Virtuoze werken van een veelzijdig kunstenaar
Op 14 december 2007 opende in het Rijksmuseum Amsterdam de eerste monografische tentoonstelling van een van de grootste italianisanten die ons land in de zeventiende eeuw heeft voortgebracht. Bovendien werd deze schilder ook nog eens als armoedzaaier geboren en wist hij zich tot de rijkste kringen van Amsterdam op te werken. Hij ontmoette en portretteerde zelfs Michiel de Ruyter, of all people; een echte Gouden Eeuw success story.
Buitengewoon spannend is dan ook het moment waarop de enthousiaste liefhebber met zijn kekke museumjaarkaart het Rijksmuseum binnenbanjert om de werken van deze sterschilder te gaan bewonderen. Daar gaan echter nog wat kleine stapjes aan vooraf. Na binnenkomst begint allereerst de zoektocht naar de zaal. De Philipsvleugel is geen kilometers tellend Louvre, maar kan bij de bezoeker toch wat verwarring teweeg brengen. Na wat geslalom om volslanke types met grote gymschoenen én een keer te ver doorgeschoten te zijn naar de Nachtwacht, blijkt daar toch echt een ensemble Du Jardins te hangen. En als je daar dan uiteindelijk oog in oog staat met die ondeugende heer van stand die ooit gewoontjes aan de Ossenmarkt in Amsterdam werd geboren, dan heb je wel wat, toch?
Ja, luidt dan volgens mij het antwoord op deze vraag.
Een gemiste kans
Toch eerst nog wat aandacht voor wat er op de tentoonstelling niet te zien is. Dat zijn prenten en tekeningen van deze meester. Du Jardins prenten en tekeningen maken een belangrijk deel uit van zijn oeuvre en kunnen als prachtig illustratief materiaal voor zijn werkwijze dienen. Ze zijn dus eigenlijk op een monografische tentoonstelling onmisbaar. Voorts is het zo dat het Rijksmuseum een redelijk aantal prenten zelf bezit, het voelt als een jammerlijk gemis dat deze prenten niet in samenhang met de schilderijen worden geëxposeerd.
Karel Du Jardin, Zelfportret, 1662 |
Ondanks dit gemis hangt er toch een collectie van drieëntwintig schilderijen waarvan de meeste van zeer goede kwaliteit zijn en duidelijk aantonen hoe veelzijdig Du Jardin was. Zo is er een verscheidenheid aan genres te bewonderen en is van ieder genre een bijzonder voorbeeld aanwezig. De schilderijen, juist ook de kleine formaten, verdienen het om zeer zorgvuldig bekeken te worden. Een advies aan de bezoeker: ga op een moment dat de zalen vrijwel leeg zijn, bijvoorbeeld aan het eind van de dag. Bekijk de grote formaten van een afstand en van dichtbij. Dan zal duidelijk worden hoe goed Du Jardin’s schilderijen zijn.
Genres
Van de vijf portretten die aanwezig zijn, waaronder een groepsportret van de regenten van het Spinhuis (makkelijk te missen aangezien deze in de zaal bij de Nachtwacht is gehangen), is het zelfportret van Du Jardin een genot voor het oog. Hij heeft zichzelf neergezet als succesvol burger; zijn linkerhand steekt uit een prachtige weelderige manchet en de vingers van deze zelfde hand strelen losjes de plooi in zijn jas. Deze zoon van een vetwerker (zijn vader sneed het vet uit het slachtafval en verkocht het als grondstof voor zeep, een redelijk walgelijk beroep) was duidelijk trots op zichzelf. Het moet gezegd, dit zelfportret toont aan dat du Jardin één van de beste schilders in Amsterdam was op dat moment, zelfs zijn tijdgenoot Rembrandt wist de huid van een hand niet op een dergelijke realistische wijze weer te geven.
Van de historiestukken gelden ‘De engel met Tobias en de vis’ en ‘Paulus geneest de kreupele bij Lycra’ als unieke uitbeeldingen. Du Jardin koos voor momenten in beide verhalen die we verder in de schilderkunst niet op deze manier tegenkomen. Prachtig opvallend element uit ‘De engel met Tobias en de vis’ is de virtuoos geschilderde zilverglanzende vis die ook nog eens van zijn minst flatteuze kant getoond wordt. Slechts kort hiervoor trachtte de vis Tobias te verslinden, zo gaat het verhaal, en nu hangt hij hulpeloos als een baby in zijn armen.
Karel du Jardin, Italiaans landschap met geitenmelkster, 1659 |
Du Jardins italianiserende landschappen deden het in zijn tijd zeer goed bij de gegoede burgers. Maar al te graag hingen zij dergelijke tafereeltjes aan de muren van hun Amsterdamse grachtenpanden of buitenhuizen. Wij kijken tegenwoordig op zondagavond Boer zoekt vrouw, de zeventiende-eeuwer bevredigde zijn nostalgisch verlangen naar het eenvoudige pastorale leven door subtiele doekjes van de hand van schilders als Du Jardin te verwerven. Wie van dieren houdt zal het aan Paulus Potter verwante vee van Du Jardin erg waarderen. Voor ieder wat wils: slapende hondjes, spelende geitjes, luierende varkens en nuffig kijkende koeien, maar allemaal prachtig subtiel neergezet.
Roeien met de riemen
Tijdens de huidige verbouwing van het Rijksmuseum moet je als conservator roeien met de riemen die je hebt. En dat betekent onder andere een tentoonstelling maken in een beperkte ruimte in de Philipsvleugel met daardoor een selecte keuze aan schilderijen en weinig plek voor tekeningen en prenten. Een geluk is het dan ook dat de keuze van schilderijen zorgvuldig gemaakt is. Er is een ensemble bij elkaar gebracht dat aantoont wat voor een virtuoos schilder Du Jardin was. Het enige schilderij dat misbaar was geweest, is het portret van Michiel de Ruyter, duidelijk één uit een serie en daardoor van mindere kwaliteit.
Van een knallende eerste monografische tentoonstelling van deze italianisant zou ik mij meer hebben voorgesteld. Echter voor diegene die zijn kennis van het oeuvre van de zeventiende-eeuwers wil uitbreiden, is deze tentoonstelling bijzonder de moeite waard. En een Hollandse zeventiende-eeuwse American Dream kunnen we uiteindelijk allemaal wel waarderen.