Boeken / Non-fictie

Neo-marxistisch denken

recensie: Paul Kalma - Makke Schapen. Over volgzame burgers en vluchtige politiek

Makke schapen, dat zijn wij: de volgzame Nederlanders. Omdat we niet in opstand komen tegen de ‘financialisering’ van de samenleving. Vreemd, aangezien we middenin een crisis zitten die is veroorzaakt door bankiers. Terwijl wij – ‘gewone burgers’ – ervoor opdraaien.

Hoe kan het dan dat we in 2010 niet massaal links zijn gaan stemmen? Deze intrigerende vraag is het punt waar Kalma in zijn boek vertrekt. Het antwoord moeten we volgens hem zoeken in de manier waarop linkse partijen in een paar decennia zijn veranderd. En dat geldt met name voor de PvdA. Kalma, oud-directeur van de Wiardi Beckman Stichting en van 2006 tot 2010 lid van de Tweede Kamer voor de PvdA, vindt zijn partij een bestuurderspartij geworden. En dat terwijl ze eigenlijk een plaats moet zijn van ideeënvorming en intensief debat.

Neo-liberalisme
Vanaf de jaren’80 kreeg het neo-liberalisme echter de overhand en linksgeoriënteerde partijen hebben zich hierdoor laten meeslepen. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in de flinke toename van de zeggenschap van aandeelhouders en in de privatiserings-hype van de laatste drie decennia. Werknemers zijn het kind van de rekening: zij worden slechts nog gezien als kostenplaatsen. Het liefst wordt zo veel mogelijk op hen bezuinigd, zodat aandeelhouders een zo groot mogelijke winst kunnen boeken. Volgens de auteur draait het niet alleen bij bedrijven alleen nog maar om winst maken, maar ook bij ziekenhuizen, scholen en de politiek. Alles is ten prooi gevallen aan het marktdenken.

Kalma presenteert hiermee een interessante analyse van de problemen waar met name linkse partijen tegenaan lopen. Volgens hem spelen culturele veranderingen veel minder een rol bij maatschappelijke problemen dan vaak wordt beweerd. De populariteit van de PVV moeten we veeleer verklaren vanuit dit allesoverheersende neo-liberalistische denken. De auteur toont aan dat zijn partij in de laatste decennia heel vaak in de regering heeft gezeten, om maar te kunnen besturen. Daartoe moest zij echter ook compromissen sluiten en steeds een beetje naar rechts opschuiven. Vanaf de jaren ’80 groeide zo de ongelijkheid tussen hoge en lage inkomensgroepen en gaf de overheid steeds meer verantwoordelijkheid uit handen. En precies daardoor zijn burgers de politiek minder belangrijk gaan vinden.

Links manifest
Daarmee is Kalma’s betoog ontegenzeglijk een klassiek links manifest en zijn boek is natuurlijk een kolfje naar de hand van alle PvdA-ers die vinden dat hun partij te rechts is geworden. Dat neemt niet weg dat de gepresenteerde analyse op bepaalde punten overtuigt. Kalma’s gelijk lijkt bijvoorbeeld te worden bevestigd door de stijgende populariteit van de SP. Veel PVV-kiezers lijken evengoed op de SP te kunnen stemmen, of op een andere partij die het voor hen opneemt. Volgens Kalma is dit logisch, omdat er een grens is aan wat de ‘volgzame burgers’ pikken van de overheid. Als de sociale ongelijkheid te groot wordt, gaan zij kiezen voor een partij die hun belangen vertegenwoordigt en de discussie aangaat met de ‘bestuurders’. Een partij die zich niet terugtrekt uit de samenleving, maar juist op een stevige manier intervenieert.

Misschien heeft Kalma, door terug te vallen op klassiek-linkse ideeën, te weinig oog voor de veranderende samenleving. Maar juist omdat hij de PvdA – en niet de rechtse partijen –  aanspreekt op een gebrek aan sociaal denken weet zijn boek te overtuigen. Volgens de auteur is het dan ook duidelijk wat er moet gebeuren:  de PvdA moet terug naar haar roots. Zij moet weer een inhoudelijk debat gaan voeren gericht op een veel socialere samenleving. Met andere woorden: er moet een soort neo-marxisme ontstaan.