De zeepbellen van Gordon Gekko
De timing heeft Oliver Stone beslist mee. Drieëntwintig jaar na de verschijning van zijn film Wall Street houdt de economie de gemoederen meer in zijn greep dan ooit. De val van grote Amerikaanse banken, de huizencrisis, de problemen bij de pensioenfondsen, het staat iedereen nog vers in het geheugen.
Ouder, rimpeliger, armer
Het kost Douglas schijnbaar weinig moeite om Gordon Gekko weer tot leven te wekken. La Beouf, een acteur die toch niet bekend staat om zijn charisma, redt zich aardig in zijn wat ambigue rol van ‘goede’ stockbroker. Samen met Mulligan geeft hij een interessant beeld van een nieuwe New Yorkse generatie: zowel pragmatisch als idealistisch, zowel egocentrisch als goed geïnformeerd. Minder invoelbaar is Winnies houding ten opzichte van haar vader. Dat komt onder andere omdat er sprake is van een dode broer die de kijker nooit gekend heeft, maar ook omdat hun relatie gedurende de film nauwelijks verandert: zij haat hem, hij lijkt niet te begrepen wat ze überhaupt tegen hem heeft.
Oude rotten
Echt een slechte film is Wall Street: Money Never Sleeps niet, daarvoor is Stone te ervaren. Het blijft een genoegen Douglas in een van zijn meest geslaagde rollen te zien terugkeren. Ook fijn is de terugkeer van nog twee van zulke oude rotten, David Byrne en Brian Eno, op de soundtrack.