Kunst / Expo binnenland

De twintigste eeuw in zwart en wit

recensie: Henri Cartier-Bresson. Een retrospectief

.


Henri Cartier-Bresson, New York, 1935 © Hoyningen-Huene / Condé Nast
Henri Cartier-Bresson, New York, 1935 © Hoyningen-Huene / Condé Nast

Henri Cartier-Bresson werd geboren in Chanteloup in Frankrijk. Hij kwam uit een rijke textielfamilie en werd tot groot ongenoegen van zijn familie opgeleid als kunstschilder. Hij was ook geen onbekende in de kunstwereld en maakte in de jaren vijftig een serie portretten van schrijvers en artiesten waaronder zijn vrienden Pablo Picasso en Henri Matisse. Hij begon in 1931 met fotograferen en in 1935 koos hij voorgoed de Leica, een kleinbeeldcamera waarmee hij snel en onopvallend kon werken. Dit was toen zeer vernieuwend, want men werkte in die tijd nog met zeer logge apparatuur. Cartier-Bresson is de rest van zijn leven met een kleinbeeldcamera blijven fotograferen, omdat hij vond dat deze het meest de natuurlijke blik van het menselijke oog benaderde.

Wereld(se) fotograaf


Voor de Tweede Wereldoorlog werkte Cartier-Bresson in Mexico en Oost-Europa en hij maakte fotoreportages over de Spaanse burgeroorlog. In 1944 fotografeerde hij de bevrijding van Parijs en in 1947 richtte hij samen met Robert Capa, George Rodger and David ‘Chim’ Seymour het fotoagentschap Magnum Photos op. Hij werkte vele jaren in India, Birma, China, Indonesië en Tibet. Nadat hij in 1954 in de Sovjet Unie fotografeerde reisde hij vervolgens naar China, Cuba, Mexico, Canada, de VS, India en Japan. Op de tentoonstelling hangen zijn foto’s per land gerangschikt: het Amerika van de jaren dertig, de jaren veertig in China, Indonesië tijdens de onafhankelijkheid en Rusland in de jaren vijftig. Hij fotografeerde hoeren in Mexico, kunstenaars in Frankrijk, kinderen op de puinhopen in Spanje. En bij al deze foto’s is niet de nieuwsfotograaf aan het werk, maar een kunstenaar die oog had voor de kleinste details en menselijke trekken.

Achter Gare Saint-Lazare, Parijs, 1932 © Henri Cartier-Bresson
Achter Gare Saint-Lazare, Parijs, 1932 © Henri Cartier-Bresson

Geen trucjes


In de tentoonstelling is te zien dat hij altijd het hele negatief afdrukte, dus wat hij zag door zijn zoeker, zie jij ook als kijker. Hij gebruikte geen trucages, geen kunstlicht en geen uitsneden. Hij fotografeerde altijd in zwart-wit en wat zijn werk vooral interessant maakt, is dat hij bij belangrijke gebeurtenissen in de vorige eeuw aanwezig was. Zo was hij in China toen het Rode leger binnentrok en Mao de macht greep, heeft hij Gandhi nog net voor zijn dood gefotografeerd en was hij in 1954 de eerste westerse fotograaf die de Sovjet Unie mocht bezoeken. Deze gebeurtenissen zijn gefotografeerd met veel oog voor de mensen en met veel respect voor de culturen.

Kunst van het juiste moment


In zijn boek The Decisive Moment (1952) vertelde Cartier-Bresson dat fotografie het zoeken is naar het moment waarop vorm en inhoud van het onderwerp precies samenvallen. Dit beslissende moment is de kern van zijn fotografie en hierbij is zelfs het kleinste gegeven of menselijke detail een geweldig onderwerp. De foto van de zwerver die ligt te slapen in het vuil tijdens de kroning van George VI is hier een prachtig voorbeeld van. Net als zijn wereldberoemde foto van de vrouw in Dessau die een verklikker van de Gestapo aanwijst. Deze en nog vele andere foto’s hebben een enorme intensiteit en weten je als kijker meteen te grijpen. Dit komt niet alleen doordat Cartier-Bresson vaak het beslissende moment wist te pakken, maar ook door zijn bijzondere lijnenspel. Zijn composities leveren een evenwichtig en tegelijkertijd spannend beeld op. Het is alsof de schilder de compositie heeft bedacht en de fotograaf de juiste plek met de juiste details heeft vastgelegd. De man wiens passie schilderen was, werd met fotograferen wereldberoemd. Maar het is mede door zijn kunstenaarsachtergrond dat hij zo’n grote fotograaf is geworden.

Tegelijk met de tentoonstelling in Foam zijn in Maison Descartes in Amsterdam tekeningen en schilderijen van Henri Cartier-Bresson te zien. Dit retrospectief werd georganiseerd door de Fondation Henri Cartier-Bresson en is door Henri Cartier-Bresson zelf samengesteld. De tentoonstelling was eerder te zien in Parijs, Barcelona, Berlijn en Edinburgh.