Het Palestijnse conflict door kinderogen gezien
.
I like it but we don’t have pizza here.
“Do you have hummus?”
“Yes. My father eats and drinks hummus every day.”
Een joodse jongen die in Jeruzalem woont heeft een telefoongesprek met een Palestijnse jongen in een vluchtelingenkamp: beiden proberen erachter te komen hoe de wereld er twintig kilometer bij hen vandaan uitziet.
Gedurende de periode 1997-2000 volgden een crew filmmakers een zevental Joodse en Palestijnse kinderen met zowel radicale als gematigde opvattingen. De documentaire Promises laat zien wat kinderen tussen 9 en 13 jaar oud zoal denken over het Palestijnse conflict.
Zeven kinderen
Na een schools maar noodzakelijk college “Het Palestijnse conflict in hoofdlijnen” wordt stukje bij stukje de achtergrond van de zeven kinderen duidelijk: een door de Tora geverfde Joods-extremistische jongen gaat bij de Westmuur bidden en staat later samen met een Palestijnse jongen te boeren voor de camera. Hij zegt normaliter wel eens gedag tegen palestijnen maar daar blijft het bij. Extremer en ongenuanceerder is een dik kolonistenkindje, Moishe, die erg haatdragend is ten opzichte van de Arabieren. Faraj, die in een Palestijns vluchtelingenkamp woont is stenengooier en sprinter. Een ander Palestijns kind, Mahmoud, is aanhanger van Hamas. Daar tussenin bevinden zich meer gematigde Palestijnse en Joodse kinderen: de volleyballende tweeling Yarko en Daniel en dochter van een gevangen genomen Palestijns journalist, Sanabel.
Nuance
Wanneer kinderen de hoofdrolspelers zijn van een documentaire is het lastig, zeker wanneer het een grote mensenconflict betreft, om een duidelijke eenduidige mening te horen te krijgen. Een aantal keren spreken ze zichzelf tegen of zijn ze ongenuanceerd. Het is duidelijk dat hun mening veelal door hun ouders en hun school zijn ingefluisterd. Deze instituties blijven in de documentaire echter op de achtergrond. Er wordt bijvoorbeeld met de camera een korte blik geworpen in een Palestijnse schoolklas: de leraar laat zien dat al zijn kinderen tegen Israël zijn. Het zou interessanter zijn geweest om te laten zien hoe kinderen gesocialiseerd worden door hun ouders, de media en het onderwijs: de nuance komt dan uiteindelijk duidelijker naar voren dan wanneer je een ontmoeting organiseert tussen de gematigde Joodse tweeling en Faraj. De omgeving blijft in Promises een “black box”. Wanneer je in de documentaire zou kijken naar bijvoorbeeld de schoolprogramma’s of naar de inhoud van de media van beide kampen dan zou je de verschillen en de mogelijkheden zien tot verandering en nuancering.
Langverwachte ontmoeting
Toch is het samenkomen van de joodse tweeling in het Palestijnse vluchtelingenkamp het hoogtepunt van de documentaire. Het stuk ervoor duurt te lang: de tegenstellingen tussen de Palestijnse en Joodse wereld worden te lang uitgesponnen. Het blijft maar wachten op een ontmoeting tussen de kinderen. En als die er dan is, dan blijkt dat de omgeving van de palestijnen en de joden nog erg van elkaar verschillen. Het mooie idee van elkaar (formeel) te omarmen in plaats van elkaar te omringen ligt nog minstens een generatie weg (in 2000).Promises-project
Op initiatief van de filmmaker Justin Shapiro werd begonnen met dit documentaireproject met twee andere filmmakers, B.Z. Goldberg en Carlos Bolado. Promises heeft over de hele wereld bewondering geoogst: in onder meer Rotterdam, San Francisco en Vancouver was het filmfestival-publiek lovend over de documentaire. De film is verder genomineerd voor een heuse Oscar (categorie: “best documentary feature”). Door de filmmakers is een Warchild-achtige organisatie opgericht om meer te kunnen bereiken dan te constateren dat het conflict ook sterk bij de kinderen leeft. Het is in ieder geval goed dat dergelijke documentaires gemaakt worden en vertoond worden in de bioscoop, maar een beetje meer diepgang kan geen kwaad.