Boeken / Fictie

‘Als een brandijzer in een dier’

recensie: Per Olov Enquist - Blanche en Marie

.

Op het eerste gezicht niets anders dan dat ze beiden wetenschappers waren. De extroverte Curie stond aan de basis van de ontwikkeling van radium en radioactiviteit en de introverte Charcot behoorde vanwege zijn spectaculaire voordrachten en omstreden hypnosemethode tot de wetenschappelijke hoogtepunten van de verrijzende 20e eeuw. Twee tegengestelde persoonlijkheden, die nooit contact met elkaar gehad hebben. Toch heeft de Zweedse schrijver Per Olov Enquist hun levens, in zijn nieuwste roman Blanche en Marie, samengebracht tot een curieuze eenheid van twee elkaar spiegelende liefdesverhalen.

De als ‘koningin der hysterica’s’ bekend staande Blanche Wittman, een van de beroemdste zenuwpatiënten ter wereld, wordt door Enquist opgevoerd als het scharnierpunt dat de verhalen van beide wetenschappers met elkaar verbindt. In het door Enquist verzonnen universum is Blanche niet alleen de patiënt van Professor Charcot, maar ook zijn heimelijke geliefde (een liefde die slechts eenmaal geconsumeerd wordt). Bovendien zou Blanche (als een eenarmige torso) na de dood van Charcot als assistent voor Marie Curie hebben gewerkt en tijdens haar verblijf bij haar enkele notities hebben gemaakt over zowel haar eigen liefde voor Charcot als over de perikelen rondom de affaire van Marie. Enquist spiegelt het de lezer zo voor dat hij het bijna zou gaan geloven, maar in werkelijkheid worden feit en fictie samengebald tot een verhaal dat vrijwel volledig voor rekening van Enquist komt.

Blauwachtig licht

~

Enquist doet, volgens eigen zeggen, veel onderzoek voor zijn historische romans, maar toch is hij voor alles een verteller. Het gaat hem er niet om een beeld van een bepaalde historische periode te geven, bij hem staan vooral de personages en hun tragiek centraal. Vandaar dat hij de geschiedenis naar hartelust manipuleert om uiteindelijk het verhaal te krijgen dat hij hebben wil. Namelijk twee liefdes- en lijdensgeschiedenissen, die van Marie en die van Charcot. Bij beiden zit de liefde in hen gebrand, ‘als een brandijzer in een dier.’ Het is als het blauwachtige licht van de radioactieve stof die Marie Curie ontdekte, het is prachtig maar tegelijkertijd verraderlijk. Heimelijk vreet het aan ze.

De liefde vernietigt beide grootheden. Marie doordat ze aan het kruis van de publieke opinie wordt genageld, Charcot doordat de liefde voor Blanche teveel voor hem is. Blanche en Marie bestaat uit acht liederen over deze twee schandalige, overspelige liefdes. De ene verborgen, de andere aan het licht gebracht. De ene kortstondig en passioneel, de andere langdurig en onuitgesproken. De waanzin, de vernietiging en de onverklaarbaarheid van de liefde vormt het hoofdthema van het boek. Enquist doet een poging de liefde te verklaren. Een poging, meer niet. Zoals Blanche in haar vragenboek schrijft: “Wie kan de liefde verklaren? Maar wie zouden we zijn, als we het niet probeerden?” Uiteindelijk blijft het mysterie zo overeind.

Rapportagestijl

Blache en Marie is geschreven in de karakteristieke rapportagestijl die Enquist in vrijwel al zijn historische romans hanteert. Zijn proza wordt gekenmerkt door in staccato neergeschreven zinnen, die vol staan met onbeantwoorde vragen. Het tijdsverloop is verre van lineair en cirkelt om enkele cruciale gebeurtenissen, waardoor er veel herhaling in het boek optreedt. Het verhaal is geschreven vanuit het perspectief van een externe verteller en is doorspekt met citaten uit het de notities die Blanche zogenaamd zou hebben gemaakt. De toon van het boek is in het begin zakelijk, maar wordt langzamerhand doorspekt met pathos. Dit komt tot een hoogtepunt in het hoofdstuk waarin Marie’s tragische neerval beschreven wordt. Aan de ene kant is dit het meest meeslepende hoofdstuk, aan de andere kant wordt de lezer wel heel erg een bepaalde kant op gedrukt. De verbijstering en de woede van de verteller zijn maar al te duidelijk merkbaar.

De nacht van de dood

~

In het laatste hoofdstuk wisselt het perspectief en komt Blanche zelf aan het woord. Het bestaat in feite uit het door haar volgeschreven rode boek, een van haar notitieboekjes. Met dit hoofdstuk bereikt Blache en Marie zijn zorgvuldig opgebouwde climax. Het gaat over de laatste nacht van Charcot, de nacht dat de liefde tussen hem en Blanche voor het eerst beleden en geconsumeerd wordt. De nacht van de dood. Enquist houdt zijn spel met de historische feiten tot aan het eind toe vol. In werkelijkheid stierf Charcot in een plaatsje vlak bij het Lac des Settons – ver verwijderd van Blanche; in het boek blaast hij de laatste adem uit in de Herberg Auberge des Settons in de armen van Blanche.

Los van de kwestie hoe Charcot werkelijk is gestorven, valt het te betwijfelen of Blanche, als personage, wel een betrouwbare verteller is. Er zijn verschillende aanwijzingen om dat te betwijfelen. De rol die ze zichzelf in relatie tot Marie toedicht, duidt er bijvoorbeeld op dat ze zichzelf belangrijker acht dan ze werkelijk is. Daarnaast doet de manier waarop de buitenwereld op haar reageert, vermoeden dat ze een veel minder prominente rol heeft gespeeld in het leven van Charcot dan ze zelf meent. Is de liefde tussen haar en Charcot wellicht niets meer dan een idée fixe? Niet alleen een fictionele illusie dus, maar ook een waanbeeld van het personage Blanche Wittman?

Geforceerd

Sinds de vertaling van Het bezoek aan de lijfarts is Per Olov Enquist een gevierd auteur in Nederland. Het boek werd zo’n succes dat Enquist waarschijnlijk voor eeuwig herinnerd zal worden als de auteur van dat ene boek dat hij nooit meer wist te overtreffen. Blanche en Marie zal hier geen verandering in brengen. Het is een heerlijk en uiterst knap geschreven boek vol memorabele momenten, maar uiteindelijk blijft het toch uit twee afzonderlijke verhalen bestaan die op een net iets te geforceerde wijze met elkaar verbonden zijn om je werkelijk lam te kunnen slaan.