Horizon: de onzichtbare draden
Het beloofde land dat in het eerste deel werd bereikt, valt ten prooi aan de ontembare woede van de elementen. De queeste begint dus opnieuw. De verbondenheid tussen de mensen is inmiddels een stuk minder geworden. Onderlinge twisten breken de collectieve wilskracht. De wanhoop zaait, vals grinnikend, tweespalt onder de mensen. Uiteindelijk leidt dit tot een definitieve breuk. De overgebleven groep splitst zich in tweeën. Het volk zaait zich uit over de aarde.
~
Het schrijnende is, dat op dit moment duidelijk wordt dat de leden van de stam niet alleen door het lot met elkaar zijn verbonden. Er blijkt ook een sterke bloedband te bestaan. Sterker dan ze ooit zelf konden vermoeden. Dit gegeven verleent het verhaal een sterke emotionele lading. Het biedt de mensen echter ook de kans hun leven helemaal opnieuw te beginnen. Al blijven ze eeuwig met elkaar verbonden door onzichtbare draden, slechts de innige verbondenheid met de aarde is nog tastbaar en biedt hen houvast.
Vruchtbare bodem
~
Hij gaat terug naar de steen, het begin van de schepping. Toen alles nog te overzien was; samen te vatten in onbegrijpelijke maar troostende verhalen. Nu lijkt dit alles niet meer nodig. De schepping zelf, in al haar verschijningsvormen, is genoeg voor de pioniers in dit leven. Toch zullen er altijd vragen blijven rijzen. En de belangrijkste: wat wacht er voorbij de horizon? zal telkens opnieuw om een antwoord smeken.
Ademhalen
Net als het eerste album is ook dit deel met veel zorg vormgegeven. Lian Ong heeft voor een schilderachtige opzet gekozen. Met mooie, sfeervolle kleuren. Samen met de evenwichtige en aangrijpende verhaallijn en ragfijne teksten is het een epos geworden dat de lezer bij de strot grijpt. Pas na lezing van het laatste woord durft hij weer adem te halen. Bang als hij is dit web van fragiel leven en sterven met één enkele ademtocht te vernietigen.
~
Hij zal zijn eigen antwoorden, zijn eigen waarheid moeten zoeken. Onderwijl de woorden van de oude Sesam indachtig:’De waarheid? Ach… Wie zou haar herkennen als hij haar tegenkwam?’