Boeken / Fictie

Een kafkaëske leegte

recensie: Paul Auster - Travels in the scriptorium

Paul Auster is eigenlijk nooit helemaal doorgebroken in Nederland en Vlaanderen. Hoewel hij de auteur is van verschillende adembenemend mooie romans en tevens de scenario’s schreef van de filmische parels Smoke en Blue in the face, bleek zijn proza, beeldspraak en vooral thematiek niet de grote massa aan te spreken. Maar dat zegt niet zoveel, de populariteit van Dan Brown staat ook niet in verhouding tot zijn talent. Onlangs verscheen een nieuw werk van Auster, Travels in the scriptorium.

De laatste jaren was Paul Auster, geboren en getogen New Yorker, vooral druk doende zich op te winden over het bewind van George W. Bush. Links in hart en nieren stapte hij mee in optochten, schreef hij protestliederen en liet zich gesmaakte oneliners ontvallen als “The last time people listened to a talking bush, they wandered in the desert for forty years”. Gelukkig verwaarloosde hij gedurende die periode de schrijverij niet, en vooral, liet hij zich er niet toe verleiden zijn romans tot politieke manifesten om te buigen. Maar misschien ontbrak hem toch voldoende tijd voor de literatuur, want met Travels in the scriptorium voegt hij weliswaar een vlot geschreven werk aan zijn oeuvre toe, het is tot op heden zowel op vlak van plot als aantal bladzijden, zijn magerste roman.

Kafka

Wanneer Auster zijn verhalen laat afspelen in New York, is hij op zijn best. Niemand beschrijft mooier de straten, stegen, lucht en parken van de Big Apple – zijn New York trilogy, een collectief van drie meesterlijke detectiveverhalen, blijft daarvan het mooiste bewijs. In dat decor ontwikkelt hij zijn verhalen die steevast draaien rond identiteit en het vormen of verliezen van de persoonlijkheid. Travels in the scriptorium vertrekt eigenlijk vanuit het omgekeerde, het totale nulpunt, te weten een volledig gebrek aan decor. De hele roman speelt zich af in een kamer met een bed en een schrijftafel; op die schrijftafel liggen vier hoopjes papier van dezelfde hoogte en een stapel foto’s. That’s it.

In die kamer zit een man die zich er niet van bewust is dat hij voortdurend door een camera boven zijn hoofd wordt gefilmd. En ook niet van wat hij daar in die kamer in hemelsnaam zit te doen. Wie denkt dat dit het begin vormt van een Jason Bourne-achtige zoektocht naar identiteit en ontsnapping zal teleurgesteld worden: in Travels in the scriptorium gebeurt niets. Het boekje is niet meer dan een (te) expliciet naar Kafka verwijzende bezinning van vervreemding en geheugenverlies – niet in het minst omdat het hoofdpersonage, net als in Kafka’s Het proces, wordt beschuldigd van een misdaad waar hij geen weet van heeft.

Big Brother

~


We weten niet hoe oud de man is – “ergens tussen de zestig en de honderd” – vandaar dat hij door de Big Brotherstem koudweg ‘oude man’ wordt genoemd. Een naam heeft hij evenmin, vandaar gewoonweg ‘mister Blank’. Wat doet hij daar? Hoe lang vertoeft hij daar reeds? Op zoek naar een antwoord vindt de man op het bureau een stapel beschreven vellen, waarin hij, blijkbaar zonder het zich te herinneren, een getuigenis aflegt van voorbije dagen, weken en zelfs jaren. Tevens komen met de regelmaat van de klok een aantal personages langs – een zekere Anna die hem wast en pillen voert, een ex-agent die per se een praatje met hem wil maken – maar naar hun motieven hebben we het raden. Dit tot het einde van deze korte roman. Geen plot, gewoon a day in life van een man met geheugenverlies.

Het probleem van Travels in the scriptorium is dat niet achterhaald kan worden wat de schrijver precies wil meedelen: gaat dit over de bedrieglijkheid van het geheugen? Is het een aanklacht tegen de bureaucratie (ergens wordt gesuggereerd dat mister Blank al zolang vastzit omdat de aanklagers nog steeds niet door de papierberg heen zijn geraakt)? Of moeten we eerder zoeken in de richting van overheidscontrole (de camera), een gegeven dat in Amerika in de belichaming van de Patriot Act een actueel thema is? Het valt niet te zeggen. Omdat Auster, stilaan een schrijver met cultstatus, een rasverteller is, lees je het vrij dunne boek in enkele uren uit. Maar de leegte, die bijzonder goed wordt beschreven, maakt zich daarna ook meester van de lezer: hebben die enkele uren iets bijgeleerd of opgebracht? Nee. Moest dat? Als je je amuseert niet. Maar van een grote schrijver als Auster wil je beduusd afscheid nemen, niet onverschillig.

Nederlandse vertaling: Paul Auster (Vertaling Ton Heuvelmans) • Op reis in het scriptorium • De Arbeiderspers • Prijs: €17,95 • 148 bladzijden • ISBN 90-295-644350