Ongelukkige levens aan de lopende band
Een boek vol met personen met wie de lezer zich niet wil identificeren, is op zijn zachtst gezegd ongewoon. De nieuwe verhalenbundel van NRC-redacteur Michel Krielaars, vanillevla met frambozen, is zo’n boek. Zijn uiteenlopende personages vechten tegen een bestaan dat ze niet willen leiden, huilen om verloren liefdes of blijven steken in hun zelfgekozen ongeluk. Ontrouw, ongeluk en dood staan centraal in Krielaars nieuwste werk, maar dat is niet het enige dat bij het lezen van dit boek voor een nare nasmaak zorgt.
Vreemd is meer
In de bundel worden mensen zonder ruggengraat en vreemde vogels afgewisseld met ‘normale’ mensen, herkenbare personen in herkenbare situaties. Sommigen maken verkeerde keuzes waar ze vervolgens een groot deel van hun leven voor moeten boeten, anderen komen juist in de problemen omdat ze geen keuzes maken. Ze komen hoe dan ook in de problemen. Met hun levensverhalen lijkt Krielaars dan ook niets anders te willen doen dan het benadrukken van het ongeluk in de wereld. Niet zelden wil je de personages een schop onder hun kont geven en ze zeggen dat ze niet zo veel medelijden met zichzelf moeten hebben. Sommige personages hebben zware psychische problemen, wat ze luguber genoeg bijzonder interessant maakt voor de lezer. Een goed voorbeeld hiervan is te vinden in het ultrakorte titelverhaal, waarin het verhaal wordt verteld van een verwarde man die in vanillevla met frambozen een goedkoop medicijn ziet. Hoewel dit verhaal erg kort is, valt het op prettige wijze uit de toon bij de verhalen over zwakkelingen en saaie personen.
Veel over niets
vanillevla met frambozen zou een stuk vermakelijker zijn als óf de personages wat beter uitgewerkt zouden zijn, óf er wat meer zou gebeuren in het boek. In veel van de verhalen gaan de hoofdpersonen op bezoek bij oude kennissen, vrienden, liefdes of onbekenden, waarna blijkt dat ook zij slechts in het verleden leven. Nu hoeft een boek uiteraard niet volgestouwd te worden met achtervolgingen, maar er moet wel iets zijn dat de aandacht van de lezer vasthoudt. Hier zou overigens tegenin gebracht kunnen worden dat Krielaars, zoals uit de beschouwing op de achterkant van het boek blijkt, de lezer juist wil confronteren met ‘normale’ mislukkingen in het leven. Met vanillevla met frambozen laat hij echter vooral zien dat hij het talent heeft om de lezer met simpele woorden te deprimeren.
Om het boek te lezen heb je geen uitgebreide woordenschat nodig en ook niet veel verbeeldingskracht. Eenvoud staat centraal in vanillevla met frambozen en helaas is het boek voornamelijk kort en nauwelijks krachtig. De personages zijn veelal simpel en persoonlijke kenmerken worden alleen uiteengezet als ze direct van belang zijn in het verhaal. De lezer wordt geconfronteerd met de zwartere kant van het leven, maar dan wel constant begeleid door Krielaars. De deprimerende thema’s in vanillevla met frambozen hebben zeer zeker potentie, maar op Krielaars’ uitwerking ervan valt nog wel het één en ander aan te merken.