De doofpot als dagelijks gereedschap
The last son is een parabel voor de politiek in tijden van Trump, gegoten in de vorm
van de reconstructie van een historische doofpotaffaire. Nauwgezet laat de film zien hoe in 1969 een nieuwsgebeurtenis wordt geframed en feiten er ook toen al niet toe deden.
Het heet de vloek van de Kennedy’s. Er waren eens vier broers uit een invloedrijk politiek
geslacht. Het kwartet leek voorbestemd voor hoge posities totdat het noodlot keer op keer toesloeg. Broer 1, Joe, sneuvelde in 1944 als piloot in de oorlog. Broer 2, John F., bracht het tot president maar werd in 1963 in Dallas omgelegd door Lee Harvey Oswald. Broer 3, de presidentskandidaat Robert, werd in 1968 buiten een hotel in Los Angeles neergeschoten door Sirhan Sirhan.
Broer 4, het nakomertje Teddy, leek de gedoodverfde opvolger als president, totdat hij in 1969 naar een besloten feestje voor campagnemedewerkers gaat op het eilandje Chappaquiddick, vlakbij het elitaire vakantie-eiland Martha’s Vineyard aan de Amerikaanse oostkust.
Te water
Teddy verlaat ‘s nachts het feestje met in zijn auto medewerkster Mary Jo Kopechne. Onderweg naar het strand gaat het mis. De auto raakt bij een brug te water. De aangedane en gewonde Teddy vlucht weg van de plaats van het ongeval. Samen met zijn vrienden keert hij terug om Kopechne te redden, maar hij verzuimt de politie te waarschuwen. Na een vergeefse zoektocht, sluit hij zich op in zijn hotel. De volgende dag treft de politie de gekantelde auto en het ontzielde lichaam van Kopechne aan.
Het ‘Chappaquiddick-incident’ is in de film slechts de aanloop naar alle pogingen van Teddy en zijn adviseurs om de laffe daad te verhullen en schade aan zijn politieke carrière te voorkomen. Aanvankelijk vertrouwt de labiele Teddy nog de adviezen van zijn neef Joe, maar dan begint zijn dominante vader zich met de affaire te bemoeien en begint er een spel van liegen, draaien, spinnen en framen. Dat leidt tot fascinerende politieke machinaties waarbij waarheid, feiten en uiteindelijk de moraal steeds verder uit beeld verdwijnen en alles draait om beeldvorming. Hoe herkenbaar in deze tijd van Trump en fact free politics.
Cynisch
The last son is een verhaal met cynische, opportunistische en huichelachtige personages. De kijker kan zich eigenlijk alleen identificeren met neef Joe, die tijdig afstand neemt van het amorele lobbywerk. Door zijn ogen volgen we een deel van de ontwikkelingen.
Verwacht dus geen ontroerend verhaal over noodlot en ongeluk in de belangrijkste politieke familie van Amerika. Acteur Jason Clarke zet Teddy Kennedy neer als een besluiteloze zwakkeling. Wel biedt regisseur John Curran (Tracks, The painted veil) een spannend inkijkje in een vies en vuig politiek bedrijf waar een doofpot tot het dagelijks gereedschap behoort. Dankzij de smaakvolle aankleding en muziek kijkt The last son ook nog eens lekker weg.