In de coulissen van de Albert Heijn
Theatraal drama is in het romandebuut van Jente Jong nooit ver weg. Uit een verhaal doorspekt met elementen uit haar toneelachtergrond komt een indringend gemis omhoog. Een gemis dat prima in bedwang lijkt te houden met fantasievolle fictie. Tot ook dat niet meer gaat.
‘Ik sta op een bed met twee hemdjes in mijn handen, van mijn zoons die ik zojuist heb vermoord.’ Actrice Sara staat midden in haar eigen theaterproductie op het toneel in de rol van Medea, als alles om haar heen mistig wordt. Eén obsessieve gedachte beheerst haar nog maar: de vrouw die ze die week bij de Albert Heijn zag, moet haar moeder zijn. Vanaf dat moment komen alle tandwielen van haar redelijk succesvolle bestaan, knarsend tot stilstand.
Nadat Sara uit haar eigen voorstelling is gezet door haar theatergroep, stort ze zich in een nieuwe rol; ze wordt caissière bij de Albert Heijn. Dit wordt haar nieuwe toneel, al klinkt er aan het eind van de vlakke dagen geen applaus. Ze moét in de buurt komen van de vrouw die ze als haar moeder bestempelt.
Zwijgen is zilver
Jente Jong bouwt om haar personage Sara een decor op dat de schrijfster vertrouwd is; zelf is ze al jaren werkzaam als theatermaker en actrice. En wellicht was de bühne voor Jong ooit ook wel een vlucht naar een wereld vol fictie, waarin alles nog mogelijk is. Jong verloor namelijk haar eigen moeder toen ze twee jaar oud was. Dit boek gaat over dat verlies en over hoe je dat lang kunt omzeilen. Tot het moment arriveert dat je je aan niets meer vast kunt houden, en je het diepe in moet. Want, omweg of niet, rouwen moet, zoveel weet Jong ons wel duidelijk te maken.
Sara groeide op met haar vader. Als kind werd haar verteld dat haar moeder de strijd tegen kanker had verloren. ‘Maar een dode moeder paste niet bij mij en dus verzon ik betere verhalen.’ Het hardnekkig zwijgen over het verleden door haar vader – steevast afstandelijk Henrik genoemd – is als olie op het vuur van deze struisvogelpolitiek.
Goud
Sara blijkt een notoire wegduwer. Van de waarheid over de ongeneeslijke zieke huisvriendin Christie tot de onvermijdelijke gevoelens voor jeugdvriend Thomas. En als lezer word je meegenomen in haar gedachtegang die zich steeds vaster draait. Om de verwarring compleet te maken worden er zonder nadere toelichting een aantal fragmenten uit twee verschillende dagboeken gebruikt, wat het lezen enigszins stroef maakt.
In deel twee van het boek, getiteld Het intieme, krijgt Sara deze twee dagboeken van haar moeder in handen. Alles wat ze op afstand heeft gehouden komt nu dichterbij. Inclusief haar vader.
Hij neemt haar zonder veel te zeggen mee naar het strand, de plek waar haar moeder blijkt te zijn uitgestrooid. En dan beseft Sara dat haar vader haar moeder heeft uitgewist uit puur lijfsbehoud.
‘Nu pas zie ik hoeveel kleerscheuren Henrik heeft, hoe ruw en droog zijn handen zijn en hoe kapot zijn lippen. Hij heeft het ternauwernood overleefd. En ik heb niks, dankzij hem.’
Voorstelling
Het voelt alsof Jong niet onder het schrijven van dit boek, dat op vele vlakken tegen haar eigen verhaal aan schuurt, uit kon. Die noodzaak maakt het verhaal urgent, maar dan vooral op persoonlijk vlak. Daarbij is haar debuterende romanstem af en toe nog wankel te noemen. Zo doet haar beeldspraak wat geforceerd aan: een oude vrouw duwt een rollator voort ‘als een schoolopdracht waar je geen zin in hebt’ en strepen licht ‘tekenen zebra’s op het bed’. Verder erfgoed uit de toneelwereld is de soms aangedikte dramatoon in de dialogen, die als een-tweetjes uit een script lijken te komen, maar niet echt over dat voetlicht heen weten te raken.
En zo blijft de lezer uiteindelijk toch vooral toeschouwer van de voorstelling van Jong.