Gelijkwaardigheid boven alles
Een jonge vrouw vertrekt naar Noord-Italië om te helpen bij een bijzonder milieuproject. Haar gedrevenheid is grenzeloos, maar op het persoonlijke vlak voert de onzekerheid de boventoon. In Het tegenovergestelde van een mens probeert ze zichzelf een positie toe te kennen in een ronduit bedreigende wereld.
Lieke Marsman heeft inmiddels een tweetal dichtbundels – en de C. Buddingh’-prijs 2011 – op haar naam staan. Hoogste tijd voor een roman, zal de gedachte geweest zijn, maar Het tegenovergestelde van een mens is eerder een gefragmenteerde verzameling teksten dan een eenduidig prozaverhaal. Dat geeft niets want de boodschap is helder genoeg: de mens is flink op weg onze bestaansbasis, de aardbol, te versjteren.
Pasklare constateringen
In het hoofd van de 29-jarige ik-persoon Ida voert de twijfel over de invulling van het leven de boventoon. Enerzijds wordt de eigen positie in verhouding tot de ander uitvoerig aan de orde gesteld, anderzijds is het standpunt in de buitenwereld een doorlopende moeilijkheid. Hoe te handelen in een nieuwe liefdesrelatie en hoe om te gaan met de wetenschap dat de aarde door milieuvervuiling en klimaatverandering ten onder dreigt te gaan? Die kwesties worden in een waaier van gedachteflarden, grote en kleine filosofieën, gedichten en opsommingen tot een onderzoekende samenstelling gebracht.
Met de liefde beginnen de problemen. Vriendin Robin wordt neergezet als een zelfstandig en onafhankelijk persoon, waarbij Ida en haar onzekerheid nogal bleekjes afsteken. Er is sprake van de gebruikelijke verstoringen: ruzie, jaloezie, verlatingsangst en verdriet. Maar ook twijfel over de eigen geaardheid, identiteit en homofobie spelen een rol. Lieke Marsman filosofeert iedere aangelegenheid tot een in eerste instantie zoekende, maar al snel daaropvolgend pasklare constatering: ‘Ja, we zijn verschillend, mompel ik, maar is dat niet juist waarom we voor elkaar gekozen hebben? Omdat we niet met iemand willen zijn die op onszelf lijkt?’
Uitgekiende vormgeving
Als het eerste deel, met de suggestieve titel ‘Binnen blijven’, is afgerond gaan we naar buiten in het tweede deel ‘The Great Outdoors’. Ida vertrekt naar Italië waar ze zich aansluit bij een milieugroep die zich inzet voor het opblazen van een grote stuwdam om de oorspronkelijke natuur te laten herstellen. In deze situatie wordt ze overvallen door een ander fenomeen: de omgang met gelijkgestemde activisten die op verschillende wijzen hun ideaal proberen te verwezenlijken. Opnieuw vlucht Ida in filosofische bespiegelingen die vooral dienen om grip te krijgen op haar persoonlijke gemoedstoestand. Er wordt volop gequoot (Kant, Descartes, Pascal) en geciteerd uit Naomi Kleins This Changes Everything over hoe onze hedendaagse economie met vrijwel al het leven op aarde in oorlog is. Sterk is het hoofdstuk met een essay over de 15e eeuwse astronoom Copernicus, waarin de schrijfster verwijst naar het einde van het geocentrisme. De centrale positie van de aarde was voorbij toen eenmaal vastgesteld werd dat niet de zon om de aarde draait maar de aarde om de zon. Toch bleef de individuele mens zichzelf zien als middelpunt van het eigen universum; het egocentrisme staat nog altijd fier overeind. Gevolg: de aarde en al haar rijkdommen worden langzaam vernietigd door de menselijke dominantie.
Wat heeft filosoof Lieke Marsman beoogd met dit, volgens de uitgever, ‘weergaloze gedachte-experiment’? Er is getracht woorden te vinden voor een hardnekkige onzekerheid die zich op alle fronten manifesteert. Het nogal dunnetjes opgebouwde romanstramien dient hoofdzakelijk ter ondersteuning van het filosofische gedachtegoed van de schrijfster, waardoor het geheel slechts opvalt door de uitgekiende vormgeving. Wel legt Marsman een interessant verband tussen de persoonlijke liefde en de noodzakelijke zorg voor de natuur: alles dient plaats te vinden op basis van gelijkwaardigheid. De mens als zelfverklaard middelpunt is een brokkenmaker gebleken, zowel in amoureuze zaken als in de bescherming van onze leefomgeving. Daar zouden we eindelijk eens lering uit moeten trekken.