Eloquente wijsmakerij shockeert de zaal
In 2012 ontstond het theatergezelschap De verleiders dat sindsdien in wisselende formaties optreedt. Die naam is meer dan toepasselijk voor de vijf grijzende mannen die meedoen aan deze voorstelling: ze weten het publiek te verleiden met een heerlijke combinatie van overdreven soapachtige scènes en persoonlijk getinte ‘lezingen’ over het wel en wee in Nederland. Hun nieuwste voorstelling #niksteverbergen gaat over het spraakmakende onderwerp privacy. Helaas mist de voorstelling de prikkels die je wel krijgt op Facebook en Instagram.
Pierre Bokma breekt het ijs met een frappante opmerking: ‘U weet vast al wat ik ga zeggen, maar wilt u alstublieft uw telefoon… áán laten?’ Het publiek schakelt zijn telefoon aan en scant gretig de QR-code, waarmee ze met de circa 200 andere bezoekers gezellig in één Whatsapp-groep belanden. De spanning stijgt: wat gaat er gebeuren? Voordat iemand zich ook maar realiseert dat hij of zij in deze privacygevoelige stunt is getrapt, worden we meegezogen in het spel van het gezelschap.
Ook in de vervolgscènes doemt Bokma vaak als eerste op, die gedurende de voorstelling ook de boventoon zal voeren. Hij verwisselt zijn soepele pantoffels voor elegante zwarte hakjes, stift zijn lippen roze en maakt kusgeluidjes richting de zaal. Het personage Pip Zaal is geboren. Langzaam druppelen de andere vier heren binnen, die allen een andere belanghebbende partij voorstaan (commercie, defensie, wetenschap en het volk) binnen een commissie die draait om het privacy-beleid in Nederland. Deze figuren worden meteen gepropagandeerd als voorbeeldfiguren voor de sector waarin ze werkzaam zijn. Achter de maskers van ‘directeur van een IT-bedrijf’, professor en legerofficier schuilen echter kleinzielige mannen met ouderwetse denkbeelden die op hypocriete wijze hun eigen vuile zaakjes verhullen. Het publiek wordt stilaan gevoed met spraakmakende weetjes die de figuren in een negatief daglicht stellen.
De vijf acteurs hebben zich gewend zich tot het ‘fantastische fenomeen internet’ (in de woorden van Tom de Ket) en daar lazen ze zich in over de wereld van cyberveiligheid. Door de sporen die wij als burgers achterlaten op het internet kunnen zelfs wij als ‘verdachten’ van criminele zaken aangemerkt worden door de overheid. Naast dit toneelstukje hebben de heren ieder een ijzersterke monoloog waarin ze het belang van privacy vanuit verschillende kanten benadrukken. Hoewel de materie die wordt uiteengezet lastig te volgen is, is het verbazingwekkend knap hoe de acteurs al die moeilijke oorzaak-gevolgrelaties kunnen mededelen. Waar de een inspeelt op grappige parallellen tussen vroeger en heden, speelt een ander in op de vertrouwensband tussen hemzelf en het publiek De heren fluisteren ons toe alsof ze hun meest intieme geheim willen delen. We gaan hier zodanig op in, dat we niet eens twijfelen aan de waarheid van alle opgesomde feiten. Ook is het spel erg geloofwaardig. Vooral dat van Pierre Bokma, die in de gedaante van business woman Pip Zaal de heren van de commissie met Engelse slogans en spreuken (‘Fffirst things firssst’) probeert te inspireren en hun overdreven masculiniteit weet te temperen.
Verbluft raak je van het ijzersterke spel, de doordachte personages, het zakelijke en doch fascinerende decor, de afwisseling in toneelspel en serieuze monologen en de ogenschijnlijk zeer goede voorbereiding. Dit sierlijke kader verliest echter gedeeltelijk haar kracht door de soms erg lange praatjes van de commissie. Soms duurt het heen-en-weer-gebrabbel tussen de vijf mannen net iets te lang, waardoor de gesprekken flauw worden. Soms zijn de personages ook erg karikaturaal en liggen de grappen erg voor de hand. Alhoewel: het gros van de bezoekers lacht om iedere oenige handeling, maar één blik op de grijze hoofden in de zaal wijst erop dat hier sprake kan zijn van een generatiekloof.
Het moet toch worden gezegd: de voorstellingen van de Verleiders kennen een specifieke doelgroep en dat lijkt een oudere te zijn. Een doelgroep die snel meewarig zijn hoofd schudt als er weer een statement over privacy-misbruik richting de zaal wordt geslingerd. En gretig zijn of haar mobiel erbij pakt als er op het allerlaatste moment een lijstje met tips voor jouw privacy in de Whatsapp-groep wordt geplaatst (welke alternatieven zijn er voor Google, hoe verzin je een privacybestendig wachtwoord etc.). Even gretig staat George van Houts te springen als hij de tips mededeelt. Het voelt bijna alsof hij aan zijn opa en oma uitlegt hoe een computer werkt. Deze mini-les over privacy doet overigens de vraag rijzen waarom de bezoekers al aan het begin van de voorstelling hun mobiel moesten aanzetten, als er pas ná het slotapplaus iets mee wordt gedaan. Hoewel de kortstondige interactie met het publiek iets positiefs heeft, is de gedeelte informatie in de voorstelling er vooral op gericht om mensen bewust te maken van bepaalde kennisinstituten die onze meest vertrouwelijke informatie kunnen doorsluizen naar bedrijven en dergelijke. Hier is één passend woord voor en daarin zijn de Verleiders zeker geslaagd: bangmakerij.