De oorlog door de ogen van een jonge dichteres
In de nalatenschap van dichteres Hanny Michaelis, die in 2007 overleed, werd een grote hoeveelheid schriftjes waarin zij een dagboek bijhield gevonden. Lenteloos voorjaar gaat over de jaren 1940–41.
De ondertitel van Lenteloos voorjaar is ‘Oorlogsdagboek’, en dat heeft iets vreemds. Lange tijd is de Tweede Wereldoorlog en de bezetting door de Duitsers een gegeven dat slechts op de achtergrond speelt. De jonge Hanny Michaelis, zeventien jaar oud is ze in mei 1940, gaat gewoon naar school, ruziet met en verhoudt zich tot vrienden, en hunkert naar jongens. Zoals dat toen ging, en zoals dat nu nog steeds gaat. De bombardementen op Schiphol en de luchtgevechten tussen Britse en Duitse vliegtuigen houden haar wakker, maar lijken de jonge Hanny nauwelijks angst in te boezemen.
Naar het einde van dit boek toe verandert dat, maar minder dan de hedendaagse lezer, met alle kennis van de gruwelen van de oorlog, misschien zou verwachten. De grote omslag moet echter komen in het al aangekondigde, volgend jaar te verschijnen De wereld waar ik buiten sta, dat de jaren 1942–45 bestrijkt. Nu kun je een kind moeilijk gebrek aan groter, historisch besef verwijten; daarnaast biedt Lenteloos voorjaar een prachtig inkijkje in de geest van deze jonge dichteres.
Dagelijkse verwikkelingen
De dagboeken die in Lenteloos voorjaar opgenomen zijn, openen op 19 mei.
Het idee, dat we verleden week vrijdag [10 mei] om deze tijd nog aan het begin van alle ellende stonden, die we nu grotendeels achter de rug hebben!
Michaelis vat uitgebreid samen wat er in die week is gebeurd, waar ze de hele tijd schippert tussen politiek-militaire ontwikkelingen en wat zij en haar vrienden deden. Al snel daarna veranderen er een paar dingen: De nacht der Girondijnen-auteur Jacques Presser, toentertijd docent geschiedenis, probeert zelfmoord te plegen; haar docent Grieks, J. van Leeuwen, voelt zich in toenemende mate vrij om zijn antisemitische ideeën te luchten en het Vossius Gymnasium moet naar een nieuw onderkomen verhuizen, omdat het oude door de Duitsers overgenomen wordt.
Dergelijke ontwikkelingen voeren zelden de boventoon in de dagboeken. Wel is de lezer in staat Michaelis’ schoolcarrière te volgen. Pagina’s schrijft ze vol over welke cijfers ze heeft gekregen, hoe de lessen waren, welke stof er is besproken, enzovoort. Nop Maas, die dit dagboek bezorgt en daarnaast enigszins heeft geredigeerd, had hier strenger mogen zijn, of in zijn inleiding de keuze om dit materiaal te laten staan beter moeten verantwoorden. Voor de lezer is het zo allemaal wat langdradig: op sommige punten sleept het boek zich voort als een slechte roman.
Kwetsbaar
Lenteloos voorjaar is ook het boek waarin we Michaelis kwetsbaar zien: als beginnende dichteres die haar eerste poëzie schrijft, bijvoorbeeld. Daarnaast zien we Michaelis als jonge vrouw die verliefd wordt en passies heeft. Een laatste gezicht dat ze in deze pagina’s aanneemt is dat van de lezer, die vaak verslag doet van de boeken die ze gelezen heeft en haar oordelen over deze lectuur opschrijft. De rustige, haast idyllische toon die Lenteloos voorjaar kenmerkt zal in De wereld waar ik buiten sta snel verdwijnen.