Geen dromen van Grandeur
.
Lees meer over Sonsbeek 2008: Interview Anna Tilroe, artistiek leider | Recensie tentoonstellingscatalogus | Recensie tentoonstelling | Recensie van de voorafgaande processie
Zoals bij La Couronne de la Nuit van Jean-Michel Othoniel. Tijdens de processie was de kroon al indrukwekkend, maar nu, stil glinsterend net onder de statige boomtoppen, is het ronduit fabelachtig. Het maakt dat je weer in sprookjes gaat geloven waarin je vanzelfsprekend de hoofdrol speelt. En dan heb je natuurlijk niet graag die ontluisterende speldenprik om je er op te wijzen dat je een tentoonstelling bekijkt.
Een verhaal van grootsheid
Om een toeristische impuls te geven aan de zwaar door de oorlog getroffen stad, werd in 1949 de eerste Sonsbeek Tentoonstelling gehouden. Na de eerste vijf edities die met vooral gevestigde namen een beeld gaven van de internationale beeldhouwkunst, werd de jury vervangen door een artistiek leider en werd er meer hedendaags werk getoond. Onder leiding van onder meer Wim Beeren (1971) en Jan Hoet (2001) werden er daarvoor buiten het park en soms zelfs buiten de stadsgrenzen locaties gezocht. Deze en andere pogingen om de stad te betrekken ten spijt, nam de populariteit van de tentoonstellingen af. De vraag naar de relevantie van de voortgang van Sonsbeek werd steeds reëler. Interessant is dan ook om te zien hoe artistiek leider Anna Tilroe Sonsbeek 2008 publieksvriendelijk heeft weten te maken, zonder daarbij concessies te willen doen aan de inhoud. Want de eerder genoemde speldenprikken zijn er niet voor niets. Eigenlijk mag geen kunstwerk overgeslagen worden. Gemakzuchtig kunstwerken bewonderen die je toevallig op je pad tegenkomt is niet de bedoeling. Ieder werk van de groep 28 internationale kunstenaars heeft een plek in een verhaal over Grandeur, menselijke grootsheid. Welk facet van grootsheid de kunstwerken aansnijden mag je zelf bedenken. En dat zal voor niemand een probleem zijn in het geval van het utopische Flying Green House van de als architect opgeleide Tomas Saraceno. De zwevende ballonconstructie van 10 meter, bijeengehouden door een netwerk van zwarte touwen en in gebruik als plantenkas, appelleert moeiteloos aan het aantrekkelijke idee te geloven in het onwaarschijnlijke, in het letterlijk en figuurlijk boven jezelf uit te stijgen.
Aards
Kunstenaar Matthew Monahan zet je met zijn fragmentarische sculptuur The Ornamental Hermit echter weer met beide benen op de grond. Hij maakte een van de meest dramatische werken uit de tentoonstelling. De uit foam, schuimrubber en ijzerdraad samengestelde kluizenaar heeft een aangrijpend verwrongen kop. Het haalt het beeld het thema Grandeur weg uit de sfeer van de esthetiek en onbetaalbaarheid, maar brengt het weer naar de realiteit. Het lijkt je er aan te willen herinneren dat het leven niet altijd comfortabel en mooi is, wat de mens van nu wel eens lijkt te vergeten. Tegelijkertijd vertelt het ook dat juist in deze imperfectie ook haar kracht en schoonheid schuilt.
Een stuk vrolijker, maar niet minder indrukwekkend is The Mystery of Fertility van Gerda Steiner & Jórg Lenzlinger, geplaatst in de Steile Tuin, een ommuurd stukje Sonsbeek. Een buitengewoon goede plek voor dit werk, omdat de tuin, meer nog dan de rest van het park, nadrukkelijk gecultiveerd is. In het ijsblauwe tuinhuisje lijkt namelijk een enorme explosie te hebben plaatsgevonden, waardoor de stokken van het tuingereedschap en een paar jonge bomen er aan alle kanten uitsteken. Binnen, dramatisch van belicht door het dakraam, is de kern van de explosie te zien; een concentratie tuingereedschap, kruiwagens, handmaaimachines, overwoekerd door iets opvallends rozigs. De dynamische, sterachtige vorm doet denken aan een stralenkrans. Het roze blijkt te worden veroorzaakt door een kunstmestkristal en er volkstuinhouders zijn verantwoordelijk voor de groei van het kristal. In dit werk krijgen de wonderlijke grootsheid van natuur, religie en menselijk ingrijpen dit keer eens een positieve, speelse en lichtvoetige dimensie.
Bos en water
Waar het roze experiment van Steiner en Lenzilinger speels, maar respectvol is, overheerst bij het bekijken van de horizontaal geplaatste lindeboom van Michel François een gevoel van pijnlijkheid. Alsof een boom geofferd moet worden voor een menselijk krachtenspel dat niet waargemaakt kan worden. Over het algemeen doen de werken die net als deze Appearance of a Tree geplaatst zijn in het bosachtige deel van het park het echter erg goed tussen de ritmische verticaliteit van de bomen. Ook de verstilling en weerspiegeling van de waterpartijen zijn vaak goed benut, zoals bijvoorbeeld met de plaatsing van het poëtische werk van Rona Pondick. In de rest van het park gaat het niet overal even goed, soms moeten de werken te veel concurreren met de nadrukkelijk aanwezige gecultiveerde elementen. Zo maakt de beeldengroep van afvalmaterialen The 9 Elders van Joseph Sumégné bijvoorbeeld in het keurig aangeharkte park een wat verloren en ontheemde indruk.
Van sommige werken hoop je echter, los van een al dan niet overtuigende verbeelding van grootsheid, dat ze het park nooit meer zullen verlaten. Zo lijken de waterspuwende bustes van Spitting Leaders in een van de vele vijvers van Fernando Sánchez Castillo bijzonder goed op zijn plek en mag ook de jongensachtige hut Revelation Skull van Charlie Roberts blijven.
Anna Tilroe gaf met de titel Grandeur duidelijk niet alleen richting aan de kunstenaars, maar zeker ook aan de kijker. En het is eigenlijk wel prettig dat een tentoonstellingsmaker met nadruk werkt met kunstwerken die iets van je vragen en misschien wel meer dan je bereid bent te geven. Maar doe je dat toch, dan zal het je zeker iets opleveren.