Boeken / Non-fictie

Niet alleen maar poetsen

recensie: Jet Berkhout - De thuishulp

.

Jet Berkhout (1981) schreef over haar ervaringen bij de thuiszorg al eerder in NRC Handelsblad. Deze columns zijn nu gebundeld en uitgewerkt in het boek De thuishulp. Alles begint op de dag dat Jet, wegens het faillissement van het hippe mediabedrijfje waar ze werkt, op straat komt te staan. In eerste instantie ziet ze het allemaal niet zo somber in. Maar wanneer na een tijdje het besef doordringt dat de huur betaald moet worden, zit er niet anders op. Ze gaat aan de slag als thuishulp.

Schat aan verhalen

Wanneer ze begint, denkt ze dat ze hooguit een maand of twee bij de thuiszorg zal werken. Maar de maanden verstrijken en een jaar later werkt ze er tot haar eigen verbazing nog steeds. Het werk dat eerst een tijdelijke oplossing bood voor haar geldnood, blijkt namelijk ook een onverwachte positieve kant te hebben: het levert haar een schat aan verhalen op. Want dweilen en stofzuigen zijn niet de enige taken van een thuishulp, zo merkt ze. Eindeloos koffiedrinken en een luisterend oor bieden horen daar ook bij.

Niet iedereen zit te wachten op een gezellig bezoekje van de thuishulp, zo ondervindt Jet al snel aan den lijve. Niet alle cliënten zijn even vriendelijk en voorkomend. Er is bijvoorbeeld de oude mevrouw Klug die haar op bijtende toon de les leest of de Iraanse vrouw die van haar eist dat ze tegen de kat praat. Toch weet Jet haar frustraties aan de kant te zetten en laat ze de mensen, al halen ze het bloed onder haar nagels vandaan, in hun waarde. Dat betekent echter niet dat ze alles maar slikt. Verontwaardigd is ze bij vlagen zeker.

Zoete wraak

Deze verontwaardiging uit ze niet door met modder te gaan gooien; Berkhout gaat op een subtielere manier te werk. Ze maakt dankbaar gebruik van de onhebbelijkheden en eigenaardigheden van haar cliënten. Ze laat hen, zonder dat zij het zelf door hebben, optreden als komieken. Een zoetere wraak is bijna niet denkbaar.

Niet alleen vervelende mensen hebben een plaatsje gekregen in de verhalen. Er is ook plek voor leuke en bijzondere mensen, wier levens ze met een grote dosis humor haarscherp weet te beschrijven. Toch is het niet alleen maar lachen geblazen. Berkhout laat ook zien dat het werk als thuishulp ook zijn droevige momenten kent.

Vergankelijkheid
Een serieuzere toon slaat Berkhout bijvoorbeeld aan in het verhaal over het echtpaar dat haar elke week weer uitbundig begroet alsof ze een goede vriendin is die op de koffie komt. Er lijkt geen wolkje aan de lucht in dit warme en gezellige huis waar vriendelijkheid voorop staat. Wanneer ze een halfjaar later weer als invalhulp bij hen op stoep staat, hebben donkere wolken zich echter boven het huis samengepakt. De man is ziek en moet naar het verpleegtehuis. De vergankelijkheid heeft ook het leven van deze mensen ingehaald.

Hoewel Berkhout haar luchtige toon af en toe laat vieren, blijven de columns vooral grappig en plezierig om te lezen. En dat is een grote prestatie, want columns schrijven is een vak apart. Het genre kent echter ook zijn beperkingen, want het vertelde blijft door de lengte en het beoogde publiek vrijwel altijd steken aan de oppervlakte. Hierdoor blijven de echt mooie levensverhalen, die de schrijfster ongetwijfeld ook ter ore zijn gekomen, onverteld. Hopelijk besluit ze deze nog een keer op te schrijven. En zo niet, dan doe ik het.