Kunst / Expo binnenland

Onder water

recensie: Zeger Reyers - De Ouborg Prijs 2007

Het is wel even wennen. In plaats van overweldigd te worden door een intense vochtgeur of door kippenvel, veroorzaakt door een met paddenstoelen overwoekerde kamer, wacht er in het Gemeentemuseum Den Haag een lege zaal. Wie zich er op verheugd heeft getuige te zijn van mysterieuze groeiprocessen en geconfronteerd had willen worden met een veelheid aan organisch materiaal, komt wat bedrogen uit. Niets meer dan een enkele projectie is wat de winnaar van de Ouborg Prijs 2007, Zeger Reyers, voor de bezoeker van het Haagse museum in petto heeft.

Maar wie gaat zitten op een van de bankjes in de grote zaal en zich laat meevoeren door de deinende ritmes in het beeld is deze lichte teleurstelling snel vergeten. Het is moeilijk te bepalen wat het is dat je voor je ziet, maar dat het om water gaat, is duidelijk. Golvende bewegingen van links en rechts in grijzen en witten worden onderbroken door rimpelingen en kleine witte schuimbelletjes. Hoe langer je kijkt, hoe dieper je lijkt te worden meegezogen onder water. Zo zeer zelfs dat je bijna naar adem moet happen bij het plotseling ontstaan en verdwijnen van de zwarte gaten en je alsnog kippenvel krijgt bij de suggestieve contouren van slangachtige, kronkelende wezens.

Vergankelijkheid

Zonder titel (brandslang), uit de serie 'Hortus Conclusus', 2004, print van grootbeeld negatief, 0,90x1 m. Fotografie: Bob Goedewaagen
Zonder titel (brandslang), uit de serie ‘Hortus Conclusus’, 2004, print van grootbeeld negatief, 0,90×1 m. Fotografie: Bob Goedewaagen

Zeger Reyers (1966) installeerde Aqua Boogie II ter gelegenheid van het winnen van de Ouborg Prijs, een Haagse stadsprijs voor beeldende kunst genoemd naar kunstenaar Pieter Ouborg (1893-1956). De prijs bestaat naast de tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag, uit een geldbedrag van 4.750 euro en de publicatie van een boek. Een groot magazine-achtig boek in dit geval, vormgegeven door Renate Boere. Naast heel veel beeldmateriaal bevat het teksten en een uitgebreid interview gedrukt op kwetsbaar, krantachtig papier. De vergankelijkheid van dit soort papier ligt volledig in de lijn van Reyers’ werk. Want eigenlijk blijft daar over het algemeen weinig tot niets van over.

Culture versus nature

Hardwater, 2003, installatie (wit Mosa porselein), 4 x 3,20 x0,70 m. Fotografie: Rob Kollaard
Hardwater, 2003, installatie (wit Mosa porselein), 4 x 3,20 x0,70 m. Fotografie: Rob Kollaard

Zeg Zeger Reyers en ik zie een radio voor me waaruit een prachtige roze oesterzwam groeit. Een onbestemde vrolijkheid en een diep ontzag over zoveel overlevingsdrang maakt zich daarbij altijd van me meester. Een fantastisch beeld waarin een dood object, met organisch levend materiaal is gecombineerd en techniek en biologie op een niet functionele manier bij elkaar zijn gebracht. Reyers creëert voortdurend situaties waarbij uiteenlopende levende organismen op onverwachte plekken groeien. Dat begon al bij zijn eindexamenwerk Paddestoel (1995). Geïnspireerd door paddenstoelen die de achterbank van een auto van een vriendin hadden uitgekozen om zich te ontwikkelen, liet Reyers op diverse ouderwetse zitkamerstoelen oesterzwammen groeien.

De confrontatie die Reyers in dit soort werk opzoekt tussen natuur en cultuur, voelt bijna als een soort krachtmeting, waarbij de natuur steeds glorieus lijkt te overwinnen. Terwijl de stoelen wegrotten in de vochtig gehouden omgeving, werkt de begroeiing zich onverstoord naar een weelderig hoogtepunt toe.

Aqua Boogie

Ook water heeft een grote aantrekkingskracht op Zeger Reyers. Naast een werk als Drumstel(2004), waarin Reyers een stel oliedrums voor de kust tot roestens toe in de zee liet deinen, is Aqua Boogie II het vervolg op het in 2004 in de kelder van het naastgelegen GEM gerealiseerde Aqua Boogie, een titel refererend aan de in die tijd voor veel geld aangekochte Vicotory Boogie Woogie van Mondriaan. Dankzij Aqua Boogie zijn de wanden van die ruimte tot op de dag van vandaag nog steeds zwart. Ook daar werd, net als bij Aqua Boogie II, een spanningsveld opgebouwd tussen de rustgevende aanwezigheid van water en de grillige, angstaanjagende bewegingen van zwarte karpers. Reyers zette voor de eerste Aqua Boogie de laaggelegen zaal daadwerkelijk onder water en plaatste horizontale en verticale loopplanken waarop het publiek zich kon voortbewegen boven een moeilijk peilbare en onvoorspelbare diepte. Net als met de oesterzwammen creëert Reyers een nieuwe biotoop in een vreemde omgeving en ook hier wijst Reyers ons op de relatieve onbeduidendheid van menselijke aanwezigheid en technische oplossingen vergeleken met de kracht van natuurlijke processen; “Als de pompen in de kelder niet zouden werken, zou deze kelder na enkele regenbuien onderlopen, net als een groot deel van Nederland.”

Eten en gegeten worden

Verwijzing naar Aquaboogie II, 2007
Verwijzing naar Aquaboogie II, 2007

Wat bijna naadloos past tussen primaire zaken als water, groei en verval, is koken en eten. En misschien zijn dit wel de meest belangrijke fascinaties van Zeger Reyers. Zeker gezien zijn werkwijze; Reyers werkplek heeft meer weg van een keuken dan van een atelier. Ik weet niet hoe het gaat aflopen met Aqua Boogie II, maar de tentoonstelling van de eerste eindigde met een bijzonder feestmaal: de Mosselstoeldie Reyers in 2001 in de Oosterschelde had geplaatst werd geoogst en bereid; in een speciaal gemaakte pan stonden de Parijse terrasstoeltjes te stomen om het tentoonstellingspubliek van heerlijke verse mosselen te voorzien. Bij dit werkt lijkt het er voor een keer op dat de mens de natuur, in ieder geval voor éven onder de duim heeft.