Film / Films

Aanstekelijke schelmenfilm

recensie: Micmacs à tire-larigot

In de beginscènes van Micmacs à tire-larigot (grofweg te vertalen als ‘een grote rotzooi’) verliest Bazil zijn vader aan een landmijn, zijn moeder aan gekte, wordt hij opgesloten in een soort klooster en weet hij te ontsnappen naar de grote stad. Dat allemaal voordat de titel in beeld komt, en, opvallender, zonder dat er een woord is gesproken.

~

Zo’n originele opening had van niemand anders dan van Jean-Pierre Jeunet afkomstig kunnen zijn. De hand van de meester is ook terug te zien in de overrompelende creativiteit waarmee het verhaal zich ontvouwt, in de warme kleuren en in de vele details. Micmacs, zoals de film in de meeste landen heet, is een waardige opvolger voor Le fabuleux destin d’Amélie Poulain (2001). Tussendoor bracht Jeunet het tegenvallende Un long dimanche de fiançailles uit en vocht hij vergeefs om de financiering van Life of Pi rond te krijgen.

Vreemde snuiters

Amélie was zowel qua plot als in visueel opzicht overweldigend. Dat bereikt Jeunet deze keer niet. Het verhaal in Micmacs lijkt soms vooral een excuus om originele vondsten in de film te verwerken. Bazil krijgt als volwassene een kogel in zijn hoofd die hem elk moment kan doden. Hij wil wraak nemen op de wapenindustrie die zijn leven zo grondig heeft verpest. Daarvoor wendt hij zich tot zijn huisgenoten, een groep vreemde snuiters die samenwonen in een hol tussen de tweedehands spullen. Ieder van hen heeft een eigen talent, dat van pas komt in de strijd tegen de slechteriken.

~

Het is het soort opzet dat in talloze films wordt gebruikt, van Toy Story tot Ocean’s Eleven. De personages in Micmacs zijn echter lang zo leuk niet als in de voornoemde films. Er is een zwarte man wiens woordgrappen totaal verloren gaan in de ondertiteling (al valt dat de makers natuurlijk niet te verwijten), een moederfiguur die de anderen aan hun oor trekt als ze van het eten snoepen, een raar slangenmens, en zo nog wat schematische karakters die niet helemaal uit de verf komen. Een romantisch subplotje loopt volledig dood. Daar zijn deze personages niet voor gemaakt. Ze blijven pionnen in het spel dat Jeunet met de kijker speelt. De enige uitzondering is Bazil, die prachtig wordt neergezet door Danny Boon. De andere personages dienen alleen voor het doel dat Jeunet en zijn medescenarioschrijver Guillaume Laurent, met wie hij ook Amélie schreef, voor hen hebben bedacht.

Reuzemagneet

Gelukkig blijkt dat dikwijls meesterlijk. Als bioscoopganger loop je altijd net achter de feiten aan, en daarin schuilt dan ook het plezier van deze aanstekelijke schelmenfilm. Leun achterover en verbaas je over de schier onophoudelijk stroom originele uitvindingen en cartooneske plannetjes. Bazil en zijn bende maken onder andere gebruik van ballonnen, bijen en een reuzemagneet om hun ingewikkelde plannen tot uitvoer te brengen.

Micmacs speelt zich in de huidige tijd af (er is een zelfs rol voor Youtube weggelegd), maar de werkelijkheid dringt alleen bij humoristische vlagen tot de film door. Net als in Amélie schept Jeunet een universum dat het midden houdt tussen een sprookjesland en een soort nostalgische droomversie van Parijs. Het is een plek waarvan je zou willen dat hij echt bestaat.