Afscheid nemen van een eeuw
Het einde is daar: in het derde deel van Carmen Korns trilogie, De tijden veranderen geheten, volgt dan eindelijk het onvermijdelijke afscheid van de vier vrouwen die je na aan het hart zijn gaan liggen: Henny, Käthe, Ida en Lina en hun levenspartners en kinderen. Wie aan dit laatste deel begint, wil niet dat het stopt. Het is wederom een ontzettend knap geschreven roman, die de tijdsgeest (of beter gezegd: tijdsgeesten) secuur weet te vangen.
Veranderingen alom
Het is maart 1970 en de vier Hamburgers in hart en nieren (te weten Henny, Käthe, Ida en Lina) zijn ondertussen bejaarde vrouwen. Nu zijn het hun kinderen én zelfs kleinkinderen die in de bloei van hun leven staan. De families worden steeds groter, maar de verhaallijnen zijn nog steeds te overzien. In hun geliefde winkelstraten verschijnen steeds meer blokken beton. Alom veranderingen, veranderingen, veranderingen – wat de titel al deed bevroeden. De ene verandering pakt slecht uit (zoals te verwachten zijn er in deze roman meer sterfgevallen dan in deel 1 en 2 bij elkaar) en andere veranderingen pakken positief uit (geluk blijkt toch voor meer mensen weggelegd dan verwacht). Gelukkig blijft Korn vernieuwend uitpakken en laat ze allerlei frisse gezichten de revue passeren, van wie de gebroeders Jon en Stefan toch verreweg de meest opbeurende karakters zijn. Marike’s dochter Katja – inmiddels een fotografe die naar allerlei conflictgebieden wordt gestuurd – heeft haar knipperlichtrelatie met Karsten eindelijk beëindigd en wordt verliefd op iemand aan de andere kant van de muur: Jon. Kan hun liefde alle grenzen overwinnen? Zelfs het IJzeren Gordijn?
Intussen breidt ook het gezin van Florentine uit. Samen met haar ‘husky’, haar koosnaampje voor haar man Robert die een groen en blauw (nep)oog heeft, krijgt ze een eveneens erg knappe spruit. Met de komst van de kleine Loretta – het jongere zusje van Lorenz – lijkt het allemaal pais en vree, maar Florentine lijkt de modellenwereld nog geen gedag te kunnen zeggen. Ruth heeft het minder getroffen nu ze wederom is gezwicht voor de politiek activist András. Hun beider gezichten prijken op allerlei opsporingsposters, tot in de verste uithoeken van Duitsland. Rudi blijft het verlaten en uitgestorven appartement van Ruth in Berlijn bezoeken en schoonmaken, tevergeefs wachtend op haar terugkeer…
Konstantin zet de familietraditie voort en wil net als zijn moeder en grootmoeder het liefst zijn dagen gaan slijten in de Finkenau, de plek waar de jonge vrouwen elkaar ooit ontmoetten en waar hun carrière als vroedvrouw begon. Zijn geliefde Vivi wil maar al te graag een gezin beginnen, maar dat vergt iets te veel van de ambitieuze Konstantin. Langzaamaan veranderen kleine kinderen in volwassenen en zijn het de kinderen die de zorg voor hun ouders op zich beginnen te nemen. Het lot treft voornamelijk Ida, die als ijdeltuit de hardste klap te verduren krijgt.
Korn, de perfecte geschiedenisdocent
Ook dit keer vliegen de historische gebeurtenissen je om de oren. De DDR, de Vietnamoorlog en de RAF, met als ultieme hoogtepunt de val van de Berlijnse Muur. Geen enkele gebeurtenis laat Korn voorbijgaan zonder dat het betrekking heeft op één van haar vele personages. Ook het onderwerp ‘aids’ vormt in dit boek een heikel punt en zet de relatie van Alex en Klaus kortstondig op losse schroeven. Gelukkig maar dat de vier dames zo’n lang leven is beschoren (toevalligerwijs halen ze minstens allemaal de 90), want daardoor zien we hoe de oude besjes zich letterlijk door het ene na het andere decennium ploegen. Je krijgt soms bijna het idee dat de schrijfster de honderd aantikt, zoveel details maken de geschiedenis bijna tastbaar.
Ook in dit derde deel gaat Korn onvermoeid door met haar geschiedenisles. Ze is precies die docent aan wiens lippen je gekluisterd zit; je wilt maar niet dat ze stopt met vertellen. En dat vertellen, dat doet ze op haar eigen magnifieke wijze. Wat een vaart zit er in het verhaal en dat met zo uitzonderlijk veel verhaallijnen. De verhalen van de vier vrouwen en hun steeds meer uitbreidende families verveelt – tot verbazing – nooit. Zelfs beschrijvingen van het alledaagse leven weet Korn op te fleuren. Het is gewoonweg weer een feest voor de ogen om dit te mogen lezen. Je doorvoelt ook alles wat de hoofdpersonages meemaken en je pinkt zo een traantje mee met de personages.
Op het cynische af
Opvallend is dat de humor in dit deel nog nadrukkelijker aanwezig is. Meerdere malen worden er spottende opmerkingen gemaakt die inspelen op de lachspieren. Voornamelijk de klagende opmerkingen van Käthe – soms op het cynische af – maken dat je dit boek al glimlachend doorbladert. Zij is echter niet het enige hartverwarmende karakter. Je merkt dat de familie en vrienden een ongekend hechte band met elkaar hebben. Het is bijna om jaloers van te worden. De hele kliek wordt gekenmerkt door een grote vrijgevigheid én het is opmerkelijk hoe makkelijk ze alles en iedereen zomaar accepteren (zeker gezien de tijdsgeest).
Wederom verdient Korn een groot applaus en een diepe buiging voor het scala aan personages dat ze heeft geschapen en daarmee ook een stem geeft aan minderheden in de samenleving. Aan hen die dat niet zonder slag of stoot krijgen. Dit laatste deel is de kroon op het eerdere werk van Korn, van wiens hand er hopelijk nog veel boeken zullen komen. Hoe het ook zij met deze trilogie, ‘haar tijd’ als schrijver is nog lang niet ten einde. Jammer blijft wel dat een trilogie vaak ook echt maar uit drie boeken bestaat…