Film / Films

Dromerige puberwereld

recensie: Nena

Twee belangrijke Gouden Kalveren en een prijs op de laatste Berlinale. Nena, de debuutfilm van Saskia Diesing, was een van de grote artistieke successen van het afgelopen jaar.

Nena vertelt een verhaal dat in het buitenland ongetwijfeld als typisch Nederlands getypeerd zal worden. Op ogenschijnlijk luchtige wijze worden zware thema’s als zelfmoord en euthanasie behandeld, waarbij vooral het liberale standpunt ten opzichte van het zelfgekozen levenseinde opvalt. Simon was de grote voorganger in dit genre.

Rebelse meid

We beleven het verhaal door de ogen van de zestienjarige Nena, een rebelse meid die in 1989 worstelt met de scheiding van haar ouders, haar eerste grote liefde en de terminale ziekte van haar gehandicapte en depressieve vader.

Het zijn onderwerpen die niet zouden misstaan in de gemiddelde Carry Slee-film. Maar Nena heeft net wat meer talent en verbeeldingskracht aan boord. Hoofdrolspeelster Abbey Hoes is een ware ontdekking. Ook de rest van de cast acteert naturel en dat is prettig. Bovendien staat de soundtrack vol lekkere eighties-klanken en weet het inventieve camerawerk mooi de dromerige puberwereld te vangen.

Gymnasiumklanten

Toch valt er ook wel iets op dit veelbejubelde debuut af te dingen. De dialogen van schrijfster Esther Gerritsen komen niet altijd los van het papier. Te vaak denk je: ‘zo praten mensen niet’. En de jaren tachtig setting is wel heel nadrukkelijk doorgevoerd in nieuwsberichten en aankleding.

Ook stoort het dat vrijwel iedereen Algemeen Beschaafd Haarlems spreekt, terwijl de film zich toch nadrukkelijk diep in Groningen afspeelt. Nena lijdt zo een beetje aan het ‘Kinderen voor kinderen’-syndroom, waarmee de indruk wordt gewekt dat heel Nederland bevolkt wordt door keurig articulerende gymnasiumklanten. Dan hebben ze het in de recente Limburgse films zoals Gluckauf en Hemel op aarde toch beter begrepen. Bij authentieke verhalen kun je immers ook altijd nog de ondertiteling aanzetten.