Rook en natte voeten
.
Langzaam ronddraaiend in een van de vele zalen van de tentoonstelling The Uninvited van Sylvie Zijlmans, voel ik me hoe langer hoe meer geïntimideerd door de boze, zwijgzame gezichten die me vanaf een meter of twee van onder gefronste wenkbrauwen aanstaren. Zeven scherp gefotografeerde reuzen doemen druipend nat op uit het donker. Door de monumentale afmetingen, de helderheid van het beeld en vanwege de constructie van drie verticale TL-buizen die de foto’s vanaf de achterkant belichten, zijn de haartjes op de armen en de vezels van de stof bijna te tellen. Maar waarom kijken ze mij zo aan? Wat heb ik hen aangedaan?
Stan, 2006, Sylvie Zijlmans, Duratrans, lampen en hout |
Het was nog niet in me opgekomen de titels van de werken, zoals Stan, Wilma en Dennis, te verbinden aan de stormen en orkanen die in 2005 vele levens overhoop hebben gehaald. Dit verklaart de blote voeten in het water, de plakkende en nadruppelende kleding en woeste blik. De vraag blijft of ik me tussen de personificaties van de orkaan zelf of van de slachtoffers die ze eisten, bevind. En dus ook of ik me bedreigd of schuldig moet voelen.
Menselijke orkanen en nep-filmsterren
Deze fotoserie is slechts een eerste stap in de bizarre wereld van Sylvie Zijlmans. Naast monumentale fotografische installaties, hangen er foto’s op kleiner formaat en zijn er installatie-achtige tekeningen van lampen en snoeren te zien. Wat de beelden met elkaar gemeen hebben, is dat ze formeel vrij herkenbaar zijn, maar inhoudelijk volstrekt onlogisch. Zo kom ik orkaankinderen Nate en Arlene later weer in het donker tegen. In Sweep (2005) zit het meisje op de grond en terwijl haar blote benen tot haar knieën in de glanzend zwarte oppervlakte verdwijnen, loopt de jongen rechts het beeld uit. Zo wordt opeens de illusie gewekt dat deze mysterieuze, natte wezens de macht bezitten over water te kunnen lopen. Het mysterie wordt versterkt door de flessen schoonmaakmiddel op de voorgrond, die met hun gekleurde verstrooidheid een prachtig contrast vormen met het regelmatige patroon van de verlichte flatramen op de achtergrond.
Nog meer tegenstrijdigheden in Mind over Matter (2001). De installatie bestaat uit een grote transparante plaat waarop een foto is afgedrukt, ondersteund door een houten constructie en de rug van een piepschuimen man. Op de foto komen drie mannen en een vrouw in een heideachtige omgeving op de toeschouwer af gerend. Achter hen doemen rook en de vage contouren van de constructie op. Ze lijken op de vlucht te zijn voor een geheimzinnige, angstaanjagende grootmacht. Tot zover doet het vooral denken aan een filmposter, waarop een spannend actiemoment van de helden wordt getoond. Maar dan zijn ook hier weer die onbegrijpelijke flessen schoonmaakmiddel. Balancerend op armen, gekneld in handen en tussen kin en borst sjouwen ze er tientallen met zich mee. Ook hun uiterlijk is nou niet bepaald glamoureus of heldhaftig. Het lijkt meer een aantal van achter hun bureau vandaan geplukte bleke ambtenaren met hun driedelig grijs en rode mantelpakje. Ook hier brengen de voor de hand liggende associaties me niet veel verder. Ze stokken op de onalledaagse en volstrekt bizarre combinaties.
Wilma, 2006, Sylvie Zijlmans, Duratrans, lampen en hout |
Water, rook en vuur
De rode draad in de tentoonstelling lijken de elementen water, rook en vuur te zijn. Ze maken de voorstellingen die Zijlmans fotografisch vastlegt extra geheimzinnig. Een tafel vol kopjes, glazen en bierflesjes wordt door de rookpluimen die hier en daar opstijgen een spannend landschap (Reconstruction, 2003). En het tafereel van een man in pak die, omgeven door groene schemering, tot zijn knieën in de sloot staat, krijgt een buitenaardse lading door het oogverblindende witte licht waarmee de auto in de berm is gevuld (The Solution, 2005). Heel anders van sfeer, maar net zo onbegrijpelijk is de scène op de foto De exporteur (2003). We kijken weer mee in een hachelijke situatie waarbij doorsnee kantoorpersoneel betrokken is. Het lijkt alsof de man rechts op een onoplosbaar punt in het gesprek het besluit heeft genomen een enorme slok water te nemen en zijn collega’s vol in het gezicht te sproeien. De elementen zorgen voor extra onduidelijkheid van de inhoud, maar Zijlmans zet ze geweldig in voor het creëren van heldere, uitgebalanceerde composities. Zo maakt ze bijvoorbeeld in het titelwerk van de tentoonstelling (The Uninvited, 2003) gebruik van de spiegelende oppervlakte van de natte vloer, waarin de witte pilaren in de lichte, industriële ruimte worden gereflecteerd en het beeld een heel sterk verticaal en ritmisch karakter krijgt.
Vertrouwen
Zijlmans’ installaties laten dezelfde nadrukkelijke helderheid in het toepassen van beeldmiddelen, materiaal en techniek zien. De grote ‘lijntekening’ Dawn (2006) van een aantal vrouwen in lange, geplooide gewaden is rechtstreeks met zwart snoer op de muur aangebracht, hier en daar onderbroken door een stukje buisverlichting in de vorm van een gezicht, hand of voet. Alle zwarte snoeren zijn zichtbaar om lange, houten, in de muur geprikte stokjes gebogen en te volgen tot hun connectie met de haspels die in een boogje op de grond staan. De transparantie in vorm die Zijlmans de toeschouwer schenkt, heeft gevolgen. Het wekt vertrouwen. Op deze manier krijgt Zijlmans het steeds weer voor elkaar mij de meest raadselachtige en enigszins bedreigende taferelen voor te schotelen, zonder dat het echt angstaanjagend wordt. De nieuwsgierigheid is gewekt en de bereidheid ontstaat Zijlmans in al haar werelden te volgen. Ook al ben ik misschien niet uitgenodigd.