de tweede dag van het GDMW Festival stonden veel schrijvers geprogrammeerd. Dat een grote naam niet noodzakelijk een grootse prestatie met zich meebrengt, bewees Kees van Kooten. Hij schotelde de stampvolle (grote) zaal een cursus ‘Knutselen met krantenkoppen’ voor, gevolgd door een niet al te sterk pleidooi voor een volledig transparante samenleving waarin niemand nog kleren draagt en dus ook geen bommen kan verbergen. Hij sloot af met een column die vorige week in de Humo stond. Hoewel het overgrote deel van het publiek het allemaal prima vond, kon niet iedereen het optreden waarderen. “Hij teert op zijn roem,” oordeelden twee Groningers die speciaal voor Meindert Talma waren afgereisd.
Deze Friese schrijver en zanger speelde met The Negroes in de kleine zaal waar hij het jaar ervoor had voorgelezen. Talma paart droogkomische songteksten aan diverse muziekstijlen. Zijn band kan rocken, maar weet ook ruimte te laten voor gevoel. Deze combinatie sloeg aan bij het publiek, dat voorzichtig begon te swingen.

Ozark Henry
Ozark Henry

Een andere band “met gevoel voor emotie” (aldus de aankondiging) was het Belgische Ozark Henry. Met hun sobere bezetting van twee toetsenisten en een zangeres maakten ze sfeervolle muziek en kregen ze een flink deel van de grote zaal vol.
Maar terug naar de literatuur. Die was vaak toch heel wat minder populair, getuige de leeglopende zaal bij Khalid Boudou, wiens optreden aansloot op Ozark Henry. Boudou, auteur van het recent – zeer succesvol – verfilmde Het schnitzelparadijs, las voor uit nieuw, dit najaar te verschijnen werk. Toen hij zijn presentatie wat multimediaal wilde maken door met muziek een dialoog uit de film voor te lezen, bleek de techniek dat niet aan te kunnen.

Khalid Boudou
Khalid Boudou

Boekenlijstboeken en meer


In de kleine zaal was ondertussen voormalig diplomaat Richard Osinga aan het voorlezen uit zijn nieuwe roman, waarin een Afrikaanse jongen naar Nederland komt omdat hij voor Ajax wil voetballen. Zo bekijkt de lezer zijn eigen land door de ogen van een buitenstaander. Osinga las op een aangename, zeer rustige manier voor. Heel anders ging het er aan toe bij de voormalige Poetryslam-finalisten Sander Koolwijk en Peter M. van der Linden. Zeker niet minder aangenaam, maar wel beduidend minder rustig. Hoewel zeer verschillend van stijl brachten ze allebei poëzie die op het eerste gehoor tamelijk goed te begrijpen is en veel meer leunt op de presentatie.

Peter M. van der Linden
Peter M. van der Linden

Zeer laat op de avond konden we nog genieten van Tim Krabbé, die gepresenteerd werd als ‘schrijver van het ultieme boekenlijstboek’. Hij las onder andere een nooit gepubliceerd verhaal voor over een jonge aankomende schrijver die de tas met het manuscript van zijn eerste roman in de gracht laat vallen. De bij alle presentaties aanwezige achtergrondanimaties begonnen ons nu aardig op de zenuwen te werken, ook omdat ze helemaal niets met het verhaal van Krabbé te maken hadden.

Goede balans

Het is de organisatie van GDMW Festival 2005 gelukt een gevarieerde programmering neer te zetten. In literatuur geïnteresseerde bezoekers kunnen van schrijver naar schrijver, wat dan weer als nadeel heeft dat je de theaterpremières grotendeels aan je voorbij moet laten gaan. Er is een goede balans gevonden tussen ‘serieuze’ en wat meer luchtige acts. Het festivalgevoel is echt aanwezig en dat is een grote verdienste.