Boeken / Fictie

Weeshuizen met status

recensie: Renske de Greef - En je ziet nog eens wat

.

Renske de Greef (1984) schrijft al vanaf haar zestiende met veel succes columns en boeken. Ze woonde een tijdje in Tanzania en deed daar ongetwijfeld inspiratie op voor deze roman. In Tanzania blijkt alles anders dan verwacht. De eigenaar van het weeshuis is er met het geld van de vrijwilligers vandoor, de andere vrijwilligers blijken een stel maffe figuren en de weeskindjes zijn lang niet zo schattig als de vriendinnen zich hadden voorgesteld.

Exotische seks

Vol optimisme gaan Guusje en Anouk toch lesgeven aan de kindjes, maar dit blijkt niet zo’n succes. Van een vorige vrijwilliger hebben ze feilloos het alfabet leren opdreunen, maar wanneer ze hun eigen naam moeten leren roepen ze slechts in koor ‘my name is Anouk!’

Tot overmaat van ramp gebeurt het onvermijdelijke: de vriendinnen raken van elkaar vervreemd. Waar Guusje naast vrijwilligerswerk ook nog wil stappen en liefst wat exotische seks meepikt, overvalt Anouk het ‘moeder Theresa-complex’. Samen met een andere vrijwilligster begeeft ze zich elke avond met gevaar voor eigen leven op straat om rijst uit te delen aan straatkinderen. Ze laat Guusje links liggen, want in de schaarse tijd die overblijft, leert ze Swahili. Guusje stort zich uiteindelijk maar in het Tanzaniaanse uitgaansleven, waar ze menig avontuur beleeft dat ze vol humor beschrijft.

Het boek doet denken aan de in 1998 verschenen bestseller Ben je ervaren? (Are you experienced?) van William Sutcliffe. Ook in deze roman worden op pijnlijk humoristische wijze de jonge en naïeve wereldverbeteraars op de hak genomen. In het verhaal van Sutcliffe reizen ze af naar India, maar net als in Tanzania wordt er onder de vrijwilligers tegen elkaar opgeboden over de mate van leed dat ze met hun goedheid proberen te verzachten. ‘Nee de mensen met lepra waren zoveel dankbaarder’, spreekt een personage uit het boek van Sutcliffe, terwijl in En je ziet nog eens wat de weeshuizen hun status ontlenen aan het opvangen van wel of geen baby’s met aids.

Lekker scoren

Erg vernieuwend is En je ziet nog eens wat niet te noemen. Het boek is tamelijk voorspelbaar, er zijn weinig verrassende plotwendingen en dezelfde thematiek is al eens op hilarische wijze beschreven door Sutcliffe. De humoristische schrijfstijl van De Greef maakt echter veel goed. Want ook De Greef schrijft grappig. Ze schrijft ERG grappig. Zo beschrijft ze een ontmoeting met een andere vrijwilliger tijdens een avondje uit als volgt:

‘Zo, roep ik naar de jongen, waarom ben jij dit werk gaan doen?’
‘Voor de vrouwen,’ schreeuwt hij terug, terwijl hij een sigaret opsteekt.
‘Sorry?’ De muziek staat zo hard dat ik het misschien verkeerd verstaan heb.
‘Voor de vrouwen’ schreeuwt hij weer. ‘Een vriend van me heeft drie maanden lesgegeven in Ghana, en in die drie maanden had hij meer gescoord dan in vijf jaar. Toen hij dat vertelde wist ik niet hoe snel ik moest boeken.’

Voor iemand die van plan is vrijwilligerswerk in het buitenland te gaan doen, kan het verhelderend zijn dit boek eens te lezen. Het helpt in elk geval om de verwachtingen wat aan te scherpen; veel meer dan dat valt er niet uit te halen.

De Greef is een jong en veelbelovend schrijftalent. Als ze de volgende keer een originelere invalshoek kiest, is het te hopen dat ze nog lang blijft schrijven.