Boeken / Fictie

En verder, steeds maar verder groeit het oeuvre

recensie: Remco Campert - Om vijf uur in de middag

81 jaar is hij nu, Remco Campert. In zijn nieuwe boek, Om vijf uur in de middag, zit een foldertje waarin alweer een nieuw boek wordt aangekondigd, voor november. Zijn productie is onverminderd hoog, sterker nog, sinds Campert de pensioengerechtigde leeftijd bereikte, heeft hij er nog een schepje bovenop gedaan. En zijn niveau? Onverminderd hoog.

Hoe een boek van een jeugdheld te recenseren? Kun je het je veroorloven om eerlijk te zijn tegenover jezelf als de nieuwe oogst onverhoopt tegen mocht vallen? Je kunt het allicht proberen.

Om vijf uur in de middag is een verhalenbundel met langere, nog niet eerder gepubliceerde verhalen. Nieuw werk dus van een oude meester, in tegenstelling tot het voor november aangekondigde bundeltje met columns die Campert sinds zijn terugkeer iedere week in de Volkskrant publiceerde. Openingszin van het eerste verhaal, ‘Bestseller’, is hard, direct en dus niet bepaald ‘des Camperts’: ‘Ik, Wim Klein, wil neuken en wel zo snel mogelijk.’

Wat volgt is een verhaal over een aandoenlijk naïeve zoon van niet-belezen ouders, die denkt zijn maagdelijkheid te kunnen verliezen door het schrijven van een onverbiddelijke bestseller, categorie Ik Jan Cremer. Zijn ruimdenkende oma blijkt Cremer beter te kennen dan Wim ooit voor mogelijk zou kunnen houden. ‘Bestseller’ is een aardige opener van de bundel, maar niet meer dan dat.

Oude schrijvers
De beginzin van het tweede verhaal, ‘Seks met dieren’, is wederom bijzonder; het is niet de gebruikelijke, subtiele Campert-zin, maar een zin die ‘hard’ is in zijn humor:

Op een kwade dag had men schrijver Berend Roest in een dierentuin betrapt tijdens het verrichten van ontuchtige handelingen met een steengeit.

Wat volgt is een hilarisch relaas over een schrijver die maar niet van beesten af kan blijven, doch voor erotiek met kleine huisdieren schrikt hij terug. Erover schrijven lukt hem niet, ondanks herhaalde aansporingen van zijn therapeut. Het is een thema dat vaker terugkomt in Om vijf uur in de middag: de wens om te (kunnen) schrijven en de onmogelijkheid van het schrijven zelf. Dat komt expliciet aan de orde komt in de verhalen ‘Luchtdichter’en ‘Crisis’, vermoedelijk niet toevallig twee verhalen over bejaarde schrijvers die in een voortdurende worsteling zijn verwikkeld met hun productie, zowel het tempo als de kwaliteit ervan. In ‘Crisis’ wordt duidelijk hoe complex dit probleem kennelijk is voor de schrijver, maar ook voor zijn omgeving:

‘Ik weet niet wat er met me is,’ zei Lambert. ‘Ik heb het moeilijk en ik weet niet waarom.’
‘Moeilijk? Waarmee dan? We hebben het allemaal moeilijk.’
‘Mijn werk wil niet.’
Liesbeth zuchtte ongeduldig. Zijn werk, zijn heilige werk… Daar mocht je niet aankomen, want dat lag o zo gevoelig. Eigenlijk vond ze het maar een zwak excuus. Kop in de wind, aanpakken, als je geen zin hebt, dan maak je maar zin, dat was haar devies.

De twee langste verhalen, ‘De scholier’ en het titelverhaal ‘Om vijf uur in de middag’, vallen niet alleen qua omvang buiten de bundel. In beide verhalen is niet schrijven het ultieme doel, maar het jezelf zien te redden. In ‘De scholier’ wordt puber Jochem Penning langzaam volwassen, daarbij geholpen door de scheiding van zijn ouders, de nieuwe vriendin van zijn vader en de jazz. Opvallend hoezeer de thematiek van dit verhaal overeenkomt met het verhaaltje ‘In de maatschappij’ uit Camperts klassieke columnbundel Tot zoens. Uit ‘In de maatschappij’:

‘Maar wat wil je dan?’ werd mij wanhopig gevraagd toen ik een jaar of zeventien, achttien was. De middelbare school afmaken wilde ik niet, zoveel was wel duidelijk geworden. (…) Tot de Cobratentoonstelling in 1948 in het Stedelijk Museum was eigenlijk het enige waarin ik me herkende de jazzmuziek die, haar aard getrouw, een bijna verboden bestaan leidde.

Uit ‘De scholier’:

‘Je toekomst,’ zei Jochem Pennings vader met nadruk. ‘Denk jij eigenlijk wel eens aan je toekomst?’ (…)
In de liefde voor de jazz zag Fred Jochem eerder als een zielsgenoot, een soulmate. 

Niet het allerbeste
Met ‘Om vijf uur in de middag’ slaat Campert een voor hem en zijn fans een volstrekt nieuwe weg in. Een spannend verhaal is het, over een geheim agent, en ook nu blijft Camperts taalbeheersing en zijn voorkeur voor personages die op hemzelf lijken overeind. Tot slot nog een speciale vermelding voor het verhaal ‘Chimères’, dat eigenlijk meer een lang gedicht is, vergelijkbaar met Camperts beroemde gedicht ‘Lamento’. Ook hier laat de schrijver alles weg wat de lezer zelf in kan vullen.

Om vijf uur in de middag maakt ten overvloede duidelijk waarom Remco Campert een unieke auteur is. Moeiteloos switchen tussen schrijfstijlen en thema’s en toch je onmiskenbare stem bewaren, dat kan alleen Campert. Toch is dit niet het boek uit z’n oeuvre dat nog eindeloos zal worden blijven herlezen. Daarvoor blinken de individuele verhalen net wat te weinig uit. Campert levert literaire kwaliteit, altijd, dat is allang niets bijzonders meer. Als Om vijf uur in de middag niet tot het beste behoort wat hij ooit schreef, zit het met de rest van dat werk dus wel goed. Maar dat wisten we al lang.