Een hachelijke zaak
De première van een stuk over Rotterdam die een half uur te laat begint omdat de trein uit Amsterdam vertraging heeft… Je had, op minder genereuze momenten, kunnen insinueren dat daar nu precies het hachelijke van zo’n onderneming mee wordt samengevat. Want de aanstichter zelf, Sadettin Kirmiziyüz in de rol van, laten we zeggen, Lévi-Strauss, moet ook gewoon de trein pakken wil hij zich over Rotterdam laten bijscholen – en bijscholen moet je je wel als je een ambitieus vierluik over de (mijn) moderne stad aan de Maas maakt, waarvan het eerste deel, Code010, over de grootste haven van Europa gaat.
En dus hebben de acteurs, in samenwerking met de Rotterdamse toneelschrijver Simon Weeda, research gedaan. Ze zijn de haven ingedoken, hebben arbeiders gesproken, vakbondslui, journalisten. Uit die verhalen hebben ze een voorstelling gemaakt. Die voorstelling is luchtig, snel, niet te lang, maar soms ook wat aan de oppervlakkige kant, alsof ze meenden dat er een ironische tegenpool nodig was voor het gewicht van de materie die ze de repetitieruimte in wisten te slepen. Zo wordt geweld en prostitutie omringt door monologen waarin de acteurs ook toegeven on-ge-ló-fe-lijk geshockeerd te zijn over wat ze tijdens hun research tegenkwamen. Die enigszins kinderlijke shock is inderdaad wat soms overheerst. Dit zijn mensen die op excursie zijn geweest, ongedurige schoolkinderen die thuis aan de eetkamertafel tegen hun mama uitroepen, “Wat ik nou toch heb meegemaakt…”
The Great Globe Itself
Sadettin Kirmiziyüz heeft een nonchalance die doet denken aan Woody Allen – ogenschijnlijk improviserend maar toch, of juist daardoor, precies raak – en hij gebruikte zijn ontspannen charme om de avond te laten beginnen met een korte verbale rondleiding over een imaginaire aardbol. Met de Rotterdamse haven als middelpunt vinkt hij één voor één de boze buitenwerelden aan die zich met miljoenen containerschepen tegelijk op de haven storten. Daar ligt Peru, daar Vladivostok, daar Japan. Dit stuk, zo voel je, heeft een Groot Thema. Inderdaad, alleen al de cijfers zijn indrukwekkend. Zeven miljoen containers per jaar; containers zo groot als huizen. Slechts 50.000 die gecontroleerd kunnen worden. Dat moet wel een broeinest voor ellende zijn, en dat is het ook. Die ellende noemen we: smokkel.
Te veel; te weinig
Drie verhaallijnen worden in de voorstelling uitgewerkt: een goedaardige maar uiteindelijk corrumperende havenwerker, een hoerenmadam en een overambitieuze rechercheur. Dat is veel, zeker in een redelijk korte voorstelling, vooral als je dan ook nog op een paar momenten de dialoog met het publiek aan wilt gaan. Daardoor verloor de voorstelling na een tijdje zijn overredingskracht – niet omdat de verhalen te “licht” waren, maar vooral omdat de verhalen niet “zwaar” genoeg werden gebracht. Te veel Tarentino en televisie, te weinig (om eens een maritiem meesterwerk te noemen) “A View from the Bridge”).
Post Scriptum
Het getuigt van een goede timing dat er net op de dag dat deze recensie geschreven werd een item op het journaal verscheen over een havenmedewerker die wegens drugssmokkel is opgepakt. Ik kon mij direct voorstellen hoe hij gepakt is. Het laat zien dat de makers in hun informatieve opdracht zijn geslaagd. In hun dramatische opdracht, die belangrijker is, echter niet, want ik kon mij nog steeds geen beeld vormen van wat voor soort persoon ze opgepakt hebben, wat nou de tragiek van die persoon was. Was het toneelstuk beter – menselijker – geweest, dan had ik dat wel gekund.