Huisje boompje mensje
In deze verhalenbundel staat het thema ‘verhuizen’ centraal. Gaap, zou je denken. Maar Vonne Van der Meer is een liefhebber van vreemde situaties. Verhuizen is crisis en daar zitten verrassingen in.
Huizenkopers Masha en Benk bezichtigen een flat. Als Masha voor het raam staat om het schitterende uitzicht te bewonderen ziet ze aan de overkant een vrouw met uitgespreide armen op de balkonrand staan. Even later is de vrouw weg. Is deze flat wel zo aantrekkelijk als de aardige makelaar doet voorkomen? De makelaar ziet wel iets in Masha, maar niet in haar dominante echtgenoot. Geen driehoeksdrama maar een momentopname die veel suggereert. Hoe het verder ging lezen we in het laatste verhaal. De inmiddels gescheiden – en naar een boshut verhuisde Masja – koopt een zwart jurkje dat haar grote problemen bezorgt.
In het verhaal ‘Zonder Jozef’ ontdekt een vrouw in haar nieuwe huis dat ze een beeldje uit de kerststal mist, de Jozef. Ze had het in de grond gestopt omdat het de verkoop van haar oude huis zou bevorderen. Ja, de heiligen helpen ons in het dagelijks leven. Op kerstavond rijdt ze er heen en begint Jozef op te graven, precies op de plek waar een nieuw, kostbaar tuinbeeld staat. Het loopt eerst verkeerd en later toch weer goed af.
Oude symbolen
Zes van de zeven verhalen in Brood, zout, wijn gaan over de soms absurde gevolgen van verhuizingen. De titel van de bundel verwijst naar de oeroude symbolen van gastvrijheid en daarmee naar diepere verlangens in mensen naar welkom zijn en je thuis voelen. Ook refereren brood, zout en wijn aan oude joodse en christelijke rituelen. Sommige personages in Van der Meers vertellingen zijn gelovig en hun beleving wordt onbekommerd benoemd.
Verhuizen, wegtrekken uit je oude woonsituatie, loslaten van spullen en gewoontes, kan een spirituele dimensie krijgen. Van der Meers expliciete verwijzingen zijn tamelijk bijzonder in een tijd dat geloof is weggestopt als ‘privé’ en in romans meestal datgene is waar de hoofdpersoon zich van losmaakt.
Actueel intermezzo
Het middelste verhaal, ‘Maagdenroof’ verschilt van de andere zowel qua lengte als thematiek. Waar ‘huis’ en ‘verhuizing’ uitgangspunt zijn voor relationele verwikkelingen en levensfase-problemen, draait ‘Maagdenroof’ om ontluikende seksualiteit en de verantwoordelijkheid binnen een machtsverhouding – zeer actueel. Van der Meer heeft de gave over seksualiteit te kunnen schrijven. Het is nergens verhullend en nergens pornografisch: ze is een meester in het treffen van een integere, erotische toon. Ook zet ze in dit verhaal de misverstanden neer tussen het milieu van een christelijke familie uit de Veluwse Biblebelt en een goedwillende actievoerder. Randstad versus platteland; er zijn echt wel cultuurverschillen, wat iets anders is dan gapende kloven. De ik-verteller Marij werpt een verwonderde blik van buitenaf op een jonge, in het geloof der vaderen gewortelde vrouw. Dag na dag, in een rustig tempo, wordt het conflict duidelijk, dramatisch aangescherpt door een ongeluk.
Van der Meer schrijft in een makkelijk leesbare, realistische stijl. In een paar zinnen zet ze de situatie neer en schetst de innerlijke trajecten van haar hoofdpersonen. Soms is het gewone en herkenbare misschien iets te nadrukkelijk aanwezig en wordt de lezer te veel in de rol van empathische toeschouwer gedrukt. Zijn de huwelijksproblemen in ‘De verstekeling’ wel de moeite van een verhaal waard? De oplossing ervan lijkt een advies van een ‘deskundige’ uit een lezersvragenrubriek: beter communiceren.
Het teveel voor de hand liggende wordt ruimschoots goed gemaakt in het laatste verhaal. Al met al een geslaagde bundel van een van onze beste schrijfsters.