Gelaagde Mylar dekens in havenkerk
Of je nu de Amsterdamse Oude Kerk door de toreningang binnenkomt, zoals de kerkgangers op zondag, of door de zijingang als museumbezoeker, in beide gevallen sta je na het tochtportaal direct voor een enorme zee aan gouden Mylar dekens die over de zerken liggen uitgespreid, zover het oog maar kan reiken.
Kunstenares Sarah van Sonsbeeck (geb. 1976) heeft deze beschermende dekens prominent ingebracht in haar solotentoonstelling in een kerk die in de vijftiende eeuw een havenkerk aan het IJ was, waar werd gebeden voor een goede vaart en behouden thuiskomst voor zeelui. De dekens zijn zó prominent aanwezig, dat je er over struikelt en tussendoor moet laveren als waren het Stolpersteine. Dit keer niet als struikelstenen voor een huis waarvan de bewoners in de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd, maar als symbool voor alle bootvluchtelingen die huis en haard ontvluchtten, uit de zee zijn gered en soms onderdak kregen in of door toedoen van een kerkelijke gemeente.
De dekens en de zerken zijn een vorm van wederkerigheid: de dekens beschermen de zerken waaronder doden rusten (onder hen veel zeelieden), de zerken dragen als het ware de dekens. Een mooi beeld als je dit tot je door laat dringen.
Sarah van Sonsbeeck
Sarah van Sonsbeeck maakte in 2013 ook een werk uit isolatiedekens die vluchtelingen niet alleen beschermen maar ook onzichtbaar maken voor drones: Anti Drone Tent, maar de actualiteit heeft de lading van de dekens in een ander daglicht gezet. Gevoegd bij de context van de Oude Kerk en de huidige tijd met de vluchtelingenproblematiek levert dit ook een andere lading op. Misschien is het kenmerkend voor Van Sonsbeecks kunst: het hernemen van een eerder werk in een andere vorm en met een gewijzigde inhoud, het in gesprek gaan met de omgeving om er zo, voor zichzelf én de toeschouwer, een nieuwe laag in te leggen.
Een voorbeeld is One cubic meter of silence, een glazen kubus. Op zich niet nieuw, en refererend aan vele andere glazen kubussen. Het werk werd hernomen toen vandalen het met een hamer hadden bewerkt en Van Sonsbeeck de kubus in geschonden toestand bleef tonen en herbenoemde tot One cubic meter of broken silence (2009).
Four seasons in one day
Iets soortgelijks is het geval met haar werk Four seasons in one day, dat in de Oude Kerk in de Sebastiaanskapel staat. Ook hier speelt stilte een rol; het idee ontstond op Tristan da Cunha, een afgelegen, stil eiland in het zuiden van de Atlantische Oceaan. Toen Van Sonsbeeck dit eiland verleden jaar na een bezoek verliet, kreeg ze een aangespoelde zuurstoftank mee, die op het eiland als gong werd gebruikt om signalen af te geven: wanneer het veilig was om te gaan vissen, wanneer er brand was, enzovoorts.
In de Sebastiaanskapel hangt de originele, zeegroene stalen tank naast twee nieuwe, door Bronsgieterij Kemner gegoten bronzen tanks. Door ze aan te slaan, zoals tijdens de opening van de tentoonstelling werd gedaan, ontstaat het idee dat het eiland in de Oude Kerk tot leven wordt gewekt, en de geluidsgolven op hun beurt weer terugkeren naar het eiland. Een andere vorm van wederkerigheid dan de warmtedekentjes op de zerken.
De toeschouwer
Maar er zit nóg iets aan vast. De toeschouwer kan zelf extra lagen aan het werk van Van Sonsbeeck toekennen. De dekens als Stolpersteine, maar ook als een soort labyrint waardoorheen je vol gedachten door de kerk kunt lopen. De drie in een raam opgehangen zuurstoftanks als een gong, gelijk buisklokken in een concertzaal. Ze roepen de klank te binnen van bijvoorbeeld de Derde symfonie van Mahler, waarin zowel mensen als engelen door de muziek hun verhaal vertellen. Een combinatie van seculier en geestelijk, zoals een kerk anno 2017 eigenlijk betaamt.
Bij Van Sonsbeeck komen beide elementen terug op het moment dat de zon door de al dan niet gebrandschilderde ramen naar binnen valt, het goud van de dekentjes in lichterlaaie zet en je tegemoet straalt als zijn het zonnepanelen. Het effect doet denken aan wat een Boeddhistische kunstenares onlangs zei, die prachtige designtasjes, gemaakt van zwemvesten, had meegenomen van Lesbos: ‘Zo wordt de wereld schoonheid geschonken op grond van iets dat slecht is.’
Deze tentoonstelling geeft veel om te ervaren en over na te denken. Bovendien is deze expositie de eerste in een serie waarin de Stichting Oude Kerk ons wil laten nadenken over het erfgoed dat een monument als de Oude Kerk per definitie is. Een monument dat verschillende identiteiten omhult, verhult en telkens in een ander daglicht stelt. Van Sonsbeeck heeft hier op een indrukwekkende manier aan bijgedragen. Zó zeer, dat een tentoonstelling als deze een volwaardige publicatie ter begeleiding verdient naast, hoe informatief deels ook, de krant die er nu is, en die bovendien wordt ontsierd door enkele slordigheidjes en non- informatie. Een serie ochtendconcerten die een verbinding met de expositie legt, Silence, is er al wel. En dat is een goede zaak.