Boeken / Fictie

Eten of gegeten worden

recensie: Jonathan Grimwood (vert. Erica Feberwee) - Smaak

Er kon op gewacht worden. De megaseller Het parfum (1985) van Patrick Süskind over de mysterieuze en nietsontziende parfumeur Grenouille zal ooit iemand bewegen net zo’n zintuiglijk kunstje te willen vertonen. Niet over parfums en geur maar over eten en smaak.

Om de illusie maar meteen door te prikken: dat is niet gelukt. Op geen enkele wijze komt Jonathan Grimwoods Smaak in de buurt van de bedwelmende sfeer van totale waanzin waarmee Süskinds meesterwerk ons in vervoering bracht. Wat is er dan wel? Een zeker niet onverdienstelijke roman, gesitueerd in het pruikbepoederde Frankrijk van de 18e eeuw aan de vooravond van de grote revolutie. Met een hoofdpersoon die zijn passie voor koken en eten doorlopend etaleert.

Roquefort
De kleine Jean-Marie Charles d’Aumout wordt op voorspraak van de duc d’Orleans in een weeshuis geplaatst om klaargestoomd te worden voor de militaire academie. Zijn ouders zijn van honger omgekomen, het landgoed is geplunderd door boeren die onder de heersende hongersnood tot actie over zijn gegaan. Als peuter kent Jean-Marie de smaak van torren en kevers – die grote van de mesthoop zijn wat zoeter – maar zijn papillen worden vooral wakkergeschud als hij van de duc een stuk roquefort krijgt voorgezet. Deze ongekende ervaring leert hem de wereld van eten kennen, van het bereiden en het proeven, van nooit meer te vergeten recepten.

D’Aumout stamt uit de noblesse d’epée, de adel van geboorte en niet uit de noblesse de robe, de benoemde adelstand. Daardoor wordt hij door zijn medestudenten op de academie opgenomen in de hoogste kringen en kan hij, ook door zijn onverschrokken optreden in gevaarlijke situaties, in het huwelijk treden met een dochter uit een van de meest vooraanstaande families.

Wolvenhart
Het is vooral de nieuwsgierigheid naar bereidingen en smaken die Jean-Marie telkens weer over eten doet mijmeren. Hij fantaseert over het klaarmaken van mussen, katten en honden, later over veel meer exotica als het hart van een wolf, de tong van een flamingo en een alligator. Grimwood kiest ervoor de uitgeschreven receptuur van deze gerechten apart op te nemen, als culinaire intermezzo’s in de tekst geplaatst. Een onderbreking die de voortgang niet ten goede komt en zorgt dat er weinig samenhang is tussen het historische verhaal over de Franse adel en de ontdekkingen van een gepassioneerde voedselfanaat.

Juist over die Franse adel – met de sluimerende revolutie op de achtergrond – schrijft Grimwood boeiend als hij D’Aumout laat stijgen op de adellijke ladder, zozeer dat deze zelfs in de decadente wereld van Versailles dient te verschijnen. Tijdens de reis is de dreiging voelbaar, er hangt onmiskenbaar verandering in de lucht:

De boeren bewerken hun akkers, even zwijgzaam en onveranderlijk als hun dieren. Ze kijken naar ons en wenden hun blik weer af, terwijl onze werelden langs elkaar heen glijden zonder elkaar ooit te raken. Hun gezichten staan nietszeggend, hun gevoelens zijn ondoorgrondelijk.

Opwindende smaken
Zoals gebruikelijk in de invloedssfeer van Lodewijk XVI krijgt ook de markies D’Aumout een functie die in absurditeit aangeeft hoe verdorven het systeem inmiddels is. Als ‘meester van de menagerie’ draagt hij zorg voor de exotische dieren uit de koninklijke dierentuin. Voor D’Aumout – altijd nieuwsgierig naar onbekende smaken – betekent dit een zekere uitbreiding van zijn experimentele receptenboek.

De meest intense beleving is tegelijk het sensuele gedeelte van deze roman. De markies ontdekt dat zijn seksuele escapades – er zijn echtgenotes, maîtresses, dienstmeisjes en hoeren – ook alles met proeven en smaak te maken hebben. Die momenten worden door Jonathan Grimwood goed beschreven, daar weet hij de opgewonden smaakbeleving van D’Aumout met het historische verhaal te laten samenvallen.

Er zijn nogal wat geforceerde details die Smaak tamelijk ongeloofwaardig maken maar wel bijdragen aan de kracht van de fantasie die hier de hoofdrol speelt. Wat te denken van een recept voor kaas gemaakt uit moedermelk of de fabricage van condooms uit bewerkte geitendarmen? Jonathan Grimwood maakt het allemaal goed met een afsluiting die er mag wezen: als het opstandige gepeupel op het punt staat zijn kasteel te bestormen, weet de markies dat zijn einde en het einde van Frankrijk is aangebroken.