Kunst / Expo binnenland

De kunst van de joodse mystiek

recensie: Kabbala - De kunst van de joodse mystiek

In alle vestigingen van het Joods Cultureel Kwartier (JCK) in Amsterdam valt iets te zien rond de Kabbala (ontvangst, overlevering), een mystieke stroming binnen het jodendom. Het culminatiepunt is de grote tentoonstelling die, verspreid over twee verdiepingen, te zien is in het Joods Historisch Museum (JHM).

Als je op de begane grond, gewijd aan ‘Kabbala – de kunst van de joodse mystiek’ binnenkomt, loop je eerst langs een video-animatie van Anne Caesar (naar een concept van architect Alexander Gorlin). Voor iemand die (nog) niet zo thuis is in de wereld van de Kabbala, zal het moeilijk zijn te begrijpen dat het hier om de tien ‘sefirot’ gaat, de onderliggende structuur van alles: tien sferen of krachten die een brug slaan tussen het goddelijke (‘Ein Sof’) en de wereld. Je ziet de samentrekkende bewegingen van Ein Sof, de ’tsimtsoem’, om ruimte te maken voor de schepping. Je ziet dat het goddelijke licht te groot was voor de vaten die het licht zouden moeten omvatten, zodat er zeven breken; het onderwerp van de kleine presentatie van Anselm Kiefer in het Holocaust Museum i.o., ook onderdeel van het JCK. Van Kiefer is overigens ook werk te zien op de tentoonstelling in het JHM.

Anselm Kiefer, Die Sefiroth, 1986, Ontwikkel-gelatinedruk op barietpapier, schellak en olieverf op metaal op lood, Kröller-Müller Museum, Otterlo, voorheen collectie Visser.

Gebroken schepping

Maar je zou ook in het Kindermuseum kunnen beginnen (let op de kleintjes!). Niet zozeer voor het boekenplankje met geïllustreerde kinderboeken van Madonna, die te lezen zouden zijn als een soort kabbalistische sprookjes, maar voor iets dat daar al is: een gebrandschilderd raam van Eli Content, dat ook de tien sefirot verbeeldt. In jip-en-janneketaal: die tien sferen of krachten zouden volgens Content “ook ballen kunnen zijn die (…) in de lucht worden gehouden”. Oftewel: achter onze werkelijkheid ligt een spirituele wereld die eraan ten grondslag ligt. Volgens Isaac Luria (1534-1572), rabbijn en mysticus in Safed, is het de mitswa (opdracht) van de mens om de gebroken schepping en de balans, de harmonie tussen de spirituele wereld en de werkelijkheid, tussen hemel en aarde, te herstellen.

Ook in de grote-mensententoonstelling valt werk van Content te zien: Beresjiet (In den beginne, het eerste woord van de Bijbel), zoals er überhaupt veel kunst valt te zien. Bijvoorbeeld het beroemde schilderij van de synagoge in Safed van Chagall. En – om een recenter voorbeeld te noemen – een opvallend werk van de Israëlische kunstenaar Dana Hakim-Berkovich, Vleugels, opgebouwd uit rubber handschoenen. Zag filosofe Jane Bennett in dergelijke handschoenen niet een parallelle wereld? Haast kabbalistisch, zou je denken.

Onbekende kopiist, Sefer Jetsira (Een boek over schepping), Italië, 11e eeuw, Handschrift, inkt op perkament, Biblioteca Apostolica Vaticana.

De geheimen van het bestaan

De tentoonstelling gaat op de benedenverdieping verder onder de titel Kabbala – de geheimen van het bestaan. Eigenlijk is het niet zozeer een verdieping van het eerder getoonde, zoals wordt beloofd, maar een herhaling van zetten, met bijvoorbeeld wederom veel amuletten, boekrollen en oude drukken, waarvan één uit de bibliotheek van het Vaticaan. Nog meer boeken, uit de collectie van Bibliotheek Ets Haim, vallen overigens te zien in de schatkamers van de Portugese synagoge.

Het zou leuk zijn geweest als op deze benedenverdieping aandacht was geschonken aan een thema als de ‘gematria’, waarin gebruik wordt gemaakt van de getalswaarde van de Hebreeuwse letters. Met uitzondering van de Golem, die met behulp van lettermagie uit klei werd geschapen, komt dit onderdeel niet echt aan de orde. Volgens sommige geleerden behoort de gematria dan ook niet tot de Kabbala, hoewel de Kabbala er wel gebruik van maakt.

De drie portretten aan het eind van de expositie, van drie Nederlandse joden die curator Mirjam Knotter bij het omvangrijke project betrok (Marcella Levie, Chantal Suissa-Runne en Joël Bosman), zouden dan wellicht zijn vervangen door bijvoorbeeld dat van Friedrich Weinreb (1910-1988), die, hoe je het ook wendt of keert, een groot kenner van de Kabbala was. Dat was spannend geweest; want wat nu overheerst in de wat omzichtige taal van de (lange) teksten bij de objecten, is een zekere koudwatervrees om vooral niet te veel van het wetenschappelijke pad af te wijken en onverhoeds richting esoterie te gaan. Hoewel: hoe zit het dan met Madonna? En met David Bowie, de publiekstrekker op het affiche?

 

Afbeelding bovenaan recensie: Steve Schapiro, David Bowie In Diagonal Stripes, 1974 © Getty Images.