Verdwalen in het brein
.
Het was de bedoeling een gezamenlijke tentoonstelling te maken, maar vanwege de dodelijke spierziekte van Jörg Immendorf (Bleckede, 1945) was dat niet mogelijk. Slechts één werk is te zien als een product van de samenwerking tussen Immendorf en Meese: een knalrode, grote installatie voorzien van onder andere een doodskop, vogelkooi en andere merkwaardige attributen.
Immendorf staat er immers om bekend dat hij geen poging onbenut laat om middels zijn werk een statement te maken. In het begin van zijn carrière werd Immendorf beschouwd als een politiek geëngageerde kunstenaar. Samen met kunstenaars als Anselm Kiefer, Georg Bazelitz en Markus Lüpertz vertegenwoordigde hij in de jaren zeventig de zogenaamde ‘Neue Deutsche Malerie’, de invloedrijke Duitse variant van het neo- expressionisme. De meeste leden werden geboren tijdens de oorlogsjaren, of vlak daarna. Ze deinsden er niet voor terug hun sociaal onbehagen te uiten, vaak door te kiezen voor controversiële onderwerpen ontleend aan de Duitse geschiedenis.Twijfel
Maatschappelijke betrokkenheid staat bij Immendorff voorop. In zijn schilderijen komen problemen die de huidige tijd beheersen aan bod. Hij stelt in zijn werk bestaande normen en waarden ter discussie. Immendorff tilt zwaar aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de kunstenaar. Hij is van mening dat alleen de kunst nog een waarborg kan zijn voor geestelijke ontwikkeling, die moet leiden tot een menswaardiger samenleving. Hij wil geen kunst maken voor de elite, maar kunst die voor de hele samenleving te begrijpen valt. Om zo effectief mogelijk zijn publiek te bereiken kiest Immendorf voor een realistische manier van schilderen. Naarmate Immendorf ouder werd, is zijn werk persoonlijker geworden. In de recente schilderijen komt zijn persoonlijke geschiedenis als kunstenaar aan bod. Hij geeft een somber en kritisch beeld van de patstelling waarin de kunst zich volgens hem momenteel bevindt. Ook het eigen kunstenaarschap trekt hij daarbij in twijfel.
Meese
Zijn bewonderaar Jonathan Meese (Tokio, 1970) is een andere mening toegedaan. Hij vindt niet dat kunst een sociale boodschap heeft. Zijn werk is eerder het gevolg van bizarre fantasieën die handelen over seks geweld, politiek en oorlog. Meese (Tokio 1970) maakt sinds 1997 monumentale installaties die zijn opgebouwd uit verschillende objecten en materialen. Het gevolg is een chaotische overvloed aan schilderijen, tekeningen, assemblages, collages, foto’s, afbeeldingen uit tijdschriften en geschilderde teksten. Ondanks het feit dat de kunstenaar zichzelf als uitgangspunt neemt, gelooft hij niet dat de kunstenaar iets over zichzelf kan vertellen. Hij ziet zichzelf als onbestemd materiaal, een leeg scherm waarop ieder beeld geprojecteerd kan worden. En dat doet hij dan ook. Hij laat zich daarbij inspireren door Picasso, Napoleon, Nietsche, Raspoetin en andere groten der aarde. Het werk Lady Vogelscheuche mit Vanillepimmeln (2000) bestaat uit een hoofd vol zaadjes op het gezicht, omwonden met gaasverband. Uit de borst puilen injectiespuiten. Een andere pop, zo eentje die oma in d’r kast heeft staan, heet Vampirpuppe (2000). Ze heeft geen gezicht en twee spuiten met lint om haar middel gebonden.
Alter ego
Meese neemt in het tentoongestelde werk de gedaantes aan van bizarre personages. Hij zet zichzelf neer als een zachtaardig Erntekind, maar ook als een afschrikwekkende Meesewolf. In Die Phantasie der Phantasie (2005) draait het om seks. In het midden beeldt Meese zichzelf af, met vrouwen voorzien van grote borsten die praten over Pimmeln. Ook oorlog schuwt Meese niet, zoals in Dr. Eagle im Bunker der Neuzeit (2005). Meese beeldt zichzelf af als een woest uitziende man, geschilderd in heftige penseelstreken, aangebracht met dikke klodders verf. Hij draagt een medaille, en om zijn middel een riem vol patroonhulzen. Zijn held en leermeester Immendorf eert Meese tenslotte in een serie portretten. We zien Immendorf, gekluisterd aan een rolstoel, in verschillende gedaantes. Als paus, als Dracula, als Egyptische farao, maar toch ook altijd zichzelf door de onafscheidelijke bril en sigaret. Ook Meese duikt op, tot hij uiteindelijk versmelt met zijn held.
Sherwood Forest is geen licht verteerbare kost. Na het bekijken ervan sta je als bezoeker enigszins duizelig weer buiten. Er wordt veel gevraagd van het voorstellingsvermogen van de kijker. Enige kennis over beide kunstenaars is dan ook geen overbodige luxe, wil je iets begrijpen van de stortvloed aan informatie die in deze expositie op je afkomt.