Kunst als splijtzwam of gemene deler?
Strauss’ slimme satire Ariadne auf Naxos is in de handen van Laurence Dale en de Nederlandse Reisopera een levenslustig betoog om waardeoordelen over kunst te laten varen en gezamenlijk van die kunst te genieten.
Ariadne auf Naxos, naar een libretto van Hugo van Hofmannstahl, is een raamvertelling, bestaande uit een proloog en de opvoering van het titeltoneelstuk. Hoewel de proloog aanzienlijk korter is, is deze essentieel om het toneelstuk in een context te plaatsen. Op een feestelijke avond bij een rijke weldoener staan drie activiteiten op het programma: de complexe romantische opera Ariadne auf Naxos, een kolderieke klucht van het komediegezelschap van Zerbinetta (Jennifer France) en een groots vuurwerk ter afsluiting.
Het roer om
De Componist (Karin Strobos) is verbolgen over het feit dat zijn meesterwerk voorafgaand aan zulke platte pulp is geprogrammeerd. Zerbinetta en de haren spotten op hun beurt dat het publiek waarschijnlijk al in slaap is gevallen als zij hun act mogen opvoeren. Dan besluit de mecenas het roer om te gooien: de twee voorstellingen moeten gelijktijdig opgevoerd worden. Dit besluit stuit de serieuze kunstenaar tegen de borst, maar uiteindelijk moeten ook zij geld verdienen. Daarnaast doet de charme van Zerbinetta wonderen.
Dialoog
Het gaat misschien wat ver om Strauss en Von Hofmanstannstahl te betitelen als protopostmodernisten en daarbij vindt iedereen je een lul als je dat doet. Toch doet de ruim honderd jaar oude opera verrassend modern aan in het feit dat het niet alleen elitekunst en volksvermaak weet te combineren, maar de verhoudingen tussen deze domeinen als thema kiest. Waar deze verhoudingen in de proloog nog flink op scherp staan, zoekt Dale in het toneelstuk-in-toneelstuk de volmaakte symbiose op: uiteindelijk verbindt de kunst ons allen.
Een cynicus zou kunnen stellen dat de angel er na de pauze een beetje uit is en dat dit gedeelte eigenlijk een happy end van ruim een uur is, maar daar is hij dan ook een cynicus voor. De muziek, goed uitgevoerd door het Noord Nederlands Orkest is namelijk te inventief, de levendige regie te speels, om er koud onder te blijven.
Spelplezier
Wat ook meetelt, is dat iedereen zo veel plezier aan de opvoering beleeft. Karin Strobos speelt de Componist als een getormenteerde geest die het midden houdt tussen Beethoven en Robert Smith van The Cure: een wereldvreemd genie of wellicht toch een puber op zoek naar liefde? Haar transformatie van sombermans tot verliefd jongetje is erg aanstekelijk om te zien. Ze wordt hierbij geholpen door France, die zich uitstekend van haar taak kwijt om zowel het hart van de componist als van het publiek te winnen. Haar burleske aria Großmächtige Prinzessin, met schitterende verenchoreografie van Sjoerd Vreugdenhil, is een groot feest.
Plaats dit alles in een prachtig decor – zeker in de proloog, met enorme faux-classicistische bustes in een strak gestileerde welkomsthal – en je krijgt een energiek totaalkunstwerk. Of die kunst nu wel of niet met een hoofdletter geschreven moet worden, is uiteindelijk niet belangrijk.