Driftig geëxperimenteer
‘Opmerkelijk’ is een woord dat door je hoofd schiet als je voor het eerst het werk van Johan van Zanten onder ogen krijgt. Want dat zijn tekenstijl afwijkt van die van andere tekenaars, behoeft geen betoog. Het is niet voor het eerst dat er driftig geëxperimenteerd wordt met kaderlijnen, wel dat dit zo consequent gebeurt. Het is dan ook even wennen als je het eerste album van deze 28-jarige bouwkundige doorbladert. Toch zal hij voor velen geen onbekende zijn. Al enige tijd is zijn werk dagelijks te bewonderen in het Noord-Hollands Dagblad.
Deze ongebruikelijke vormgeving brengt toch ook een gevaar met zich mee: de tekeningen eisen regelmatig te sterk de aandacht op, waardoor de clou genoegen moet nemen met een bijrol. Hieruit blijkt duidelijk de onervarenheid van de tekenaar. Het is dan ook zaak hier de komende tijd meer aandacht aan te schenken. Er dient een evenwichtige dialoog te ontstaan tussen woord en beeld. De acteurs zijn er om het verhaal te vertellen, niet om zichzelf te presenteren.
Het goede nieuws is dat Johan van Zanten een auteur is met een eigen smoel. Nu is het zaak hier een meer volwassen invulling aan te geven.
Actualiteit
Op zijn eigen website pretendeert de auteur met een ‘scherpe blik naar allerhande situaties uit het menselijk bestaan te kijken’ en in te haken op de actualiteit. Dit laatste gaat hem goed af. Zo mogen onder meer de bijdragen over de oorlog in Irak en de perikelen omtrent het Kyotoverdrag gerust een hoogtepunt worden genoemd. Op een creatieve en prikkelende wijze worden deze onderwerpen in beeld gebracht.Toch is dit te weinig om het album himmelhoch jauchzend in te halen. Te vaak blijven de grappig bedoelde passages steken in flauwiteiten en neigen de serieus getinte scènes naar oppervlakkigheid.
Desondanks is het verfrissend een tekenaar aan het werk te zien die eigenwijs genoeg is om de platgetreden paden te negeren en een eigen route uit te stippelen. Of hem dit eeuwige roem zal opleveren, is uit dit debuutalbum nog niet op te maken. Veel zal afhangen van zijn bereidheid zichzelf en de wereld om hem heen met een zekere onbevangenheid tegemoet te treden. Alleen dan zal hij zich verder kunnen ontwikkelen als observator en cartograaf van het menselijk bestaan in al zijn facetten.