De poëtica van het nomadendom
“Elke reiziger is eigenlijk op zoek naar zichzelf.” “Wie vindt, heeft niet goed gezocht.” “Het is makkelijk de weg kwijt te raken, maar goed te verdwalen is een kunst.” Zo maar een greep spreuken uit de grabbelton der zwerverswijsheden. Alle zijn van toepassing op de film Sansa, die dit jaar draait op het CinéPremières-festival. Het is echter maar de vraag of dit ‘essay’, zoals regisseur Siegfried zijn werk noemt, hiermee daadwerkelijk uitstijgt boven het niveau van het filmische en filosofische cliché.
Zoals het een moedwillig labyrintisch verhaal over een dolende ziel – het personage Sansa, gespeeld door Roschdy Zem – betaamt, kent de film geen duidelijk afgebakend begin of eind. Sansa is een opeenstapeling van impressies, belevenissen en vluchtige ontmoetingen die de hoofdpersoon op zijn wereldreis opdoet. Sansa is een ritselaar, een tekenaar, een babbelaar met een verwaterd paspoort, die zich met zijn charmes en humor overal doorheen slaat.
Vrouwen
Natuurlijk kent Sansa zijn moeilijke momenten: in de Siberische koude, in de anonimiteit van Tokyo, in de Afrikaanse woestenij. Dan zien we onze nomade peinzend naar de horizon staren, waarachter zijn niet-bestaande thuisland ligt. Vindt hij dan nooit rust? Vrouwen, daar is Sansa gek op. Russische, Japanse, Hongaarse, Franse, Italiaanse: steeds wordt zijn verlangen aangewakkerd. Sansa is een romanticus en dan weet je het wel: zijn begeerte is niet te bevredigen. Hierop drijft zijn levenslust: tragisch! En dan zijn er nog van die vervelende douaniers, jaloerse echtgenoten, ambtenaren van de vreemdelingenpolitie, Russische clans en agenten die een kunstenaar, die zijn geld eerlijk op straat verdient, zijn schaarse bezittingen afnemen. Regelmatig moet hij hollen voor de autoriteiten, en dan springt Sansa achterop willekeurige scooters, valt hij onbekende kamers binnen, alwaar nieuwe avonturen op hem wachten.Ogen
Maar misschien moeten we dit cynisme even laten varen, en kijken hoe het anders – lees: erger – had gekund. De aankondigen voor Sansa, en de openingsscènes, doen vrezen dat we een lesje in wereldburgerschap voorgeschoteld krijgen, dat we te maken hebben met een film over ‘globalisering’. In zekere zin is dit zo, maar gelukkig garandeert zijn stijl dat Siegfried geen ideologische visie op het werelddorp geeft, maar een poëtische. Natuurlijk is de armoede zichtbaar, is er eenzaamheid, en zijn alle grenzen kunstmatig en inhumaan. Een goedmoedige Afrikaanse douanier neemt zelfs het misselijkmakende cliché “We zijn allemaal wereldburgers” in de mond – en hup, Sansa grijnst, want hij heeft wederom een barrière overwonnen. Maar helaas slaat Siegfried gruwelijk door in zijn poëtica van het nomadendom. Trage nachtelijke beelden met uitwaaierende neonlichten, en treinen, treinen en nog eens treinen. En dan zijn er de talloze voorbijgangers, anonieme medemensen die een gezicht krijgen doordat hen een blik van dichtbij in de lens wordt gegund. Talloze ogen in alle kleuren van de regenboog staren de kijker vluchtig aan, maar bij het honderdste paar spleetogen ben je geneigd toch maar eens achter je te kijken of daar niet toevallig iets te zien is dat hun aandacht trekt – om vervolgens aangestaard te worden door je verveelde achterbuurman.
Monsieur Click
In een dromerige film als Sansa is een grote rol weggelegd voor muziek, een mogelijkheid die hier ten volle benut wordt. De soundtrack is prachtig en deels gecomponeerd door Siegfried zelf, de Franse multi-kunstenaar die ook muzikant is. Hippe techno-abstracties worden afgewisseld met klassieke meesterwerken. De klassieke muziek wordt ingebracht via het prachtpersonage Monsieur Click (Ivry Gitlis), een brompot eersteklas en wereldwijd gerespecteerd violist. Hij is naast Sansa het enige min of meer bestendige personage. De twee vinden elkaar in alle uithoeken van de wereld steeds weer terug. Samen verdrijven zij hun Weltschmerz met het lastigvallen van vrouwen. Eigenlijk is Click een cynische ouwe smeerlap die geen heil meer ziet in zijn muzikale roem, en wie hierin een afschaduwing wil zien van het karakter dat de frisse Sansa zal aannemen op latere leeftijd, kan zowaar nog enige diepte in deze film ontwaren. Een opzichtige poging tot diepgang doet Siegfried door Click neer te zetten als overlevende van de Holocaust. Dit blijft echter beperkt tot een enkele scène, waarvan de functie in de rest van de film ongewis blijft. De regisseur gaat zich hier te buiten aan een flirt met beladen thema’s en pretendeert meer dan hij kan waarmaken.
Thuis
Zoals gezegd eindigt Sansa zoals hij begon: op een doorgangsplaats. Sansa komt nooit thuis. Laat hem maar begaan, najagend en nagejaagd. Maar na deze overdaad aan kosmopolitisme ben ik blij na het laatste korrelige, bewegelijke shot terug naar huis te keren. Oost west, thuis best – ook dat is een zwerverswijsheid.