Nieuwe ‘kersentuin’ toont knap de verkwistende mens als voer voor de wolven
Een totaal vernieuwde ‘kersentuin’: wie dat durft toont lef, want wie waagt zich aan een dergelijke Russische klassieker? Toneelschrijver Jibbe Willems maakte van De Kersentuin door Toneelgroep Maastricht een moderne versie met eigentijdse teksten, een diversiteit aan culturen, met een ‘kersentuin’ in een niet nader te noemen land en humor met onderliggend lijden. Deze ‘kersentuin’ is thuiskomen in een bekende wereld met onbekende bestemming.
De toneelversie raakt een snaar die nog altijd resoneert: mensen rekenen zich rijk en leveren zich uit aan banken. Ze beleven een kort moment van glorie maar in wezen bezitten ze niets. Wie zijn verantwoordelijkheid niet neemt en zich afhankelijk maakt, is voer voor de wolven.
Tsjechov schreef De Kersentuin in 1904 op zijn sterfbed. Een week na de verschijning van het stuk stierf hij. Een onrustige tijd ook want net als nu drukte de consumptiemaatschappij haar stempel op de tijd en net als nu hadden mensen het overweldigende gevoel dat ze leefden in een steeds snellere wereld, een wereld die steeds harder voortraasde met onbekende bestemming, aldus schrijver Philip Blom in zijn boek De duizelingwekkende jaren.
Toneelgroep Maastricht is van 1 maart tot en met 3 juni op tournee met De Kersentuin van Anton Tsjechov onder regie van Michel Sluysmans met tekst van Jibbe Willems. Afgelopen vrijdag 24 maart stonden ze in de DeLaMar in Amsterdam. Wie houdt van een tragikomisch toneelstuk in alledaags taalgebruik, een rijke compacte zinstructuur en scherpe dialogen, zit goed bij deze voorstelling.
Opening
Voor de theaterbewerking die Sluysmans van het originele stuk maakte, staat in het midden van de toneelvloer een houten plateau: de centrale arena van deze komedie. Met enkele ingrepen verbeeldt de ruimte het landhuis met de kersenbloesem. Projecties op de achterwand tonen de kersentuin in verschillende jaargetijden.
Het stuk opent met de acht acteurs rechtop op het draaiende plateau. Afwachtend kijken ze de wereld in. Op de achterwand draait de aardbol als videoprojectie in tegengestelde richting. Zo creëert Sluysmans een expositie die nieuwsgierig maakt. Hiermee wordt New York vertegenwoordigd, het thuisland met het landhuis en kersentuin van de familie Ranevskaja (als aparte werelden), het onrealistische wereldbeeld van Ljoebov, het nieuwe wereldbeeld van zakenman Lopachin en ten slotte de vluchtige tijd voor allen.
Spanning en emotie
Wanneer zakenman Lopachin zijn toekomstplannen presenteert, stijgt de spanning. Een vervallen landhuis van dit formaat eist onderhoud en dus een flinke financiële investering. Voor Ljoebov Ranevskaja is het onmogelijk hieraan te voldoen. Haar New Yorkse levensstijl als celebrity en filmactrice, vol decadentie, trok haar bankrekening leeg. Van Lopachin en haar broer leent ze geld. Zo krijgt Lopachin als hongerige zakenman grip op haar situatie, wat de aankoop van het familiebezit voor de bouw van vakantiewoningen mogelijk maakt.
Maar de échte emotie in dit stuk zit bij het verlies van Ljoebovs vierjarige dochter. Hier halen de makers alles uit de kast om het tragikomische element van deze ‘kersentuin’ nog explicieter te maken. Met acht grote spiegels op het podium – in een handomdraai veranderd in een grafsteen met meisjesfoto – bekent Ljoebov haar vermeende schuld. ‘Ik was met mijzelf bezig. Weet ik veel. Waarschijnlijk was ik aan het neuken. Warja zou haar in de gaten houden.’ Met humor, ironie en de juiste lichaamstaal slingert ze haar kwetsbare monoloog de zaal in: helaas enigszins over the top wanneer ze huilend neerzijgt voor de grafsteen. Het zijn de grote draaibare spiegels die ons allen confronteren: degene die verantwoordelijkheid neemt en deze niet van zich af schuift, had dit ongeval kunnen voorkomen.
Maatschappelijke ontwikkelingen
Sluysmans kiest ook dit keer, net als bij Een Meeuw uit 2022, voor een kleinere cast dan door Tsjechov voorgeschreven. Voor alle acht rollen maakt hij ruimte voor een monoloog waarmee Sluysmans als het ware elke acteur een hoofdrol geeft. Zo leren we alle personages even goed kennen: hun frustraties, hun wensen, hun verhoudingen tot de wereld en elkaar. Op deze manier speelt Sluysmans met het perspectief van toen en nu waarbij verlies van tradities en het veranderen van sociale verhoudingen een rol speelt.
Bovendien toont dit stuk ook andere maatschappelijke ontwikkelingen. Zo is er het conflict tussen de komst van tijdelijke bewoners, de toeristen, en de huidige bewoners die deze ontwikkeling met lede ogen aanzien. Daarnaast de groeiende inkomensverschillen: met de treffende anekdote door Anja over de poepende vrouw in de straten van New York. De narcistische selfiecultuur waarbij de mensheid andere belangrijke gebeurtenissen misloopt zoals het verdrinken van je kind in je eigen achtertuin.
En niet te vergeten de komst van de wolf, die aan het eind van het stuk als projectie het beeld in wandelt: laten we hem zijn gang gaan of zoeken we naar begrenzing? Een mooie metafoor voor hongerige projectontwikkelaars en andere (mondiale) opportunisten.
Met de geweldige acteer- en zangprestatie door Anniek Pheifer als Ljoebov, het vermakelijke spel door Jeroen Spitzenbergen als Lopachin en de moderne veelkleurige cast, presenteert dit gezelschap onderhoudend en vermakelijk theater. Dat niet alle spelers op gelijke wijze het vakmanschap lijken te beheersen, maakt de ervaring er niet minder om.
Cast
- Anniek Pheifer als Ljoebov
- Jeroen Spitzenbergen als Lopachin
- broer Leonid: Vincent Linthorst
- dochter Warja: Quiah Shilue
- dochter Anja: Ntianu Stuger
- de jonge huisknecht Jasja: Macedo dos Santos
- student Petja: Nick Renzo Gazia
- de 87-jarige huisknecht Firs: Beppe Costa tevens muziek