De onvolmaakten
.
De onvolmaakten, zoals de Nederlandse vertaling luidt, speelt zich af op ‘de krant’. Een naamloze, internationale krant zonder website. Als in Rome, waar de redactie zetelt, de dag aanbreekt, is het op de ene helft van de wereld al bijna avond en op de andere nog diep in de nacht. Dat moet wel slecht aflopen. In elf verhalen – nee, geen hoofdstukken – volgen we de krantenredactie zo’n halfjaar lang, tot het onvermijdelijke einde. Elk verhaal zoomt in op een van de betrokkenen, van de necrologieënschrijver via de eindredacteur tot een trouwe lezeres.
Hoogstaand televisiedrama
Tussen de verhalen door serveert Rachman korte episodes over de geschiedenis van de krant, die in in de glorieuze jaren na de Tweede Wereldoorlog is opgericht als hobbyproject van een rijke, Amerikaanse zakenman. Uiteindelijk arriveert de geschiedenis in het heden en dat betekent het einde, letterlijk en figuurlijk.
Zo’n droge weergave van structuur en thematiek doet absoluut geen recht aan deze verhalenroman. De onvolmaakten is niet alleen leuk voor journalisten en krantenlezers, of voer voor literatuurwetenschappers. De ingenieuze vorm doet eerder denken aan hoogstaand televisiedrama dan aan postmodernistische verhalenpuzzels – en dat is bedoeld als compliment. De krantenredactie weerspiegelt met haar computers, waterkoeler, morsige collega’s en betweterige baas hét kantoor.
Scheurtjes
Steeds weer laat Rachman zien hoe ver zakelijk en privé uit elkaar liggen. Zoals bij Herman Cohen, chef eindredactie, die een bijbel bijhoudt van stijlfouten, maar thuis heerlijk eten kookt voor zijn vrouw en in de schaduw leeft van zijn beste vriend. ‘Op zijn werk doet Herman de correcties. Niet hier.’ Door scheurtjes in de oppervlakte licht echter de imperfectie op die de verhalen voortdrijft. Hoezeer de personages ook proberen een pijnloos en gladgestreken leven te leiden, steeds verschijnt er weer een smetje. Als een krant die nooit foutloos zal zijn.
Slippertje
Niet alleen privé- en kantoorleven liggen mijlenver uiteen. Rachman is een meester in het beschrijven van de innerlijke gemoedsbewegingen van zijn personages, en hoe ze die verborgen proberen te houden voor anderen en zichzelf. Abbey Pinnnola, hoofd Financiële administratie, ontmoet een ex-collega in het vliegtuig:
Ze houdt haar buik in en wurmt zich langs hem heen, pakt haar handtas uit het bagagecompartiment en loopt naar de toiletten. Als ze eenmaal veilig binnen zit, bekijkt ze zichzelf in de spiegel in het niet bepaald flatteuze licht. ‘Ik zie er niet uit, godsamme!’ (…) Ze trekt haar knellende beugelbeha omlaag, kijkt even in haar shirt: een versleten zwarte beha. Ze gluurt even in haar broek: een blauwe omaslip. Gezellige combi: boven begrafeniskant en onder parachutestof. Doe niet zo dom – wie ziet het nou? Nog één verfrissingsdoekje. Klaar.
Het tragische van de verhalen is dat het juist misgaat op het moment dat ze proberen oprecht te zijn en door de buitenkant heen proberen te breken. Pogingen tot eerlijkheid leiden tot misverstanden en de smetjes groeien uit tot levensgrote vlekken. Schrijnend is het verhaal van Craig, nieuwsredacteur, en Annika, zijn mooie, jonge, blonde vriendin. Na een slippertje gooit hij haar het huis uit.
Hij wacht twee tergende uren.
Is zijn bedoeling duidelijk? De bedoeling die hij al zo lang duidelijk wilde maken. Nee, dit was ook weer niet de bedoeling.
Hij pakt zijn mobieltje en ziet dat ze hem een sms’je heeft gestuurd: ‘mis je, mag ik langskomen?’ Het is uren geleden verzonden, toen hij nog in het souterrain zat en zij nog hier was. Hij belt haar, maar ze neemt niet op.
Halsoverkop verliefd
De schijnwereld is nodig om alles in stand te houden. Het leven drijft net als de krant op imperfectie. Daar gaat iets troostends van uit, waar bovendien om te lachen valt. Heeft dit boek zelf dan geen enkel smetje? Ik vond het laatste verhaal het zwakste – een nogal futloos einde aan een prachtig boek. Maar ook dat futloze eind, als de krant zomaar opeens ten onder dreigt te gaan, past bij de rest. ‘Al die jaren hebben ze de krant vervloekt, maar nu de krant hen in de steek dreigt te laten, worden ze weer halsoverkop verliefd.’ Het is te laat. Vandaag is achterhaald en morgen gaat het leven door. Wie goed terechtkomt en wie minder goed, is voorbehouden aan het toeval. Perfect wordt het nooit. Behalve in deze roman.