Boeken / Fictie

Wilders’ nachtmerrie

recensie: Leon de Winter - Het recht op terugkeer

Het jaar 2024. De nachtmerrie van Geert Wilders is werkelijkheid aan het worden. De fundamentalistische moslims hebben flink terrein gewonnen, er zijn bomaanslagen overal ter wereld, er is een nieuwe islamitische staat gevestigd, in delen van Nederland wordt de sharia ingevoerd en Israël is op sterven na dood. Dat is de achtergrond waartegen Het recht op terugkeer van Leon de Winter zich afspeelt. Een spannend boek, waarin een duivels plan tegen Israël ontdekt wordt.

In De Winters roman heeft de islamitische wereld zich ontwikkeld tot een acuut gevaar voor Israël en de rest van de wereld. De moslims hebben de overhand gekregen omdat ze zich razendsnel vermenigvuldigen. Bovendien zijn ze eensgezind in hun streven overal ter wereld de islamitische regels onverdund in te voeren. Tegenover deze categorale voorstelling van zaken staan weinig tegengeluiden. De held, die aanvankelijk nog een en ander relativeert, wordt op het eind met zijn neus op de feiten gedrukt. De haviken in het boek hebben het bij het rechte eind.

Kwaadaardigheid
Deze what if-omstandigheden springen in het oog. Juist omdat ze direct aansluiten op het actuele debat over de islam als bedreiging voor het vrije westen – toch een van de populairste ondergangsideologieën van dit moment. Wie de opiniestukken van De Winter in bijvoorbeeld Elsevier kent, moet wel concluderen dat De Winter zo’n visie deelt. Het lijkt er dan ook op dat hij dit boek ook als vehikel voor zijn opvatting heeft gebruikt. Helaas legt hij het er al te dik bovenop.

Vergelijk de roman met Het complot tegen Amerika (2004) van Philip Roth. Ook een what if-boek – wat als de antisemiet Charles Lindbergh in de jaren ’30 president van Amerika was geworden? – maar Roth’s boek overtuigt omdat hij de binnenwereld beschrijft van enkele joodse Amerikanen in die periode en niet blijft hameren op de kwaadaardigheid van de antisemieten. Dat in tegenstelling tot De Winter die geen gelegenheid voorbij laat gaan om met een nieuw voorbeeld te komen van het islamitische gevaar.

Numerologisch onderzoek
Ook de plot staat geheel in dat teken. Bram Mannheim, historicus van Nederlandse afkomst, werkt enige tijd aan een Amerikaanse universiteit. Nadat op een dag zijn zoontje spoorloos verdwijnt, trekt hij als semi-dakloze door Amerika om te proberen hem aan de hand van numerologisch onderzoek terug te vinden. Zo moet hij zich bevinden op een plaats die aangegeven wordt met cijfers die ook voorkomen in de datum van zijn verdwijning. Dat lukt niet. Jaren later en terug in Israël heeft hij een bedrijfje dat verdwenen joodse kinderen opspoort. Hij is bevriend met het hoofd van de veiligheidsdienst, een man die ooit vredesakkoorden met de Palestijnen ontwierp, maar met de jaren een keiharde lijn is gaan volgen. Via hem komt Bram erachter wat er werkelijk met zijn zoontje is gebeurd en daarmee ook op het spoor van een weerzinwekkend complot. Mannheim zet alles op alles om de uitvoering ervan te voorkomen.

Dit deel van het boek is een thriller. Je moet misschien van het genre houden om het te waarderen. Er zijn aanwijzingen in de vorm van betekenisvolle getallen (huisnummers, data) en symbolen (slangen). Er zijn wel erg toevallige ontmoetingen die achteraf beslissend blijken te zijn. De Winter heeft het kundig in elkaar gezet, al zijn de elementen die hij hanteert soms wat sleets. Zoals het hondje dat pienter, koddig en trouw door het verhaal scharrelt en op strategische momenten ingezet wordt om een gevoelige snaar te raken. Samen met de opvattingen die niet oorspronkelijker zijn dan die op menig internetforum, is Het recht op terugkeer daardoor een boek geworden dat arm is aan originaliteit en literaire brille.