Het best bewaarde geheim van Zweden
.
Nou, probeer er dan als recensent nog maar een kritisch stukje over te schrijven. Dat valt niet mee. Zoals bij veel absurdistische strips, lijkt ook hier het werk bij voorbaat al boven alle kritiek verheven. Want ja, het is per slot van rekening absurd. Elke poging om een rode draad of herkenbare gags te ontdekken, is al bij voorbaat gedoemd tot mislukken. En als je het niets vindt, dan ligt dat compleet aan jezelf. Dan ben je niet ontvankelijk voor het absurdisme. De auteur treft hoe dan ook geen enkele blaam.
Gevarieerd geheel
Met deze gedachte ben ik Bonk gaan lezen. Misschien niet geheel objectief, maar wel met de nodige openheid. En het moet gezegd, Olle Berg sleept de lezer direct zijn wereld binnen. Het tekenwerk oogt dynamisch en verzorgd. Door de korte verhaaltjes (een of twee pagina’s) afwisselend in kleur en zwart-wit af te drukken, wordt er een mooi gevarieerd geheel geboden. Iedere bijdrage krijgt de uitwerking die qua sfeer en dynamiek het beste bij hem past. Dit is bij een bundeling van zeer korte sketches ook wel noodzakelijk, omdat anders de aandacht van de lezer sneller verslapt. Met het tekenwerk is het dik in orde. Het is zeker herkenbaar, maar door de verscheidenheid aan personages wordt het nooit vervelend. De tekeningen versterken tevens op een natuurlijke wijze de vaak bizarre humor.De kwaliteit van de grappen zelf is zeer wisselend. Zo zijn de verhaaltjes over een toerist in Bali die krankzinnig wordt van de immer lachende bevolking (“De volgende gozer met een lach op z’n bek krijgt een klap voor z’n hersens!”) en de kortstondige maar hevige competentiestrijd tussen twee jodelaars, ronduit hilarisch. Daar tegenover staan bijdragen die of erg flauw of zo absurdistisch zijn dat je er weinig mee kunt. Een stel dat tijdelijk is gevlucht naar de tropische zon om de kerstdagen te ontlopen in eigen land, terwijl in de bar achter hen de kerstversiering de wanden vult (‘Christmas in Ghana’) is noch origineel, noch komisch. Toch zijn de meeste bijdragen in het album grappig, verrassend en opmerkelijk.
Toegankelijk absurdisme
Ondanks de wisselvallige kwaliteit van Bonk lijkt er een mooie toekomst in het verschiet te liggen voor Olle Berg. Hij kiest een gulden middenweg en lijkt daarmee het pad van het ’toegankelijke absurdisme’ te bewandelen; een genre dat het wel eens heel goed kan gaan doen. Daar komt bij dat zijn tekenstijl uit duizenden te herkennen is en een prettige gestoordheid uitstraalt, zonder op de zenuwen te werken. Anders dan auteurs als Gummbah (de Nederlandse aartsvader van de absurde strip), schijnt Olle Berg geen enkele pretentie te hebben met zijn werk. Hier geen dubbele bodems of zwaarlijvige filosofietjes. En ook dit is wel een verademing in een tijd dat niets meer is wat het lijkt.Bonk belooft de lezer een aangenaam ritje in een achtbaan vol onverwachte loopings en scherpe bochten. En zonder echt spectaculair te zijn, heeft de lezer aan het eind toch het gevoel waar voor zijn geld te hebben gekregen. De komende tijd zullen we ongetwijfeld meer vernemen van deze gestoorde Zweedse stripmaker. De verwachtingen zijn hooggespannen.