Film / Films

Wispelturige fascinaties en een ambigue auteur

recensie: Louis Malle Collection 2

Het dvd-oeuvre van Louis Malle is na de uitgave van onder meer Zazie dans le métro en Au revoir les enfants weer uitgebreid met vijf films. De nieuwste box bevat een verrassende selectie uit zijn werk, variërend van een zelfingenomen, pretentieus experiment tot stilistisch beheerste karakterstudies. De serie toont wederom dat Malle als regisseur veel cinematografische gedaantes heeft en als ambigue auteur tot de verbeelding blijft spreken.

Lacombe Lucien

De box bevat onder andere Lacombe Lucien en Atlantic City, die beide artistieke en commerciële successen waren. Lacombe Lucien (1974) is een kille registratie van een jongen op het Franse platteland die tijdens de Tweede Wereldoorlog besluit om te collaboreren met de Duitsers. In de film komt hij in aanraking met een ondergedoken joods gezin en doet hij mee aan acties tegen verzetsstrijders. Gaandeweg wordt duidelijk dat de scheidslijn tussen goed en kwaad moeilijk te trekken is. Malle weet dit duidelijk vorm te geven door een subtiele zeggingskracht die is opgebouwd uit lange observatieshots en minimale dramatische middelen. Lacombe Lucien geeft de kijker de ruimte om collaboratie als complex fenomeen te analyseren, zonder gelijk te vervallen in een simpele morele dichotomie.

Atlantic City
Atlantic City

Atlantic City

Atlantic City (1980) was Malle’s onverwachte Amerikaanse hit. De film heeft iets weg van een neo-noir, waarbij de genres opnieuw zijn gedefinieerd voor een ander tijdperk en met een vleugje ironie. Burt Lancaster speelt een aan lager wal geraakte crimineel die zijn sensuele buurvrouw (Susan Sarandon) bespiedt. Als zij haar ex-man moet helpen nadat hij een lading cocaïne heeft gestolen, ontstaan er plotontwikkelingen die verraad en intrige in werking zetten tussen de verschillende personages. Malle filmt het Atlantic City uit de titel als een stad met een sfeervolle, vergane glorie, waar de vele casino’s de enige afleiding bieden. De film gaat vooral over de wensbeelden van de personages en de manieren waarop ze willen vluchten van de werkelijkheid of vast zitten in het verleden. Lancaster zet een geloofwaardige oude sjacheraar neer die iets pathetisch heeft in de wijze waarop hij zijn criminele leven romantiseert. Malle weet goed menselijke aspect uit alle personages te halen, waardoor ze meer zijn dan kale noir-karakters.

Black Moon
Black Moon

Black Moon

Zonder enige twijfel is Black Moon de meest pretentieuze film uit Malles oeuvre. Stijlvol in beeld gebracht door Bergmans vaste cameraman Sven Nykvist volgt de film een puberend meisje dat terechtkomt in een wrede oorlog tussen de seksen. Ze vlucht naar een mysterieus landhuis, waar dieren kunnen praten en waar ze een zwijgzame jongen ontmoet (gespeeld door Joe Dallesandro, bekend uit de films van Andy Warhol). Black Moon lijkt het meest op een soort Alice in Wonderland verplaatst naar een grauwe toekomst.

Ondanks dat interessante gegeven heeft de film allerlei elementen die de pretentiemeter op hol doen slaan. Zo kan men zich al zorgen maken bij het zien van een pratende eenhoorn die opeens opdoemt. Daarnaast zijn er Jungiaanse verwijzingen in de vorm van slangen en wapens (fallussen), gevolgd door naakte puti-achtige kinderen (onschuld) die plotseling muziekfragmenten uit Wagners Tristan en Isolde (hoge kunst) beginnen te zingen. Malle geeft dit alles weinig mee qua helder plot. Het geheel vervalt daarmee in een droomlogica die banaal is in zijn verouderde symboliek en ook niet tot analyseren aanzet. Malle’s symbolisme en zijn archetypen irriteren daarom des te meer door hun onverschilligheid naar de toeschouwer toe. Dit vanity-project kan deels worden verklaard door Malle’s spirituele wedergeboorte na een reis naar India, gekoppeld aan zijn wens om wat jeugdherinneringen en dromen te verwerken tot een experimentele film. Ondanks dit persoonlijke gegeven weet de film, afgezien van wat mooi gefilmde surrealistische scènes, niet te overtuigen in zijn artistieke ambitie.

Le Souffle au Coeur
La Souffle au Coeur

Le Souffle au Coeur

De twee films die het meest opvallen in de serie tonen twee polen binnen Malle’s oeuvre, Le Souffle au Coeur en Le Feu Follet. Le Souffle au Coeur (1971) geeft een tijdsbeeld van het Frankrijk uit de jaren vijftig. De film speelt zich af in Dijon en heeft de onzekere puber Laurent als hoofdpersonage. Malle heeft er een onsentimentele en licht nostalgische coming-of-age-film van gemaakt en voor francofielen bevat de film leuke Gallische details. Zo luistert de onstuimige Laurent naar Charlie Parker, terwijl hij stiekem Gauloises rookt. Hij leest Albert Camus en Joris Huysmans, terwijl hij als goede katholieke misdienaar zijn zonden moet opbiechten. Deze opvoeding wordt gecontrasteerd met voldoende uitstapjes naar het goede leven. Zo wordt Laurent door zijn nonchalante broers het bordeel ingesleurd om zijn maagdelijkheid te verliezen.

Malle heeft verder een goed oog voor het haute bourgeoisie milieu waar Laurent in verkeert en toont dit in al zijn glorieuze tegenstrijdigheid. Malle is tegenover deze burgerlijke achtergrond echter maar deels subversief. Hij verwerkt in het verhaal de incestueuze relatie tussen Laurent en zijn sensuele moeder. Dit gegeven wordt niet getoond als een schokkende daad, maar als een teder spel. Le Souffle au Coeur vertoont in zijn aanpak veel gelijkenissen met het latere Milou en Mai (1990), waar de bourgeoisie wederom op een ironische wijze geportretteerd wordt.

Le Feu Follet
Le Feu Follet

Le Feu Follet

Het Gallische joie de vivre van die films staat in schril contrast met Le Feu Follet (1963), naar mijn mening de beste en meest verrassende titel van de box. De film is gebaseerd op het boek van Pierre Drieu La Rochelle over een man die gekweld peinst over zelfmoord. Malle gebruikt voor de film verschillende stilistische middelen. Hij doet dit zonder gekunsteld over te komen en het spel van acteur Maurice Ronet (die eerder speelde in Ascenseur pour l‘echafaud) vult Malle’s regie overtuigend en onsentimenteel aan. De minimale en precieze uitwerking die waarschijnlijk is beïnvloed door de cinema van Robert Bresson (voor wie Malle kort als assistent werkte), wordt op de juiste momenten afgewisseld door de pianostukken van Erik Satie.

Verder is Malle’s regie schatplichtig aan de Nouvelle Vague. Dit is te zien in scènes van een weemoedig maar realistisch Parijs. Ronets personage doolt door de stad op zoek naar zingeving, terwijl hij vrienden en oude geliefden tegenkomt. De film is eerlijk in de conclusies die worden getrokken over leven en dood en daarmee is Le Feu Follet een krachtig en onverouderd portret van een man aan de rand van de afgrond. Het is te hopen dat de film weer de status krijgt van klassieker van de Franse film. Deze dvd-collectie is zonder twijfel een stap in de goede richting.

‘Louis Malle Collection 2’ bevat Le Feu Follet, Le Soufflle au Coeur, Lacombe Lucien, Black Moon en Atlantic City en zijn op Le Feu Follet en Black Moon na ook afzonderlijk te koop. De dvd’s bevatten afgezien van wat trailers geen extra’s.