Film / Films

Sex, soccer & rock ‘n’ roll

recensie: Once in a Lifetime: The Extraordinary Story of the New York Cosmos

Voetbal en de Verenigde Staten: het lijkt een combinatie die nooit wat zal worden. Toch was er een periode – eind jaren ’70, begin jaren ’80 – dat de sport op het punt van definitief doorbreken stond. De groten der aarde speelden op de Amerikaanse velden, de stadions waren uitverkocht en wedstrijden werden zelfs live op televisie uitgezonden. The New York Cosmos speelden hierin een cruciale rol en Once in a Lifetime vertelt op swingende wijze de spectaculaire opkomst en ondergang van deze club, waardoor de film ook voor niet-voetballiefhebbers een aanrader is.

Voetbal was decennia lang een nichesport in de VS, voornamelijk beoefend door immigranten. Dat veranderde toen mediatycoon Steve Ross (hoofd van Warner Communications) betrokken raakte bij de oprichting van een professionele voetbalclub, die uiteindelijk New York Cosmos zou gaan heten. De club was in het begin geen succesverhaal te noemen: leidinggevenden wisten vaak niet eens uit hoeveel spelers een team bestond, het veld was een drama, de spelers slechts semi-prof, en er kwam geen hond op de wedstrijden af. Maar er was wel iets belangrijks gebeurd: Steve Ross was namelijk verslaafd geraakt aan voetbal, en hij had er heel veel voor over om de club groot te maken.

Pelé

~

Ross realiseerde zich als geen ander dat er iets moest gebeuren om de club naar een hoger plan te trekken. De oplossing kwam, en wel in de persoon van de Braziliaanse sterspeler Pelé. Hoewel over zijn hoogtepunt heen, werd hij nog steeds gezien als een van ’s werelds beste voetballers en kon hij rekenen op interesse van meerdere Europese clubs. Bij de Cosmos kon hij natuurlijk veel, héél veel geld verdienen, maar er was nog een uniek argument om hem over de streep te trekken: bij iedere andere club kon hij weer een titel veroveren, bij de Cosmos een heel land. En dat was exact wat er gebeurde.

Het succes van de Cosmos werd nog groter door het aantrekken van nog meer buitenlandse sterren, met als gevolg dat er op een gegeven moment 14 nationaliteiten in het team rondliepen. Toen uniek; nu bijna normaal in het voetbal. Wat dat betreft liepen de Amerikanen weer eens voor op de rest van de wereld. Voetbal was in de VS al verregaand vercommercialiseerd en vormde een enorm contrast met bijvoorbeeld Nederland, waar in die periode de politiek nog neuzelde over het aantal reclameborden langs de velden. Het team begon in ieder geval steeds beter te draaien, het Yankee Stadium raakte uitverkocht en de voetballers leefden als popsterren. Via Ross bezocht een keur aan film- en popsterren de wedstrijden, en na afloop stonden de limousines klaar om spelers en management naar hun gereserveerde tafel in de fameuze discotheek Studio 54 te brengen. Bij uitwedstrijden leek het wel alsof er een popgroep op tournee was. Het team en een uitgebreide entourage reisden per vliegtuig, waarbij seks aan boord geen uitzondering was.

<i>Steve Ross (2e van rechts) en Giorgio Chinaglia (uiterst rechts)</i>
Steve Ross (2e van rechts) en Giorgio Chinaglia (uiterst rechts)

Swingende montage

Regisseurs Paul Crowder en John Dower hebben veel direct en indirect betrokkenen voor hun camera gekregen. Behalve dat je daardoor een mooi insiderbeeld van de club krijgt, worden er ook erg veel heerlijke anekdotes verteld. Dat sprekers elkaar hierbij soms flink tegenspreken vergroot de lol alleen maar: want wie kwam nou eigenlijk met het idee om Pelé te kopen? De meningen zijn verdeeld. En wat was nou precies de rol van een van de meeste kleurrijke personen in de documentaire, de Italiaanse spits Giorgio Chinaglia? Enkele sprekers hebben – zwak uitgedrukt – nog steeds een enorme hekel aan hem. Maar hij lag wel erg goed bij Steve Ross, zodat zijn invloed binnen de club niet te onderschatten is.

~

De vele sprekers en de werkelijk fantastische archiefbeelden (met commentaarstem van Matt Dillon) komen goed tot hun recht in wat niet anders dan een ongelofelijk swingende montage genoemd kan worden. Hierbij speelt de funky soundtrack met muziek uit die periode een grote rol, zodat het vaak moeilijk stil zitten is tijdens de film. Het voelt mede daardoor niet als een zwaktebod dat de twee echte hoofdrolspelers in dit verhaal – Steve Ross en Pelé – niet geïnterviewd zijn. Ross stierf namelijk in ’92 en Pelé wilde (je krijgt de indruk om financiële redenen) niet meedoen. Aan het eind van de documentaire kun je slecht één ding verzuchten: verdomme, was elke voetbalwedstrijd maar net zo opwindend als deze documentaire!