Mens, durf te leven!
Met een stevige greep uit de eigen collectie heeft Museum Boijmans van Beuningen weer een fabelachtige tentoonstelling samengesteld. André Malraux’ La condition humaine staat model voor een ontdekkingsreis langs ‘het menselijk tekort’ dat op veel manieren, in veel uitdrukkingen en door veel kunstenaars is verbeeld.
De verduisterde Bodonzalen van het museum zijn gevuld met menselijk leven en lijden, met liefhebben en verwerpen, met schoonheid en verderf. Het is de spiegel die ons wordt voorgehouden, een doorlopende confrontatie met de tweestrijd tussen ratio en passie: hoe om te gaan met de ander én met onszelf. Door de eeuwen heen hebben kunstenaars zich het hoofd gebroken om deze thematiek in een vorm te gieten: in schilderijen, objecten, installaties, foto’s en film.
Cindy Sherman
De alom oplichtende kunstwerken – film lijkt hier het meest getoonde medium – geven de tentoonstelling een zinderende atmosfeer. Het begint goed met Auto op dak (1996) van constructiekunstenaar Joost Conijn. De avonturier vormt met zijn gestrekte lichaam tussen twee sets wielen en een losse motor het chassis van een auto die, met zijn gehele fysiek bestuurd, rondjes over een plat dak rijdt. Een letterlijke ‘deus ex machina’ die de natuurwetten met zijn lijf en verbeeldingskracht weet te bedwingen.
Na de motoriek van het menselijk lichaam volgt de dramatische verstilling. Cindy Sherman heeft met haar fotowerk Untitled (no 96 – orange shirt, tile floor) uit 1982 een van haar vele personificaties uit imaginaire B-films verbeeld. Zoals in al haar rollen toont Sherman, naast vorm en kleur, vooral een scène die het midden houdt tussen intense schoonheid en het verschrikkelijke drama dat zich heeft afgespeeld of nog te gebeuren staat.
Bruce Nauman
Het is vooral de menselijke kommer en kwel die in vele vormen de tentoonstelling beheerst. Ultieme schoonheid en liefde – als onbereikbaar verlangen ook een tekort te noemen – is hier nauwelijks te vinden: alle werken zorgen voor een pijnlijke, afstandelijke of zelfs afstotelijke nasmaak. Dat ongemak is goed te voelen in de video’s van Bruce Nauman. Met zijn Pulling Mouth (1969) geeft hij de meest directe vorm van onbehaaglijkheid weer: handen die in close-up een mond wijd opensperren. De vervreemding van dit confronterende beeld maakt het vrijwel onmogelijk hier langer dan een paar seconden naar te kijken.
Dat langer kijken gaat vanzelf in de video-installatie van Yang Fudong. In een afgesloten ruimte vertoont zijn The Revival of the Snake (2005) op tien verschillende schermen het verhaal van een anonieme man in ellendige omstandigheden. De scènes lopen door elkaar heen en laten geen begin of einde zien, de man lijkt een vluchteling die probeert te overleven in een ongenaakbaar landschap. De verwarring is groot: de kijker leeft mee en voelt zich betrokken, maar blijft in het duister tasten over oorzaak en gevolg.
Van Lamsweerde & Matadin
Dat de schoonheid hier toch een plek heeft gekregen, blijkt uit de fotowerken van Inez van Lamsweerde & Vinoodh Matadin. Echter is hun menselijke verschijning zodanig geperfectioneerd en gemanipuleerd dat de vermeende esthetiek doorslaat naar een bizarre lelijkheid. Het mensbeeld lijkt herkenbaar, zoals perfecte foto’s uit de ons omringende modewereld, maar is bij nadere bestudering verworden tot een eigentijds monster van Frankenstein.
La La La Human Steps wordt aangevuld met een aantal live opgevoerde dansvoorstellingen die, midden in de zaal, de dynamiek van de omringende kunstwerken versterken. Deze performances, naderhand geprojecteerd op vrijhangende schermen, vormen een eigentijdse verbinding met het thema van de expositie. Samen met eeuwenoude schilderijen, de oplichtende beelden en het doorlopende gemurmel van de vele projecties krijgt de toeschouwer een inkijkje in de ondoorgrondelijke menselijke ziel. De loutering na afloop is evident: het is geen leedvermaak waarmee we kijken naar andermans ellende, het is de simpele worsteling met onszelf.