Boeken / Strip

C’est la tone qui fait la musique

recensie: 99 ways to tell a story : Exercises in style - Matt Madden

.

~

Dit is de basis voor het verhaal dat Matt Madden op 99 verschillende manieren optekent in zijn strip 99 ways to tell a story, exercises in style. Maddens boek is geïnspireerd op Raymond Queneau’s klassieker Exercices de Style (Stijloefeningen) uit 1947, waarin hij 99 verhaalvormen aanwendt om steeds hetzelfde te vertellen. Zo gebruikt hij bijvoorbeeld de vorm van een sonnet, de haiku, het kruisverhoor, de officiële brief, etc.Matt Madden doet dit nu dus in stripvorm. Van manga, fantasy tot het superheldgenre, van de de ‘klare lijn’ (denk aan Hergé’s Kuifje) tot de fotostrip, van grappig tot underground, van politieke cartoon, flashback tot monoloog; ze zijn allen terug te vinden in deze publicatie.

Het is geen toeval dat Madden op dit idee kwam. Hij werkt als correspondent voor het blad van OuBaPo (de werkgroep voor potentiële strips), een beweging die geïnspireerd is op OuLiPo, de werkgroep voor potentiële literatuur (mede opgericht door Queneau). Madden toont met dit boek aan dat hij de vele vormen van striptekenen goed beheerst. Je kunt je desondanks afvragen of zijn ‘Exercises in style’ een meerwaarde heeft.

~

Madden versus Queneau

Queneau, die destijds de linguïstische conventies onderzocht, heeft het belangrijkste punt van de Exercises natuurlijk al in 1947 gemaakt. Door met behulp van een creatieve, steeds wisselende woordkeuze telkens een andere atmosfeer te creëren, wordt de lezer gedwongen aandacht te besteden aan de manieren waarop een verhaal verteld kan worden. De onderliggende boodschap is duidelijk: “C’est la tone qui fait la musique.“ Het is een zeer bruikbaar educatief boek. Aan de hand van alle mogelijkheden die Queneau zijn lezer presenteert, kun je onderzoeken welke vorm het beste bij jouw eigen verhalen past. Madden doet in principe hetzelfde als Queneau, maar dan met het beeldverhaal.

Het maken van dit boek, hoewel hij Queneau als voorbeeld had en hij geen onbekende was in de stripwereld, moet voor Madden een hele exercitie geweest zijn. Hij is echt in de geschiedenis en de mogelijkheden van de strip gedoken. En dat heeft hij goed gedaan. Hij heeft zelfs de vorm van het wereldberoemde tapijt van Bayeux gebruikt. Hoewel zijn boek het resultaat lijkt van gedegen onderzoek, de strips goed getekend zijn en Madden bij tijd en wijle met inventieve ‘stripvormen’op de proppen komt, kan het slechts in de schaduw staan van Queneau’s uitgave. Waar Queneau als het ware een nieuwe methode introduceerde, past Madden deze slechts toe op een andere kunstvorm. Dit resulteert echter wel opnieuw in een goed educatief boek. Voor degenen die striptekenaar willen worden of voor degenen die les geven of volgen over de geschiedenis van de strip of het beeldverhaal is dit dan ook een zeer nuttig boek.