Een plaat vol eigenaardigheden
Ruim twee maanden geleden bracht de zeskoppige formatie Atanga Boom uit Rotterdam het gelijknamige debuutalbum uit. Tijdens de cd-presentatie klonk er een mix van wereldmuziek, jazz en afrofunk in de bovenzaal van Paradiso. Atanga Boom sleept zeer diverse muzikale bagage met zich mee.
Ergens in de zomer van 2012 verzamelde zich een groepje muzikanten met verschillende achtergronden, wat leidde tot een zeer unieke samenstelling met als basis gitaar, baritonsax, tuba, toetsen, percussie en zang. Deze muzikanten deden al eerder podiumervaring op bij onder anderen Caro Emerald, La Boutique Fantastique en José James, waardoor zij niet onopgemerkt bleven door de media. Al vrij snel na de oprichting kwamen ze terecht bij het live-programma van Radio 6 (destijds Mijke’s Middag) en later werden ze uitgenodigd om op festivals te spelen met onder andere optredens bij Jazz in Duketown (Den Bosch) en de Jazzdag (Rotterdam) vorig jaar.
Niet alledaags
Hoewel de naam van de band misschien anders doet denken, is Atanga Boom toch echt een Nederlandse groep. De unieke samenstelling zorgt voor een eigen, krachtig geluid die wezenlijk verschilt van andere Nederlandse afrofunk-groepen, zoals Koffie of de jongemannen van Jungle by Night. Het samenspel van de tuba (Axels Schappert) en de baritonsax (Coen Kaldeway) zorgt voor explosiviteit in het lage register. Dit wordt gecombineerd met de aanstekelijke en complexe ritmes van het percussieduo (Greg Smith op drums en Helene Jank op percussie-instrumenten en zang). De ritmesectie wordt verder aangevuld met wervelende orgel- en synthesizerklanken (Maarten Meddens) en scheurende gitaarriffjes (Mark Tuinstra). De band heeft zodoende een stevige ondergrond waarop alle instrumentalisten, steeds in een andere combinatie, de boventoon kunnen voeren. Hierdoor ontstaat er een aantal flinke muzikale duels die afgewisseld worden met ontspannen grooves om de muzikale flow van het geheel in balans te houden.
Niet van hier?
Een kleurrijk geluid met veel timbreverschillen, meestal gepaard met veel dissonantie, staat centraal op deze avontuurlijk plaat. Met het stevige en meeslepende instrumentale nummer ‘Wuzz Gnawan’ opent Atanga Boom haar eerste verrassingskoffer. Meteen horen we een call-and-response tussen het rauwe geluid van de overstuurde gitaar, baritonsax en orgel tegenover percussiesolootjes. Ze geven hiermee een verwijzing naar de West-Afrikaanse Gnawa-muziek, waarvan het centrum in Essaouira (Marokko) ligt waar elk jaar een wereldmuziekfestival gehouden wordt. Al menig bekend muzikant werd op dit festival geïnspireerd, zoals Jimmy Page, Brian Jones en meesterproducer Tucker Martine.
Op de tweede track brengt de band een tribuut aan de naamgever van de band in een Cubaans 12/8e ritme. Het lied vertelt over meneer Atanga’s zoektocht naar water in Gana. Met zijn doorzettingsvermogen graaft hij op de plek die de Wijze hem had aangewezen een put totdat het water er rijkelijk uit stroomt, ook al geloofde niemand meer in hem. Het is deze gedachte waar de bandleden inspiratie uit putten.
Verscheidene muzikale invloeden blijven aan de orde komen met de West-Afrikaanse helende rituelen van de oorspronkelijke Gnawa-muzikanten op de achtergrond. De rest van het album is daar geen uitzondering op. Om nog maar wat voorbeelden te geven van de overige tracks: de band lijkt tijdelijk van de aardbodem verdwenen door een geweld van elektronische sytnthgeluiden in ‘Simca 2000’, alsof ze in een trance gebracht zijn. Hypnotische klanken komen terug in ‘Le Truc’ door de herhaaldelijke harmonie en de zwevende melodielijnen van de gitaar en de baritonsax, voordat de band terug valt in de relaxte sfeer van ‘Boomtraum’. Traditionele Afrikaanse goden worden opgeroepen en met de pandeiro (een Braziliaans percussie-instrument) worden kwade gedachten uit onze geest verdrongen in ‘Erase Your Head’ om tot slot te eindigen met een stevig duel tussen baritonsax en de toetsen in ‘Catch’.
De debuutplaat verveelt geen moment en omvat een fijne afwisseling van een gevarieerd repertoire, gebracht door gedreven muzikanten. De muziek van de overwegend instrumentale, maar niet altijd even toegankelijke, nummers zit technisch uitstekend in elkaar. Voor de algemene luisteraar zal het als een raar album overkomen, maar deze gekheid voor wereldmuziek, afrofunk en jazz verdient wel degelijk een plaats in de kast van de echte (en avontuurlijke) liefhebber.