Kunst / Expo binnenland

Overgave als beste verdediging

recensie: Wens om indiaan te worden; verlangen naar transformatie

.

Ronald van der Meijs, Nature versus Synthetics, 2007-2008.
Ronald van der Meijs, Nature versus Synthetics, 2007-2008.

Kunstenaar en gastcurator Marissa Evers nodigde zeven Nederlandse kunstenaars uit om samen met haar een bijdrage te leveren aan het door Mark Kremer bedachte concept. De helft van de deelnemers verbleef de hele maand oktober op het fort om werk te ontwikkelen. Het resultaat is een tentoonstelling waarin de in zichzelf gekeerde, statische objecten van Charles van Ottendijk en de zich keurig tot een ruimte beperkende films van Manon Bovenkerk en Allard Zoetman worden afgewisseld met Marissa Evers’ het fort doorwoekerende buizenstelsel, een wandelend sculptuur van Kaleb de Groot en een door Boris Tellegen ontworpen razendsnel groeiende en verdwijnende projectie van architecturale vormen. Als stille getuige van de ongetwijfeld geweldige openingsperformance Sound by Sculpture door Wessel Westerveld staat in de centrale hal van het fort zijn verzameling gedemonteerde apparaten verbonden aan een mengtafel en boxen door middel van een indrukwekkende hoeveelheid kabels.

Gebrek aan controle
Helaas ontbrak ook een geluidsinstallatie van Ronald van der Meijs en dat terwijl in ieder geval twee van zijn driedelige bijdrage Nature versus Synthetics tot de meest interessante van de tentoonstelling behoren. De tegenstellingen tussen het thema van de tentoonstelling en het fort worden door hem poëtisch in beeld gebracht. In het fort schitteren bollen van spelden in een hoekige structuur van koperdraden. De vorm verwijst naar de scheikundige formule van een synthetische drug. Omdat deze drug ook in de bollen verstopt zit, kan dit kunstwerk Nederland nooit meer zonder problemen uit. Deze contradictie tussen het verlangen te ontsnappen en de duidelijke beperking van deze ontsnapping vormt een mooie metafoor voor zowel drugsgebruik als het zich verschansen in een fort. Wie een rondje maakt over de dijk rondom het fort over het bijna voltooide pad van grafstenen van Hans van Houwelingen (een vaste gast van het fort) komt vanzelf door een soort zilveren bloemenveld. Van der Meijs monteerde fietsbeldoppen op lasdraad en stak ze dichtbij elkaar in de dijk. Een stevige wind maakt dat de bellen schommelen, waarbij de onderlinge botsingen een aangenaam tingelend geluid veroorzaken. Staat het werk binnen voor controle, ervaringen op afroep in een gecontroleerde omgeving, deze verzameling fietsbellen is een ode aan de overgave. Dat dit niet zonder risico’s is, spreekt vanzelf. Om je te kunnen laten meevoeren door de wind, moet je je op het gevaarlijkste deel van het fort begeven.   

Overname

Wessel Westerveld, Sound by sculpture, 2005-heden.
Wessel Westerveld, Sound by sculpture, 2005-heden.

Transformatie hangt binnen de tentoonstelling nadrukkelijk samen met onderhuidse, onvoorspelbaar groeiende en krimpende systemen waarbij mensen slechts toeschouwer of soms zelfs slachtoffer zijn. Met de architecturale structuren van Boris Tellegen wordt een wand steeds opnieuw in beslag genomen. Tellegen is van oorsprong graffitikunstenaar en terwijl daarbij de architectuur als ondergrond fungeerde, lijken de rollen nu omgedraaid. Architecturale vormen, de combinatie van verticalen en diagonalen wekken de illusie van een driedimensionale wereld, zwellen aan tot een groot overwoekerend geheel en nemen daarna weer af, onheilspellend zwarte gaten achterlatend. Het buizenstelsel van Marissa Evers is in het fort tot leven gekomen en duikt overal op. Soms onopvallend, in harmonie met de eveneens zichtbare elektriciteitsbuizen, soms in onwaarschijnlijk dikke clusters op onlogische plekken (middenin een ruimte uit het gewelfde plafond) en met ongebruikelijke geluiden (een boombewerkende specht). Ook in Manon Bovenkerks film Ocnophilia (2005, 2006) lijkt een zielloos voorwerp, een witte bol, zijn eigen weg te bepalen. De film bestaat uit een serie houtskooltekeningen. Ze weet met statische, desolate tekeningen van kille architectuur, beklemmende ruimtes, blonde dames en holle ogen niet alleen stills uit horrorfilms in herinnering te brengen, maar juist ook de sfeer op te roepen. Vanaf de eerste twee beelden van de zon achter een wolk en een gebouw met lege ramen, weet je als kijker al dat het heel slecht af gaat lopen.  

Overgave
Hoewel niet iedere bijdrage aan Wens om Indiaan te worden even interessant is, levert de combinatie van werken een gevarieerde tentoonstelling op. Zo zijn bijvoorbeeld de sculpturen van Charles van Otterdijk opvallend oncommunicatief en passief. De houten, ranke vormen die doen denken aan oude gebruiksvoorwerpen waarvan de functie al sinds lange tijd onbekend is, lijkt de toeschouwer steeds de rug toe te keren en buiten te willen sluiten. Dit in combinatie met gesuggereerde beweeglijkheid en de openlijke pogingen tot transformatie in de andere werken, maakt het werk verdacht, het voert iets in zijn schild…Maar misschien is dat de sfeer van suspense die nog in het fort is blijven hangen. Want het fort is duidelijk meer dan een decor. Het kan het spel met de kunstwerken meespelen omdat het alles weet van transformatie. De dramatisch lange en smalle gangen met de aangrenzende, donkere kamertjes, de gewelfde plafonds, de dikke muren; allemaal ontworpen voor veiligheid en verdediging, maar nooit in de praktijk gebracht. Sinds mei 2005 heeft het fort een nieuwe rol, namelijk die van kunstfort. Of die transformatie helemaal is doorgezet is maar zeer de vraag. En daarmee balanceert het fort, net als de kunstwerken, op de grens tussen verdediging en aanval en tussen de neiging zich over te geven en de wil om te overdonderen.