Boeken / Fictie

Jeugdige literatuur in een stijlvol jasje

recensie: Das Magazin. Literair tijdschrift

Nederland is een literair tijdschrift rijker. Das Magazin (afgekort Das Mag) is jong, eigenwijs en vooral heel mooi. Een eerbetoon aan de letter.

Gedichten op bierviltjes, een handleiding in wasknijpen, een grote verscheidenheid aan verhalen, prozagedichten. Je kunt het zo gek niet bedenken, of het staat in Das Mag. Als het maar gemaakt is met woorden, mooie woorden. Niet alles is even geslaagd, wel is alles even enthousiast. En bij wie gevoelig is voor taal, zal dat enthousiasme ongetwijfeld overslaan: van Das Magazin krijg je zin om te schrijven.

Verleiden
Dat komt niet in de laatste plaats door de vormgeving. Das Mag draait dan wel om woorden en zinnen, het oog moet wel worden verleid ze te lezen. Oprichters Toine Donk en Daniël van der Meer beseften dat. In de aankondiging van Das Magazin, waarvan in september het nulnummer verscheen, noemden zij het doel van het tijdschrift: opgepakt en gelezen worden. Het moest een tijschrift worden ‘volledig tegen de conjunctuur in, zoals Keynes het zou willen’. Het resultaat is een tijdschrift dat de aandacht vangt zonder schreeuwerig te zijn. Hip op een tijdloze manier. Dikke bladzijden, mooie illustraties en een prettige leesletter maken het tot een waar kunstwerkje.

Het thema van het eerste nummer is ‘De Aanval’. Niet dat de redactie zich daar veel van heeft aangetrokken. Slechts een van de vier hoofdstukken waarin het tijdschrift is opgedeeld, is aan het thema gerelateerd. Daarin staat onder andere een verhaal van Joost de Vries, ‘Vechtmemoires’, over de vroegere stoeipartijen tussen hem en zijn broer. Verder zou je dat hele aanvalsidee zo vergeten. Maar ach, wat deert het. Das Magazin geeft niet de indruk zich aan regels te willen houden.

Experimenteel, vrolijk en spontaan
Dat experimentele maakt het tot een vrolijk en spontaan tijdschrift. In de rubriek ‘Literair Wereldnieuws’ is een vleugje politiek te vinden, in het essay van Chad Harbach een beetje ernst. Maar Das Magazin is vooral plezier. In het schrijven, in de taal. Er is plek voor iedere taalkunstenaar – rapper Faberyayo schreef een gedicht in het nulnummer, en cabaretier Jan Jaap van der Wal heeft zijn vaste plek in een briefwisseling met Daan Heerma van Voss.

Alhoewel, iedere taalkunstenaar… Echt verrassend is de keuze voor auteurs in Das Magazin niet. Ze maken bijna allemaal deel uit van het clubje schrijvers dat vaker samen optreedt, samen werkt en elkaar zelfs recenseert. Het ons-kent-onsgehalte is hoog. Op Remco Campert, A.H.J. Dautzenberg en Chad Harbach na zijn het écht jonge schrijvers, die zich succesvol aan een jonge generatie literatuurliefhebbers hebben weten te binden.

Niet alles even succesvol, maar uitschieters maken dat goed
Niet alle verhalen zijn even succesvol. Misschien dat het de prijs is voor het experimentele karakter. Zo zijn er twee pagina’s besteed aan een ‘fictieve datavisualisatie’. Grappig, voor even, een paar seconden, maar nalezen doe je het niet. Ook het onconventionele verhaal van Alma Mathijsen komt niet goed uit de verf. Het is een verzameling plaatjes van de hoofdpersoon met bijschriften, maar doordat ze niet echt een eenheid vormen, blijf je als lezer een beetje verdwaasd achter.

Uitschieters weten dat goed te maken. Zoals het melancholische ‘Hoe het was’ van Maartje Wortel. In rauwe zinnen en een vloeiend ritme vertelt ze het verhaal van een jongen die naar een eiland gaat om de teloorgang van zijn liefde te overdenken. Alleen dat verhaal al is een reden om Das Magazin te kopen, al is er nu alleen nog maar een deluxe editie verkrijgbaar. Voor het volgende nummer, dat in juni verschijnt, hebben de makers een grotere oplage beloofd. Iets om naar uit te kijken. En niet in het minst dus vanwege de fraaie vormgeving: Das Magazin gooi je niet zomaar bij het oud papier.