Film / Films

Episch drama met een avant-gardistisch randje

recensie: There Will Be Blood

Vroeger werden ze vaker gemaakt, van die epische films die een heel tijdperk overspannen en die draaien om de ontwikkeling van een familie of één enkel sterk karakter. Het bekendste voorbeeld is natuurlijk Citizen Kane, waar There Will Be Blood veel van wegheeft. Net als in deze klassieker draait There Will Be Blood om een eigenzinnige man die rijkdom nastreeft, maar die de vervulling van zijn wens met gekte moet bekopen.

Op het tweede gezicht verschilt There Will Be Blood echter behoorlijk van zijn voorgangers, en wel omdat Paul Thomas Anderson aan het roer staat. Anderson, regisseur van eigentijdse hoogtepunten als Magnolia en Boogie Nights, heeft vooral met Orson Welles gemeen dat hij niet volgens de geijkte regels werkt.

Avant-garde

~


There Will Be Blood begint dan ook met ijselijke, avant-gardistische muziek van Radioheadgitarist Johnny Greenwood. De snerpende electronica begeleidt een scène waarin Daniel Day-Lewis in een provisorische zilvermijn zijn been breekt en zichzelf aan een wankele trap omhoog moet trekken. In de eerste twintig minuten van de film wordt er bovendien praktisch niet gesproken. Op geheel eigen wijze spint Anderson een verhaal rondom de twee fundamenten van de Verenigde Staten: geld en geloof.

Day-Lewis speelt Daniel Plainview, een mensenhater die als enige doel in zijn leven heeft om rijk te worden. Na het debacle in de zilvermijn stort hij zich met meer succes op de oliehandel. Met behulp van zijn schattige zoontje weet hij de grond van arme Texaanse boerengezinnen op te kopen. Alleen de gelovige familie Sunday reageert terughoudend. Als Plainview vervolgens welbewust vergeet om de nieuwe oliepomp te laten inzegenen door Eli Sunday, die als predikant een grote invloed heeft op de dorpsgemeenschap, vangt de echte rampspoed al snel aan.

Day-Lewis

~


Voor acteurs moet het geweldig zijn om in There Will Be Blood te spelen. Voor mannelijke acteurs althans, want de vrouwen komen er zeer bekaaid van af. Het barst van de fascinerende mannelijke personages, waarvan Daniel Plainview natuurlijk de meest opzienbarende is. Nietsontziend baant hij zich een weg door het leven. Daniel Day-Lewis heeft zich naar verluidt een jaar voorbereid op de rol. Het resultaat is ernaar. De stem die hij zich heeft aangemeten, de houding en de gezichtsuitdrukkingen zijn zo overtuigend, dat je het gevoel hebt dat Plainview een onaardige oom van je is, of op zijn minst erg lijkt op die onaardige oom van je.

Ook Eli Sunday, de rol waar acteur Paul Dano, in contrast met Day-Lewis, maar een week voorbereiding voor kreeg, is zo’n personage dat je niet meer vergeet. De levenslange haat die de twee mannen voor elkaar koesteren, mondt uit in een eindscène die misschien niet naar ieders smaak zal zijn, maar die in ieder geval memorabele cinema oplevert.

Hoogtepunt

~


Voor Paul Thomas Anderson geldt There Will Be Blood als het voorlopige hoogtepunt van zijn oeuvre. De combinatie van een historisch verhaal met een avant-gardistische soundtrack zou als omschrijving de film tekort doen, Magnolia meets Citizen Kane zou in dat geval beter passen.