Moderne geschiedenis
.
Dat feest, dat gevierd wordt omdat er iets nieuws is begonnen, slaat namelijk niet alleen op ‘de nieuwe vrijheid’ die zich met chaos en geweld, maar ook met vreugde heeft aangediend. Berthe, Catho, Tobias en Gustaphe, wiens levens zich min of meer toevallig met elkaar verstrengelen, proberen allemaal een doorbraak te forceren in hun eigen situatie.
Verschil
Het weesmeisje Catho, dat door de nonnen nogal beschermd is opgevoed, treft in Berthe de enige die iets om haar lijkt te geven. Berthe, die na een flirt met een jongen door haar ouders tot aankomende non is gebombardeerd, twijfelt sterk of dit wel haar bestemming is.
Ze vertrok naar een convent, met een paar kledingstukken, een stapeltje boeken die haar zus had meegegeven, een gebedenboek van haar moeder en een gouden ring van haar vader waarin een B gegraveerd stond, eigenlijk twee in elkaar gedraaide B’s, van hun beider voor- en achternaam. De jongeman van het briefje zag ze niet meer terug en haar ouders ook niet.
Wel bleef ze met haar zus corresponderen. Die schreef dat ze zwanger was en daarna dat ze een zoontje had gekregen en dat de grootouders dol op het kind waren, ze schreef over zijn eerste stapjes, zijn eerste woordje, op wie hij leek, dat hij zo lief was, en Berthe zat tussen nonnen die haar op hun beurt wilden omzwachtelen met wat haar dorre dagelijksheid toescheen, ze at wat haar werd voorgezet en zocht het hogere, maar greep ernaast.
Berthe en Catho bouwen een vriendschap op die ruw wordt verstoord, en allebei gebruiken ze de politieke veranderingen om hun besloten omgeving te ontvluchten en een eigen pad te vinden. Catho komt terecht bij Gustaphe, een kunstenaar die verbeten op zijn doorbraak wacht en nog een blauwe maandag gewerkt heeft voor instrumentenbouwer Tobias, die door een goede vriend voor een moeilijke keuze wordt gezet.
Herkenbaar
Omdat Van Leeuwen haar personages vanuit de binnenkant beziet – hoe voelen ze zich, waar denken ze over na – is het makkelijk om je als lezer met ze te identificeren, ook al leven ze dan in heel andere omstandigheden. Politiek bewust zijn ze wel, maar dan vooral wat betreft de invloed van die politiek op hun eigen leven. Waar liggen de nieuwe kansen, hoe zijn de verhoudingen veranderd, wie kan wie nog vertellen wat wel en niet te doen?
De tijden in Feest van het begin zijn zwaar, voor het land en voor haar inwoners, maar de roman zelf heeft niets van die zwaarte. Met een soort koppig optimisme blijven de personages toch maar weer opstaan en doorgaan. Bij rampspoed let Van Leeuwen op kleine dingen, op regendruppels, broodkruimels, op het moment zelf. De lichte toon die ze aanslaat en haar karakteristieke, laconieke manier van kijken doen eer aan de schade die haar personages wordt aangedaan, maar benadrukken ook de vluchtigheid van elk moment. Er komt steeds weer een nieuw, en daarmee nieuwe hoop.