Emotieloze pubertijd
Rondom Submarine is in Engeland een bescheiden buzz ontstaan. De combinatie van film van de maand bij het toonaangevende filmtijdschrift Sight & Sound en een soundtrack van Arctic Monkeys frontman Alex Turner liet het debuut hoog aanslaan op de hipheidsmeter. De vraag is echter of de film iets te overgewaardeerd is.
Submarine probeert door middel van stilistische kunstgrepen de platgetrapte paden van de pubertijd weer nieuw leven in te blazen. Regisseur Richard Ayoade (vooral bekend als acteur uit de komedieserie The IT crowd) leent (of pikt) veel trucjes van andere regisseurs en toont daarmee aan dat hij een cinefiel is. Zo zijn de tussentitels tijdens de film en de muziek die op die momenten te horen is helemaal in de stijl van Godards films uit de vroege jaren zestig. Ayoade verwijst ook naar Truffaut en Rohmer en daarmee wordt duidelijk dat hij zijn film een nouvelle-vaguetintje wil geven. Een andere regisseur die van invloed is geweest op de film is Wes Anderson. De montage en speelsheid doen sterk denken aan de puberperikelen van Max Fischer in Rushmore. Leuk detail is ook dat Ayoade acteur Noah Taylor als de vader van Oliver heeft gecast, omdat Taylor bekend werd door zijn rol in de coming-of-agefilm The Year that my voice broke.
Ironie als waarborg tegen sentimentaliteit
Het is wel jammer dat deze filmische knipogen niet meer zijn dan alleen knipogen. Het probleem met Submarine zit vooral in de overheersing van stijl boven inhoud. De film probeert vooral witty, hip en ironisch te zijn, terwijl die oppervlakkige elementen de dramatiek van Olivers puberleed afzwakken. In veel scènes is gekozen voor een komisch ironische afstandelijkheid als een waarborg tegen valse sentimentaliteit. De film is echter minder leuk dan Ayoade in gedachten heeft en veel komisch bedoelde scènes (zoals de New-Ageclichés die Olivers buurman belichaamt) zullen bij veel kijkers maar een bescheiden glimlach opwekken.Je leeft uiteindelijk niet echt mee met Oliver en zijn beproevingen onderweg naar volwassenheid. Op de momenten dat Ayoade je wel probeert te betrekken valt hij terug op vrij clichématige montagesequenties, begeleid door de liedjes van Alex Turner. De ‘romantiek’ die daarmee wordt opgewekt staat in schril contrast met de afstandelijkheid van de andere scènes. Na het zien van Submarine krijg je het idee dat Ayoade een modegevoelige stilist is met een grote passie en kennis van film. Toch is dat niet voldoende als je een film wilt maken die dezelfde passie moet opwekken als die van Rohmer en Truffaut. Wie weet lukt het Ayoade de volgende keer wel.