Wetenschappelijk gekonkel
.
Is daar zuiverheid te vinden? Is men daar in staat het slijk der aarde te ontstijgen? Of is het niet meer dan een lopende band waarop de ene na de andere tekst naar buiten rolt? Een grote kopieermachine die de grote filosofische woorden voortdurend herschikt en zo eindeloos varieert op de reeds vele malen herkauwde gedachten van anderen? De profielschets, de nieuwste roman van Joke J. Hermsen, geeft een inkijkje in de ernstig vervuilde fabriekshallen van de academische filosofie en steekt ironisch de draak met de opgeklopte pretenties van de wanna be-intellectuelen.
Macht
Joke J. Hermsen kent het filosofische klimaat door en door. Ze promoveerde aan de universiteit van Utrecht en was jarenlang onderzoekster in Tilburg, maar na jaren verliet ze haar vakgroep. De beschrijvingen in De profielschets zullen ongetwijfeld geïnspireerd zijn door haar eigen ervaringen. Net als in haar vorige twee romans, Het dameoffer en Tweeduister, draait het ook in haar nieuwste boek om de relatie tussen mannen en vrouwen die door macht en verlangen bepaald wordt. Van haar hand verscheen tevens de essaybundel Heimwee naar de mens, die in 2003 werd genomineerd als het beste filosofische boek van het jaar.
Iemand die zo gek is filosofie te gaan studeren, kun je moeilijk verdenken van een opportunistisch verlangen naar status en macht. Met filosofie valt immers geen droog brood te verdienen. Toch weet ook daar de lange arm van de aanlokkelijke pecunia en het lonkende succes in de ziel van de gedoodverfde werklozen te peuren en ze op te wekken tot kritiekloze aanbidding van het eigen ego. Voor een wetenschappelijke carrière zijn de borrels met ‘joviale’ collega’s en het balboekje van de hoogleraar dan ook veel belangrijker dan de inhoudelijke kwaliteit van het onderzoek. Voor mannen is dat al zo, maar voor vrouwen lijkt nog het meer te gelden. In De profielschets wordt een weinig flatteus beeld geschetst van al dit wetenschappelijke gekonkel.
Synopsis
De roman speelt zich af op een grauwe vrijdag in januari. In de ironische opening zien we de weinig succesvolle pogingen van de hoogleraar Bernt Brakhoven om een fatsoenlijk synopsis van zijn lezing in elkaar te flansen. Als hem dit niet op tijd lukt kan hij de deelname aan het aanstaand congres Postmodernism and Ethics wel vergeten. Maar:
de pakweg twintig zinnen die hij uit vroegere samenvattingen heeft weggeplukt, door elkaar heeft gehusseld en in betrekkelijk willekeurige volgorde opnieuw onder elkaar heeft gezet, zijn niet bepaald geniaal te noemen. Sommige zinnen heeft hij al zo vaak gerecycled dat hij ze niet zonder een knagend gevoel van schaamte kan lezen.
Ondertussen dringt de tijd, want hij moet ook nog bedenken welke strategie hij moet hanteren om de vergadering over de profielschets voor een nieuwe hoogleraar in zijn voordeel te beslissen. Over die profielschets wordt al drieëneenhalf jaar zonder succes gedebatteerd en daar moet nu echt verandering in komen. Bernt, die de vergadering in goede banen moet leiden, boekt een grandioze overwinning en weet het juiste profiel voor ‘zijn’ kandidate erdoor te slepen. ’s Avonds blijkt hij echter met open ogen in de val te zijn gelopen. ‘Zijn’ kandidate is allang niet meer de zijne.
Gekrakeel
Bernt Brakhoven is een van de drie personages die in het boek worden gevolgd. De andere twee zijn Ella Theisseling en Det van Vliet. Ella is de echtgenote van Bernt, ze is ooit begonnen aan een proefschrift dat echter al jaren onaangeroerd in de kast ligt. Op aanraden van haar man, die zich verder weinig om haar bekommert, gaat ze naar een psychiater. Daar gooit ze tot haar eigen verbazing alles eruit. Det van Vliet is een jonge onderzoeker die het al jaren met tijdelijke aanstellingen moet doen. Ze wil hier eindelijk verandering in brengen en zichzelf kandidaat stellen voor de openstaande hoogleraarplaats. Tijdens de vergadering over deze kwestie wordt ze echter zo moe van al het gekrakeel dat ze besluit het spelletje niet langer mee te spelen en vervolgens vertrekt. Weg van de universitaire kliek.
Freudiaanse complexen
Een van de mindere punten van deze roman is de ietwat stereotiepe karakterisering van het verleden van de personages. Bernt kon zich vroeger niet uiten en zijn jeugd werd overschaduwd door de voortdurende angsten van zijn paniekerige moeder. Ella’s jeugd werd beheerst door haar gewelddadige vader, aan wie ze nooit heeft durven vertellen dat ze is aangerand. Dit riekt maar al te zeer naar de Freudiaanse complexen die onderhand wel genoeg zijn uitgemolken. Gelukkig komt de nadruk hier niet al te veel op te liggen en blijft de psychoanalytische kolder redelijk op de achtergrond.
Medelijden
De profielschets is een vrij boeiende, satirische roman waarin de academische wereld flink onder de loep wordt gehouden, zonder dat het een morele afrekening wordt. Het mikpunt van alle spot, de hoogleraar Bernt Brakhoven, wordt niet zomaar als een doortrapte schurk neergezet. Je krijgt zelfs bijna medelijden met hem als hij aan het eind de ene tegenslag na de andere krijgt te incasseren. De problematiek van de personages wordt niet teruggebracht tot een simplistische strijd tussen de seksen. Ieder personage heeft zijn of haar eigen perspectief op de werkelijkheid. Per hoofdstuk wisselt het perspectief, wat de vaart in de roman houdt en ervoor zorgt dat geen van de perspectieven tot een absolute waarheid uitgroeit.