De draai kwijt
Niet alleen in de bioscoop is er deze zomer een stortvloed aan sequels. Ook de literaire wereld kan er wat van. Zo is Magic Man van Oscar van den Boogaard een vervolg op zijn roman Bruno’s optimisme, die in 1993 verscheen. Het hoofdpersonage, Bruno Oblanski, is ondertussen wat ouder geworden, maar zijn levenslust is nog steeds even ontembaar. De magic man verandert van gedaante en omgeving alsof het niets is. Hij lijkt echter zelf niet te weten wie hij nu werkelijk is.
Oscar van den Boogaard is een man van ups and downs. Met het prachtige Liefdesdood werd hij zeven jaar geleden nog terecht genomineerd voor de Gouden Uil, maar even goed durft hij nu en dan een half afgewerkt product af te leveren. In Magic man, zijn achtste roman ondertussen, komt hij nooit helemaal in vorm. Het boek bevat een hoop gebeurtenissen en indrukken, maar het is zoeken naar een samenhangend verhaal. Ook stilistisch geeft de roman geen eenduidige indruk: de vele scènes die elkaar spiegelen scheppen nog enigszins orde in de chaos, maar de nu eens fantasievolle, dan weer banale stijl is te onaf om het geheel overeind te houden.
Een tweede puberteit
Het verhaal gaat zo: Bruno Oblanski, die de symbolische leeftijd van drieëndertig heeft bereikt, keert na de dood van zijn vriend terug naar zijn geboortedorp in de Alpen. Hij past de grote verdwijntruc toe, zou je kunnen zeggen, nadat het echte leven dat hij heeft opgezocht een teleurstelling is gebleken. Hoewel hij vervreemd is van zijn familie, valt het leven in het hotel van zijn ouders toch tamelijk snel in de plooi. Als ‘normaal’ kan je Bruno’s wandelgangen daar echter amper beschrijven. Hij ligt ernstig in de knoop met zijn gevoelens, en als de eerste de beste puber beantwoordt hij elke opwelling die zich presenteert.
Wie van de drieëndertigjarige Bruno wel wat levenswijsheid verwacht, komt dus bedrogen uit. De magic man gaat zonder al te veel aarzelen in op de avances van zijn twaalfjarige halfzusje, raadpleegt zowel de dorpspastoor als een vrouw die contact legt met de doden, zoekt zijn heil in een dubieuze yogacursus, en wordt halsoverkop verliefd op een vrouw. Uiteindelijk verlaat hij voor deze nieuwe liefde zijn familie opnieuw, en vaart hij van de weeromstuit zelfs in haar kielzog de Atlantische Oceaan over.
Levensdrift
De diagnose is duidelijk: Bruno weet gewoonweg niet wat hij wil. Dat uit zich overduidelijk in de inwisselbaarheid van identiteit, geslacht en seksualiteit die zo centraal staat in het boek. De grens tussen homoseksualiteit en heteroseksualiteit vervaagt, net zoals die tussen man en vrouw. Bruno kan niet kiezen tussen alle mogelijkheden die het leven hem biedt. Hij heeft seks met beide geslachten, verneemt dat hij in zijn vorige leven een vrouw was, en ook in een visioen neemt hij kortstondig de rol van een vrouw aan.
Welke identiteit hij echter ook uitprobeert, steeds botst hij weer op zijn onvermoeibare levensdrift, zijn obsessie met seks, met voortplanting. Die wordt trouwens al duidelijk in het motto van de roman: I push my seed in her bush for life – een songtekst van The Roots. Leef ten volle, lijkt het boek te zeggen: welke mogelijkheden Bruno ook aangeboden krijgt, hij grijpt ze volledig, ook al richten ze hem ten gronde. En vaak genoeg sleurt hij het boek mee in zijn val. Magic man is met andere woorden geen nieuw hoogtepunt is in de carrière van Oscar van den Boogaard. De goede scènes die de roman vanzelfsprekend bevat, gaan verloren in het chaotische geheel van gebeurtenissen, indrukken en personages. Ook Bruno’s vaak puberale neigingen en overpeinzingen zijn wat te veel van het goede. Van den Boogaard lijkt in dit boek, net als zijn hoofdpersonage, de draai wat kwijt.